Direct naar artikelinhoud

Oud-Katholieke Kerk beschermde daders seksueel misbruik: 'Er is bewust weggekeken'

Oud-Katholieke Kerk beschermde daders seksueel misbruik: 'Er is bewust weggekeken'
Beeld ANP XTRA

Omdat barmhartigheid en mededogen voor de dader hoger werd geacht dan het beschermen van slachtoffers, kon in de Oud-Katholieke Kerk van Nederland seksueel misbruik door geestelijken soms jarenlang doorgaan zonder dat er werd ingegrepen. 

In de afgelopen decennia hebben minstens zeven geestelijken uit het kleine, liberale kerkgenootschap zich schuldig gemaakt aan seksueel misbruik. Een onderzoekscommissie die vorig jaar door de kerk werd ingesteld, meldt dat dinsdag in haar eindrapport. De kerkleiding betuigt ‘diepe spijt’ en neemt een reeks aan maatregelen die nieuw misbruik moet voorkomen.

De meeste slachtoffers willen niet dat bekend wordt dat ze met de onderzoekscommissie hebben gesproken

De Oud-Katholieke Kerk van Nederland (OKKN) telt dertig parochies, waar in totaal zo’n vijfduizend gelovigen bij zijn aangesloten. Dat kleinschalige stond een adequate aanpak van het misbruik nogal eens in de weg, oordeelt de onderzoekscommissie. Veel kerkleden kennen elkaar, de kerk wordt als een familie beschouwd, de loyaliteit aan de kerk is groot. Dat weerhield slachtoffers er vaak van om een klacht bij de kerkleiding in te dienen. Ze vreesden dat hun naam 'in de kleine kerkgemeenschap bekend zou worden en afkeuring zou oproepen'. Om die reden willen de meeste slachtoffers ook niet dat bekend wordt dat ze met de onderzoekscommissie hebben gesproken.

Maar ook als er wél melding van misbruik werd gedaan, werd er niet of niet adequaat door de kerkleiding op gereageerd, stelt de commissie. Twee slachtoffers die aan de commissie vertelden in de jaren zeventig door een pastoor te zijn misbruikt, maakten indertijd melding van dat misbruik bij een van de bisschoppen. Die heeft niets met die meldingen gedaan: ‘Ofschoon er duidelijke aanwijzingen zijn dat de toenmalige kerkleiding van het misbruik op de hoogte is geweest, blijkt niet van enig optreden – of zelfs maar een serieus onderzoek – ten aanzien van deze geestelijke. […] Indien er wel maatregelen zijn genomen door de leiding (er is bijvoorbeeld wel sprake geweest van overplaatsingen), dan is dat niet duidelijk geweest voor de omgeving.’

Slachtoffer in de kou

De commissie oordeelt hard over die passieve houding van de kerkleiding: ‘Er is niet gebleken van een duidelijk beleid van krachtdadig optreden door kerkelijke functionarissen […]. En als het niet meer te ontkennen viel, werd vervolgens vaak toch nog gezocht naar mogelijkheden om de dader een nieuwe kans te geven terwijl het slachtoffer in de kou bleef staan: liever barmhartigheid dan sancties.’

Die houding, denkt de commissie, ‘zal het vertrouwen in het optreden van het kerkelijk gezag niet hebben versterkt, waardoor vervolgens minder geneigdheid tot melding bij het kerkelijk gezag zal zijn ontstaan. Deze vicieuze cirkel was waarschijnlijk niet bevorderlijk voor het vertrouwen bij de gelovigen dat het kerkelijk gezag stond voor de regels en mores binnen de OKKN. De commissie sluit niet uit dat dit tot op heden heeft doorgewerkt en (mede) oorzaak zou kunnen zijn van het feit dat er ook tijdens haar onderzoek weinig bereidheid bleek te bestaan om – anders dan anoniem – verklaringen over seksueel grensoverschrijdend gedrag af te geven.’

Hoeveel misbruikslachtoffers er in de OKKN zijn, is niet duidelijk. De commissie heeft met tien slachtoffers gesproken. Maar: ‘Dat zijn zeker niet alle slachtoffers die er zijn.’

We hebben pijn veroorzaakt en versterkt bij slachtoffers
Bisschop Dick Schoon van het bisdom Haarlem

De kerkleiding van de OKKN betuigde dinsdagmiddag – in de persoon van bisschop Dick Schoon van het bisdom Haarlem, tevens voorzitter van het Collegiaal Bestuur, het hoogste bestuursorgaan van de kerk – ‘diepe spijt’ over het misbruik. “Terwijl er op verschillende andere plekken in de samenleving berichten over seksueel misbruik naar buiten kwamen, hebben wij ons niet gerealiseerd dat ook wij stappen moesten zetten. Er is bewust weggekeken. Daardoor hebben we pijn veroorzaakt en versterkt bij slachtoffers. We hebben hen in de kou laten staan. Het vertrouwen in de kerk en haar leiding is geschaad.” De kerk, zegt Schoon, zal “alles doen wat in ons vermogen ligt om de kerk tot een veilige plaats te maken”.

