Direct naar artikelinhoud
Uitspraak Milieudefensie vs ShellVergroening

Het duurt nog wel even voordat oliegiganten als Shell, BP of Total écht groen zijn

Olieplatform Argos: zo groot als de Arc de Triomphe en zo hoog als het Vrijheidsbeeld.Beeld BP

De rechter oordeelde woensdag dat Shell sneller moet vergroenen. Wat waren Shells plannen? En vergroenen andere oliemaatschappijen sneller dan Shell?

Op de website van oliemaatschappij BP prijkt een enorm drijvend olieplatform. Het gevaarte heet Argos en is zo groot als de Arc de Triomphe en zo hoog als het Vrijheidsbeeld. Argos is gebouwd in Zuid-Korea en is onlangs naar Texas versleept. Die ‘epische’ reis (dixit BP) over 30.000 kilometer duurde ruim zestig dagen. Een schip van het Nederlandse Boskalis verzorgde het transport.

Argos gaat olie winnen in de Golf van Mexico. De kolos wordt aangesloten op veertien ondergrondse bronnen en zal dagelijks 140.000 vaten olie oppompen. Argos maakt deel van uit van een van BP’s grootste projecten: Mad Dog 2 heet het en BP heeft er ruim 10 miljard euro in geïnvesteerd.

Kapitale installaties, enorme projecten, grote investeringen: het is de olie-industrie ten voeten uit. Op die site is ook een prominente plek voor andere, kleinere projecten. Zoals een windmolenpark in de Schotse wateren en plannen om samen met cementfabrikant Cemex te werken aan verduurzaming van de cementproductie.

Geen broeikasgassen meer uitstoten

De toekomstplannen van de Britse maatschappij staan ook op de site: Reimagining Energy is sinds kort het motto en BP legt uit hoe het toewerkt naar een toekomst zonder uitstoot van CO2. In 2050 wil het concern netto geen broeikasgassen meer uitstoten. Diezelfde belofte hebben andere oliemaatschappijen, waaronder Shell, het Franse Total en het Noorse Equinor, ook gedaan.

Sterker nog: zij hebben zich als doel gesteld dat ook de uitstoot van de afnemers van hun producten naar nul moet. Een verstrekkend doel, want rond de 90 procent van de uitstoot die Shell-producten veroorzaken, komt voor rekening van die afnemers: automobilisten, vliegtuigmaatschappijen, energiecentrales en fabrieken. Maar het is ook een doel op de heel lange termijn: 2050 is nog een eind weg.

Oliemaatschappijen, althans sommige van hen, gaan vergroenen. Dat moeten ze ook. Om klimaatverandering tegen te gaan en de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad moet de uitstoot van broeikasgassen terug naar nul. Dat betekent dat de rol van fossiele brandstoffen (kolen, olie, gas), nu de belangrijkste bronnen van die uitstoot én tegelijkertijd goed voor 80 procent van de mondiale energievoorziening, op termijn raakt uitgespeeld. Dat betekent ook dat de olie- en gasmaatschappijen hun roer moeten omgooien. Nu leven ze nog van fossiele brandstoffen, op termijn moeten ze het hebben van alternatieven daarvoor.

Over tien jaar, meldde topman Bernard Looney vorig jaar, pompt BP 40 procent minder olie en gas op dan in 2019.Beeld BP

Een deel van BP’s olievelden gaat in de verkoop

Van de grote maatschappijen die flink met hun roer in de weer zijn, heeft BP tot nu de meest vergaande plannen bekendgemaakt. Over tien jaar, meldde topman Bernard Looney vorig jaar, pompt BP 40 procent minder olie en gas op dan in 2019. Een deel van zijn olievelden, waarschijnlijk de minst rendabele, gaat in de verkoop.

BP zal in 2030 ook veel minder benzine, diesel en kerosine maken dan nu. De investeringen in windenergie, zonne-energie, waterstof en biobrandstoffen gaan omhoog. In 2030 zal BP daar jaarlijks 5 miljard dollar in stoppen: tien keer zo veel als nu. Daarmee is niet gezegd dat olie en gas onbelangrijk worden. Ook in 2030 gaat het gros van de investeringen nog die kant op: 10 miljard dollar. Misschien dat een klein deel daarvan dan wordt besteed aan een opknapbeurt voor Argos. Het roer gaat dus om bij BP. Maar als de Nederlandse rechter woensdag de plannen van de Britse multinational had beoordeeld, had ook BP er nog een stevige slinger aan moeten geven. 

Wat voor BP geldt, geldt voor meer oliemaatschappijen: olie en gas blijven de komende tien jaar de kurken waarop zij drijven én de onderdelen waarin zij het meest investeren. Shell en Total breiden hun productie van vloeibaar gas (lng) de komende tien jaar zelfs flink uit. Beide bedrijven, nu de nummers 1 en 2 in vloeibaar gas in de wereld, zien lng als een milieuvriendelijk alternatief voor kolen – wat het ook is als er bij de productie geen lekkages optreden – en dus als een onderdeel van hun eigen vergroening én de vergroening van de wereld.

