Direct naar artikelinhoud

Er is geen draaiboek voor het verlaten van de EU

Een pro-Brexit-campagnewagen rijdt door het centrum van Londen.

Hoe gaat het nu verder, nadat de Britten ervoor hebben gekozen
om de EU te verlaten? Er zijn regels voor vertrek van een lidstaat uit de EU, maar daar hoort veel onzekerheid bij.

De EU breidde zich de afgelopen decennia alleen maar uit. Nu loopt er ineens een lidstaat weg. Een notoire dwarsligger weliswaar, maar ook een van de grootste economische steunpilaren.

Het verwerken van de psychologische klap zal de nodige tijd kosten. En dan? Hoe ga je na zo'n heftige scheiding verder?

Aanvankelijk was daar niets voor geregeld. EU-verdragen voorzagen simpelweg niet in het vertrek van een lidstaat. Dat veranderde in 2007. De EU-landen stelden toen het Verdrag van Lissabon op. Artikel 50 van dit verdrag beschrijft hoe een breuk met een lidstaat moet verlopen.

Groot-Brittannië is een notoire dwarsligger, maar ook een van de grootste economische steunpilaren

Op papier oogt het als een eenvoudige procedure. De premier van het ontevreden land, in dit geval David Cameron, dient zijn vertrekwens kenbaar te maken in een brief aan de voorzitter van de Europese Raad, Donald Tusk. De Europese Raad benoemt daarna een hoofdonderhandelaar en een onderhandelingsteam.

Die krijgen twee jaar om de details van de scheiding vast te leggen in een terugtredingsverdrag. De klus mag iets uitlopen, maar alleen als de EU-lidstaten daarmee instemmen. Vinden de lidstaten het welletjes, dan is het voorbij en komen alle oude samenwerkingsverdragen stipt twee jaar na de brief te vervallen.

Zeven jaar 'bal'
Twee jaar met eventueel wat uitloop lijkt lang, maar het zal krap worden om alles op tijd geregeld te krijgen. En zelfs als dat lukt, moeten de overige 27 lidstaten de nieuwe verdragen nog individueel ratificeren. Tusk heeft al gewaarschuwd dat die stap minstens vijf jaar zal kosten, en dat succes niet is gegarandeerd. Al met al wordt het na een Brexit zeven jaar 'bal', vreest Tusk.

De ontmanteling zal complex worden doordat de banden tussen de EU-lidstaten hecht zijn. Bovendien is er geen draaiboek; de Britten en de EU zullen nieuwe politieke keuzes moeten maken over de aard van de relatie, terwijl er aan beide zijden interne verdeeldheid heerst.

Tekst loopt door onder foto.

De ontmanteling zal complex worden doordat de banden tussen de EU-lidstaten hecht zijn
De Britse premier David Cameron, die liet weten tegen een Brexit te zijn.

Veel hangt af van de vraag waar de Britten zelf heen willen. Grofweg kunnen ze kiezen uit vijf modellen voor samenwerking met de EU (zie onderstaande kaders). Sommige bieden veel vrijheid, maar ook hoge uitvoerheffingen. Andere bieden minder vrijheid, maar wel onbelemmerde toegang tot de interne markt van de EU.

De Britten ruziën nog over de koers. De leider van de eurosceptische Ukip-partij, Nigel Farage, pleit voor het Noorse model, dat dicht tegen een EU-lidmaatschap aanhangt. Maar veel medestanders heeft hij niet. De Conservatieve oud-burgemeester van Londen, Boris Johnson, gelooft meer in het Canadese model. Dat vindt premier Cameron dan weer absurd. Hij noemt het Canadese 'droomscenario', met zogenaamd wel de lusten maar niet de lasten van de EU, volstrekt onrealistisch - de EU-lidstaten zijn immers gekke henkie niet.

Behalve de Britten zelf, diep verdeeld in hardcore-liberalen en socialere protectionisten, moeten ook de EU-lidstaten onderling nog uitvechten welke koers ze willen varen. Gunnen ze - ook al uit economisch eigenbelang - Groot-Brittannië na een Brexit zo gunstig mogelijke handelsvoorwaarden? Of willen ze het land straffen voor zijn afvalligheid, door een duur en afschrikwekkend voorbeeld te stellen voor andere EU-landen waar de roep om uittreding klinkt? Duitsland zou de milde lijn verkiezen, terwijl Frankrijk - met het grote eurosceptische Front National in huis - juist zou pleiten voor een harde toon.

