Direct naar artikelinhoud
ReportageMigratieroute

In een gammel bootje naar Spanje, veel Senegalezen zien het als een noodzakelijk kwaad

Cheikh Ndour probeerde vier keer zonder succes de tocht naar de Canarische Eilanden, 1500 kilometer over zee.Beeld Aida Grovestins

De Canarische Eilanden zagen dit jaar 32.000 migranten uit West-Afrika arriveren, via een van de gevaarlijkste maritieme migratieroutes ter wereld. Dat is het hoogste aantal sinds 2006. Volgens vluchtelingenorganisaties haalden honderden vluchtelingen de overtocht niet.

In het donker lopen jonge mannen de zee in naar een houten vissersboot. Het is 2 uur ’s nachts in de armoedige vissersplaats Hann, een buitenwijk van de Senegalese hoofdstad Dakar. Alleen een halve maan en de sterren geven wat flauw schijnsel. De nacht is stil, op de golfslag van de oceaan na.

Zo’n zestig jonge mannen, een paar vrouwen en twee kinderen worden naar een grotere pirogue (een houten vissersboot) gevaren verderop in zee. Ze moeten ongezien langs de Senegalese marine zien te komen, die op de uitkijk staat. De grotere pirogue neemt tweehonderd man mee voor een clandestiene oversteek over de Atlantische Oceaan naar de Canarische eilanden, 1500 km verderop. Dat is, als alles meezit, een oversteek van een week.

Bij een kampvuurtje aan het strand zit de 21-jarige Cheikh Ndour met wat vrienden in het donker. Allemaal hebben ze de gevaarlijke overtocht al een keer geprobeerd. Eerder dit jaar heeft Ndour zelfs passagiers geronseld voor vertrekkende boten. Voor elke verkochte plaats kreeg hij zo’n 75 euro. In oktober kreeg hijzelf een gratis plek op een boot aangeboden. Maar hij twijfelde. En is niet gegaan.

Het vissersdorpje Hann, een buitenwijk van Dakar.Beeld Aida Grovestins

Doden op zee

Die twijfel was ingegeven door zijn eerdere, mislukte pogingen. Ndour probeerde in de afgelopen jaren vier keer naar de Canarische eilanden te komen, zonder succes. De laatste keer werd zijn boot na negen dagen gered door de Marokkaanse kustwacht. De laatste twee dagen op zee hadden ze zonder eten en drinken gezeten. Negentien migranten zijn van uitputting gestorven. “We moesten hun lichamen onderweg in zee gooien”, vertelt Ndour, “Dat zijn dingen die je nooit meer vergeet. Er was totale wanhoop aan boord. Ik dacht ook dat ik het niet zou overleven.”

Dit keer heeft Ndour niet geronseld, want het is te koud voor een oversteek en de zee is te ruw, volgens hem: “Vertrekken in de winter is zelfmoord”. Hij is zenuwachtig want vijf van zijn vrienden zitten op de boot die net is vertrokken. Hij heeft ze niet kunnen overtuigen om van hun reis af te zien.

Sinds mei dit jaar zijn Senegalezen massaal vertrokken. Het lang aanhoudende warme weer en de kalme zee maakten het een perfecte periode om de gevaarlijke gok te wagen. De redenen voor de meesten om te vertrekken zijn de sterk gestegen inflatie, de werkloosheid, slecht onderwijs, een afbrokkelende rechtsstaat en de Europese en Chinese industriële vissersboten die de Senegalese wateren leegvissen.

Cheikh Ndour is opgegroeid in Hann, één van de talrijke Senegalese vissersplaatsen van waaruit er jaarlijks veel jongeren vertrekken. Hij werkt nu als elektricien. “Je kan in dit vak net genoeg verdienen om jezelf in leven te houden, als je niet ziek wordt. Maar je kan er zeker niet je familie mee helpen”, zegt Ndour, terwijl hij naar de vlammen van het wakkerende kampvuur kijkt. “Het is hard om je familie honger te zien lijden.”

De vissersgemeenschappen kennen traditiegetrouw grote families en de oudste zonen worden geacht de ouders te helpen rondkomen. De meesten slagen hier niet meer in vanwege de vislicenties. Ndour heeft twee ooms en veel vrienden die het gelukt is om naar de Canarische Eilanden te komen. “Iedereen kent de risico’s van de oversteek. We weten ook dat het leven als migrant in Spanje hard is. Dat je vaak met meer op een kamer moet slapen om de huur te kunnen betalen”, zegt Ndour, “maar met het geld dat je naar huis kan sturen, maak je een groot verschil in het leven van je familie thuis.”

Visverkoper Cheikh Ndour zag de migrantenboot die de marine voor de kust had proberen te stoppen op het strand in de buitenwijk Guédiawaye in tweeën splijten.Beeld Aida Grovestins

Kapotgeslagen boot

In de stad Tivaouane Peulh, dertig kilometer boven Dakar, loopt Saliou Diouf druk bellend door zijn kantoortje. Hij is de oprichter van vereniging Boza Fii (‘Noodkreet van migranten’), die vermiste migranten documenteert. Er is net een bericht binnen gekomen dat er een in stukken gevallen pirogue op het strand in Guédiawaye, een buitenwijk van Dakar, is aangespoeld.

Volgens ooggetuigen raakten de migranten in paniek toen de Senegalese marine hen wilde stoppen. De eerste berichten zijn dat er drie mensen zijn verdronken. “Een van hen was een zwangere vrouw. Zo triest”, zegt Diouf. “Sinds clandestiene migratie als een delict wordt gezien, zie je vaker dit soort ernstige ongelukken dicht bij de kust.”

Saliou Diouf, die zelf een aantal jaar in Marokko heeft gewerkt in de hoop vanuit daar naar Spanje te kunnen komen, vertelt dat de Senegalese politie migranten die naar Mauritanië en Marokko willen reizen sinds kort tegenhoudt. De Europese Unie financiert sinds 2018 Senegalese grensposten en voorziet deze van de meest geavanceerde opsporingstechnologie. “De Europeanen zijn bezig om Afrikanen op te sluiten in hun eigen land”, aldus Diouf. “Zelfs rondreizen op ons eigen continent wordt bemoeilijkt.”

Frontex

Boza Fii is één van de organisaties in Senegal die protesten organiseert tegen de onderhandelingen tussen de Europese Unie en Senegal om Frontex – het Europees Grens- en kustwachtagentschap – toe te laten. Dit najaar heeft de Senegalese marine drones gekregen om migrantenboten op te sporen. De repressie is opgevoerd, terwijl de bevolking graag had gezien dat de Europese vislicenties waren opgeschort.

“Dan had de bevolking hier weer van de visserij kunnen leven. En hoeven wij de gevaarlijke overtocht niet te maken”, zegt Cheikh Ndour, uitkijkend over de nachtelijke oceaan. Ondanks zijn twijfel, ondanks zijn vier mislukte pogingen en ondanks alle gevaren denkt hij er niet aan te zullen ontkomen de overtocht toch nog een keer te moeten proberen.

Lees ook:

Grensdienst Frontex moet toezien op mensenrechten, maar ook weer niet

Frontex, de Europese grensdienst, hoeft illegaal teruggestuurde asielzoekers geen schadevergoeding te betalen. Dat besloot de Europese rechter in Luxemburg woensdag. De Nederlandse advocaat van een Koerdisch-Syrische familie vreest nu dat het EU-agentschap zich op het gebied van mensenrechten alles kan permitteren.