Olie wordt voor beide concerns wel minder belangrijk. Shells olieproductie loopt tot 2030 licht terug, jaarlijks met 1 of 2 procent:  af en toe zal er een veld de deur uit gaan, maar de meeste velden worden gewoon leeggepompt. Ook het belang van olieproducten als benzine, diesel en kerosine neemt af. Shell heeft in 2030 nog maar zes grote raffinaderijen; dat waren er tot voor kort veertien. Total verwacht dat de inkomsten uit brandstoffenverkoop dan bijna een derde lager zullen zijn dan nu. Bij Shell zal de productie van die brandstoffen meer dan gehalveerd zijn.

In 2030 een grote handelaar in stroom

Wind en zon zijn de voornaamste alternatieven voor olie en gas en het is niet vreemd dat BP, Total en Equinor (dat vroeger Statoil heette) investeren in grote wind- en zonneparken. Vooral Equinor heeft grote plannen op dat gebied: een vertienvoudiging van de groene-stroomproductie in ruim vijf jaar tijd en daarna nog eens een  verdubbeling of verdrievoudiging. Shell heeft die plannen, opvallend genoeg, niet. Bestuursvoorzitter Ben van Beurden en de zijnen verwachten weinig financieel heil van zulke grote projecten, al is Shell mogelijk wel bereid er een aantal te financieren. Shell zoekt het meer in het product van die wind- en zonneparken: het bedrijf zal, als het zijn plannen waarmaakt, in 2030 een grote handelaar in stroom zijn. Total en BP willen dat ook.

Een windpark voor de kust van Groot-Brittannië, waar ook BP in heeft geïnvesteerd.Beeld AFP

Waar investeren de maatschappijen nog meer in? In tal van dingen. In biobrandstoffen, gemaakt van plantenresten. In waterstof, een dure, nog weinig beproefde maar wel veelbelovende techniek. In de opvang en opslag van CO2: ook duur, ook weinig beproefd én omstreden omdat fossiele brandstoffen dan toch eerst zijn  gebruikt. Total investeert in batterijen, voor de opslag van energie. Shell en BP zijn dik in de laadpalen voor stekkerauto’s gestapt. Shell wil er in 2025 een half miljoen hebben staan. Shell heeft ook belangen in een hele serie kleine bedrijven die met vergroening van de energiesector bezig zijn. Shell heeft aangekondigd dat het in 2025 5 miljard dollar wil investeren in project die als vergroenend kan zien.  Nu is dat 2 à 3 miljard. 

Ondanks al die activiteiten staat één ding vast. De beperking van de CO2-uitstoot zal bij de genoemde concerns vooral na 2030 echt gestalte krijgen. Shell schat in dat zijn uitstoot per product in 2030 met 20 procent is verminderd, vergeleken met 2016. Te weinig, oordeelde de rechter woensdag. Shell moet zijn totale uitstoot in 2030 met 45 procent hebben verminderd, het percentage dat is vastgelegd in het Klimaatakkoord van Parijs. In Shells plannen zou dat percentage pas daarna worden gehaald: als de vraag naar olie hoogstwaarschijnlijk zal zijn afgenomen en technieken als waterstof en de opvang en opslag van CO2 ingang hebben gevonden. Het beeld bij Total en BP is niet veel anders.

Europese bedrijven lopen voorop

BP, Shell, Total, ze zouden van de Nederlandse rechter allemaal een reprimande hebben gekregen: een opdracht om meer werk te maken van hun verduurzaming. Toch, vergeleken bij veel andere oliemaatschappijen lopen deze Europese bedrijven voorop. Het Amerikaanse Chevron stopt geld in biobrandstoffen, neemt bij sommige projecten groene stroom af en beziet of het dat vaker kan doen. Exxon, met Shell de grootste westerse beursgenoteerde oliemaatschappij, zoekt het vooral in schoner en efficiënter produceren van olie, gas en brandstoffen. Ook studeert het op de opvang en opslag van CO2. Maar plannen om grootscheeps in alternatieve energiebronnen te stappen heeft het concern niet. Olie en gas zelf zijn er niet im Frage. 

Dat geldt ook voor Saudi Aramco, ’s werelds grootste oliefirma. Op zijn website is de meest prominente plek voor een beschouwing over de principes van de circulaire economie: over een zo schoon mogelijke olieproductie, over opvang, opslag en hergebruik van CO2 – in plastics bijvoorbeeld – en over aanleg en bescherming van mangrovebossen. Maar over alternatieve energiebronnen? Geen woord.

Lees ook:

Shell krijgt steun voor zijn milieuplan, maar voor een deel van de aandeelhouders gaat het niet snel genoeg

Shells aandeelhouders staan achter de milieuplannen van het concern. Maar de internationale adviesorganisatie IEA denkt al veel verder en stelt: wereld, stop met olie en gas.

Shell vergroent, maar pas echt na 2030

Olie en vooral gas blijven de kurken waarop Shell drijft. Op de lange termijn gaat dat veranderen.