Willen de EU-lidstaten ze Groot-Brittannië straffen voor zijn afvalligheid, door een duur en afschrikwekkend voorbeeld te stellen voor andere EU-landen waar de roep om uittreding klinkt?

Onzekerheid
Geen mens weet op voorhand waar het op uitdraait. Dat is hét probleem van het Brexit-debat: de onzekerheid. Het staat niet eens vast dat een Brexit-uitslag daadwerkelijk tot een Brexit zal leiden. Mochten de onderhandelingen voor de Britten tegenvallen, mochten Schotland en Wales zich van Groot-Brittannië dreigen af te splitsen omdat zij wél bij de EU willen blijven, of mocht de EU door interne hervormingen dichter naar de Britten toegroeien, dan kan de slotsom ook zijn dat het toch beter is om bij elkaar te blijven.

Zelfs als de Britten het continent uiteindelijk uitwuiven, hoeft de breuk niet definitief te zijn. Het genoemde artikel 50 uit het Verdrag van Lissabon houdt expliciet rekening met spijtoptanten. Als een teruggetreden land opnieuw lid wil worden, dan kan dat. In dat geval moet die staat zich wel netjes houden aan alle EU-verdragen en -regels. En die bereidheid is bij de Britten voorlopig mijlenver te zoeken.

Het staat niet vast dat een Brexit-uitslag daadwerkelijk tot een Brexit zal leiden
Er is geen draaiboek voor het verlaten van de EU

Alleen Groenland heeft ooit de EU verlaten
Een Brexit zou een unicum zijn, want nooit tevoren heeft een lidstaat de Europese Unie verlaten. Wel is ooit een gedeelte van een land eruit gestapt: Groenland, een autonoom deel van Denemarken, stemde in 1982 per referendum voor een vertrek uit de EU. De Groenlanders waren ontevreden met de strenge Europese visserijquota.

Uiteindelijk stemde een krappe meerderheid vóór uittreding. Na drie jaar van zware onderhandelingen met Denemarken en de EU was de breuk in 1985 een feit. Het bracht de toenmalige voorzitter van de Europese Commissie, Jacques Delors, tot de verzuchting dat de EU in één klap 60 procent van haar territorium was kwijtgeraakt. De Britse economie is veel groter dan de Groenlandse, en het EU-lidmaatschap is een stuk veelomvattender geworden. De onderhandelingstermijn van drie jaar kan na een Brexit daarom te optimistisch blijken.

Langdurige gesprekken, alsnog de lasten
Het Zwitserse model
De Britten kunnen kiezen voor het model van Zwitserland. Dat land zit niet in de EU, stemde ook tegen lidmaatschap van de Europese Economische Ruimte, maar doet wel mee met de Europese Vrijhandelsassociatie (EFTA). Het heeft daardoor niet automatisch toegang tot de Europese interne markt, maar dankzij bilaterale akkoorden met de EU komt het toch een heel eind.

Voor de handel in goederen heeft Zwitserland uitgebreide overeenkomsten afgesloten, net als voor onderzoek, onderwijs en grenscontroles. Het voordeel van dit model, vanuit Brits perspectief, is dat de Zwitsers niet alle EU-regels hoeven over te nemen (wat ze in de praktijk vaak toch doen). Het nadeel is dat het huidige afsprakenpakket jaren van onderhandeling kostte en dat er voortdurend actualiseringen nodig zijn. De EU staat niet te springen om straks met nog een solistisch land zulke langdurige gesprekken te moeten voeren.

Bovendien hebben de Zwitsers alsnog veel moeten slikken, zoals het vrije personenverkeer. Dit verkeer leidt tot veel arbeidsimmigratie vanuit EU-landen naar Zwitserland. Daarom stemden de Zwitsers het twee jaar geleden in een referendum weg, maar tot dusver is er met die uitslag niets gebeurd, de EU zou er een te hoog wisselgeld voor vragen. Ook het Zwitserse model belooft dus niet de totale zelfbeschikking waar de Britten zo naar snakken.

De Zwitsers hebben alsnog veel moeten slikken
Er is geen draaiboek voor het verlaten van de EU

Te mooi om waar te zijn?
Het Canadese model
Canada sloot twee jaar geleden een deal met de EU die vrijwel alle handelsbelemmeringen wegneemt. Het bevat ook afspraken over kwesties als patenten, handelsconflicten en milieu. Maar anders dan binnen de EU of de Europese Economische Ruimte hoeft Canada geen financiële bijdrage aan Brussel te betalen. Er zit ook geen vrij personenverkeer in de deal.