Vertrouwenspersonen

Alle aanbevelingen van de commissie worden daarom overgenomen. Zo komt er in de opleiding van de kerk meer aandacht voor seksueel grensoverschrijdend gedrag; wordt de klachtenprocedure die de kerk in 2009 instelde verbeterd; worden er vertrouwenspersonen aangesteld en wordt het personeelsbeleid aangepast zodat alle informatie die over geestelijken bekend is op één plek te vinden is.

Komende zondag worden alle parochies over het rapport geïnformeerd, alle kerkleden wordt geadviseerd het rapport te lezen en in de komende weken worden gespreksavonden door het hele land gehouden. Schoon: “We willen de cultuur bestrijden die het misbruik in onze kerk negeerde of veronachtzaamde. De kerk wordt door de commissie geschetst als een hechte, democratische, familiaire, liberale gemeenschap. Dat is enerzijds een kracht, maar anderzijds lopen we daarmee ook risico’s, zoals nu zo duidelijk gebleken is. Dat moet veranderen.”

Als de kerk vindt dat ik moet wijken, dan accepteer ik dat
Aartsbisschop Joris Vercammen

Of het rapport gevolgen zal hebben voor de positie van Schoon en aartsbisschop Joris Vercammen – zij zijn samen de enige twee OKKN-bisschoppen – is nog onduidelijk. “Dat is aan de kerkleden”, verklaarden Vercammen en Schoon na de presentatie van het rapport. Anders dan in de rooms-katholieke kerk worden bisschoppen in de OKKN democratisch gekozen. “Als de kerk vindt dat ik moet wijken, dan accepteer ik dat”, zei Vercammen. Hij is sinds 2000 aartsbisschop van de OKKN, en daarmee de hoogste geestelijke.

Cambodja

De onderzoekscommissie werd ingesteld nadat in het voorjaar 2017 bekend werd dat in Cambodja de Nederlandse oud-katholieke priester Nico S. was opgepakt op verdenking van een zedenmisdrijf: hij zou kinderporno hebben vervaardigd. Die priester bleek zich al in 2001 schuldig te hebben gemaakt aan seksueel misbruik. Toen werkte hij nog niet voor de kerk: hij was in opleiding tot pastoor. Desalniettemin is er toen melding van het misbruik gemaakt bij de kerkleiding. Die besloot dat hij verder mocht gaan met zijn opleiding tot pastoor. 

De commissie: ‘Op grond van de bestudeerde stukken acht de commissie het zeer onwaarschijnlijk dat aan de bisschoppen toen een volledig beeld is gepresenteerd van hetgeen er aan de hand was geweest.’ In 2013 werd de man van het bisdom Utrecht overgeplaatst naar het luchthavenpastoraat dat onder het bisdom Haarlem valt. Dat laatste bisdom werd toen niet over het misbruikverleden van de pastoor geïnformeerd. 

Twee jaar later lichtte de pastoor zelf de bisschop van Haarlem in over zijn pedofiele geaardheid. Ondanks dat ging hij nog regelmatig bij als begeleider bij jongerenweekenden voor kinderen elf en twaalf jaar oud. De commissie: ‘Het lijkt erop dat in de kerk de barmhartigheid en het mededogen ten aanzien van de dader meer prioriteit hadden dan het beschermen van mogelijke slachtoffers.’

“Ik heb inmiddels veel gelezen over pedofilie en misbruik”, vertelde Vercammen. “Als ik in 2001 had geweten wat ik er nu over weet, dan was Nico S. nooit tot priester gewijd. Ik was naïef.”

Anders dan in de rooms-katholieke kerk hoeven geestelijken in de Oud-Katholieke Kerk (die in de achttiende eeuw ontstond na een breuk met Rome) geen celibatair leven te leiden. De OKKN schafte het celibaat in 1922 af. 

Lees meer over ons dossier over de nieuwe misbruikschandalen in de katholieke kerk.

Lees ook:

De katholieke kerk heeft al veel gedaan om nieuw misbruik te voorkomen

Het misbruik in de katholieke kerk vond meestal lang geleden plaats. Worden priesters nu beter opgeleid? En welke invloed hebben de misbruikschandalen op het geloof van katholieken?