Precies wat de Britten willen, meent de Conservatieve oud-burgemeester van Londen, Boris Johnson, die pleit voor dit Canadese model. Hij vertelt er niet bij dat het vijf jaar kostte voordat de afspraken in 2014 op papier stonden, en dat ze door allerlei onduidelijkheden twee jaar later nog steeds niet van kracht zijn. Volgens critici kunnen de Britten zich niet zo'n lange periode van onzekerheid veroorloven. Premier David Cameron noemt de Canadese optie sowieso 'te mooi om waar te zijn', omdat de EU nooit zal toestaan dat de Britten na een Brexit voor een dubbeltje op de eerste rij komen te zitten.

Premier David Cameron noemt de Canadese optie sowieso 'te mooi om waar te zijn'
Er is geen draaiboek voor het verlaten van de EU

Duurder, en ook nog eens geen invloed
Het Noorse model
Na een Brexit kan Groot-Brittannië toetreden tot de Europese Economische Ruimte en de Europese Vrijhandelsassociatie (EFTA). Zo houdt het land vrije toegang tot de Europese interne markt. Dit wordt wel het Noorse model genoemd, omdat Noorwegen het volgt, overigens net als IJsland en Liechtenstein. Nigel Farage, leider van de Britse eurosceptische Ukip-partij, ziet dit model als zijn ideaal.

Een groot nadeel is evenwel dat het een enorme extra papierwinkel oplevert bij het exporteren van goederen. Het kost ook geld: de Noren betalen in ruil voor de samenwerking een bijdrage aan de EU, die per hoofd van de bevolking iets hoger ligt dan wat de Britten momenteel aan de EU kwijt zijn. Verder moeten landen binnen de Europese Economische Ruimte alsnog de meeste EU-regels en kwaliteitsstandaarden overnemen.

Dat geldt niet alleen voor de financiële dienstverlening, werknemersrechten (de arbeidstijdenrichtlijn), vrij verkeer van personen en klimaatbeleid, maar ook voor de grootte van eieren die naar een EU-land worden geëxporteerd. Volgens denktank Open Europe zouden 93 van de 100 duurste EU-regels in Groot-Brittannië in het Noorse model blijven bestaan, terwijl de Britten er geen politieke invloed meer op kunnen uitoefenen. Op het gebied van landbouw, visserij, transport en energie zouden ze wel wat vrijheid winnen. Maar praktisch zouden ze toch vooral het ene 'Brusselse juk' inruilen voor het andere.

Het Noorse model kost geld: de Noren betalen in ruil voor de samenwerking een bijdrage aan de EU
Er is geen draaiboek voor het verlaten van de EU

Vrije markt voor goederen, niet voor diensten
Het Turkse model
De Britten kunnen ook kiezen voor een douane-unie met de EU, naar het voorbeeld van Turkije. Ze zouden dan goederen naar de EU kunnen exporteren zonder invoerrechten of andere beperkingen. In ruil voor die toegang tot de vrije markt in goederen (niet in diensten) zou Groot-Brittannië zich dan nog steeds moeten voegen naar veel EU-regels.

Diverse sectoren, zoals de financiële dienstverlening, zouden bovendien van de douane-unie zijn uitgesloten. Een douane-unie wordt wel gezien als een tussenvorm van economische integratie, verder strekkend dan een vrijhandelszone maar minder hecht dan een gemeenschappelijke markt.

Bij het Turkse model zou Groot-Brittannië zich nog steeds moeten voegen naar veel EU-regels
Er is geen draaiboek voor het verlaten van de EU

Vrijheid tegen de hoogste prijs
Het Chinese model
Als alle andere opties mislukken, of als de Britten er zelf voor kiezen, kunnen ze terugvallen op hun lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie WTO. De WTO werkt met algemene afspraken die de handel tussen de leden bevorderen. Een voorbeeld van een land dat met de EU handel drijft op basis van de WTO, is China. Dat land sloot zich in 2001 bij de WTO aan. Je zou daarom kunnen spreken van het 'Chinese model'.

Als de Britten dit voorbeeld volgen, zouden ze volledige autonomie krijgen over hun handelsbeleid. Er zouden geen onderhandelingen met de EU meer nodig zijn over nieuwe verdragen. Maar de Britten zouden hun toegang tot de Europese vrije markt kwijtraken. Dit betekent dat ze hoge uitvoerrechten moeten betalen, vooral voor voedsel. Het is dus weliswaar een vrije optie, maar ook veruit de duurste.

Het Chinese model is weliswaar een vrije optie, maar ook veruit de duurste
Er is geen draaiboek voor het verlaten van de EU