Direct naar artikelinhoud

Deze nieuwe denkers staan midden in de maatschappij

Bert van den BerghBeeld -

Kunnen filosofen helpen bij maatschappelijke problemen als depressie, kindersterfte en religiefobie? Drie nieuwe promovendi bewijzen van wel. 

Bert van den Bergh (60) is docent aan de Haagse Hogeschool en medebeheerder van het interdisciplinaire netwerk Social Pathologies of Contemporary Civilisation. In januari verschijnt zijn proefschrift als boek voor een groter publiek onder de titel ‘De schaduw van de zwarte hond’.

Welk probleem vraagt om verheldering?

“Depressie. Dat is een wereldwijd probleem. De Wereldgezondheidsorganisatie noemt het zelfs de belangrijkste oorzaak van disfunctioneren. Mannen, vrouwen, jong, oud, iedereen wordt erdoor getroffen. Er wordt daarom ook beleid voor gemaakt, alleen is de wetenschap het grondig oneens over de vraag wat depressie eigenlijk is. We jagen dus eigenlijk op een spook.”

En de filosoof weet wel wat depressie is?

“Als filosoof kijk je niet alleen naar een medisch probleem, je kunt je ook afvragen: hoe ervaren mensen zelf depressie? Wat is het hart van die ervaring? En dat is niet extreme somberheid, zoals vaak wordt gedacht. Het is eerder een existentieel isolement. Je zit in een glazen stolp: je hebt vrienden, kennissen, werk, maar het gaat je allemaal niet meer aan. De wereld resoneert niet meer, ze geeft geen antwoord. Depressie is dus geen stemmingsstoornis, maar een afstemmingsstoornis. In mijn proefschrift laat ik zien dat afstemming in deze neoliberale samenleving ook helemaal niet gewenst is. Je moet autonoom zijn en flexibel en voortdurend concurreren met anderen. Denk aan al die talentenshows op tv. Wat is daarvan de boodschap? Wees een winnaar. Ga gezellig om met je medekandidaten maar zorg wel dat ze verdwijnen.”

Welke filosoof heeft u geïnspireerd?

“De term resonantie speelt een cen­trale rol bij de Duitse socioloog en filosoof Hartmunt Rosa. Volgens hem beantwoorden we het gevoel van vervreemding vaak met de roep om meer autonomie: Breek los uit die relatie of uit dat werk dat je niets meer zegt. Maar volgens Rosa moeten we vervreemding niet bestrijden met meer autonomie, maar juist met meer ruimte voor resonantie, met de ervaring op heel elementaire wijze verbonden te zijn met anderen en met de wereld. In onze samenleving nemen we daar geen tijd meer voor.”

Wat betekent dat in de praktijk?

“Depressie wordt vaak bestreden met antidepressiva of cognitieve gedrags­therapie, maar de afstemming tussen psychiater en patiënt, daar is geen ruimte meer voor. Dat is symptomatisch voor deze tijd: het gevoel dat je met elkaar verbonden bent, raakt verstoord. Terwijl we naar die afstemming juist verlangen. Ik ben het met Rosa eens dat we op zoek moeten naar mogelijkheden tot resonantie. Dat kan overal: in vriendschap, via muziek, in de natuur, via je werk. Maar we moeten op zoek, want we lijden massaal aan resonantiearmoede. En dat is ongezond.”

Hafez Ismaili M’hamdiBeeld -

Hafez Ismaili M’hamdi (37) was tot zijn promotieonderzoek jazzgitarist én filosoof. Hij doceerde onder meer muziekfilosofie aan de Universiteit Leiden. Na zijn promotie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, wordt hij daar onderwijscoördinator medische ethiek.

Welk probleem trok uw aandacht?

“De kindersterfte in Nederland. Die is hoog, vergeleken met andere Europese landen. En dat óndanks het feit dat we in Nederland goede zorg hebben. In Rotterdam staat het beste kinderziekenhuis van Nederland, en een paar buurten verderop zijn kindersterfte-cijfers vergelijkbaar met die in Albanië. De zorg ís er dus, maar lang niet iedereen maakt er gebruik van. Is dat de schuld van de ouders? Moeten zorgverleners pro-actiever worden? Of moet de overheid ander beleid gaan voeren? Met andere woorden: wie is verantwoordelijk?”

Wat hebt u ontdekt?

“Vooral arme mensen zijn slecht in staat aanwezige zorg om te zetten in gezonde kinderen. Ze worden geremd door wat wel adapted preferences heet: kansarme mensen stellen hun ambities bij om frustraties te voorkomen.

“Ik heb vrouwen gesproken die drie keer uit huis geplaatst zijn. Ze roken, ze drinken en ze hebben geen partner. Om dan te vragen: stop met roken, stop met drinken, ga bewegen en slik foliumzuur: dat is niet haalbaar. Zulke vrouwen stellen hun ambities bij, zodat ze niet elke keer dat ze in de spiegel kijken denken: nou heb ik toch weer gerookt. Hun ambities liggen lager dan die van een quinoa-etende moeder in het Gooi die drie keer per week sport en aan mindfulness doet.”

Welke filosoof heeft u geïnspireerd?

“De term adapted preferences komt onder andere van de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum. Samen met de econoom Amartya Sen ontwikkelde zij het idee van de capability approach. Als je een rechtvaardige samenleving wilt, moet je kijken of mensen de beschikbare middelen kunnen omzetten in welzijn. Dat is iets anders dan zeggen: er moet meer geld naartoe.”

Wat is uw conclusie?

“Allereerst natuurlijk: investeer in goede voorlichting voor toekomstige ouders en begin daar vroeg mee. Maar pas op, daarmee verander je nog niets aan het mechanisme dat sommige vrouwen hun ambities naar beneden toe bijstellen.

“Je zult ook iets moeten met de armoede. De effecten daarvan zie je terug in de zwangerschapscijfers. En dan kan de politiek wel zeggen: het is de verantwoordelijkheid van de ouders. Nee zij passen hun ambities aan. Dus als we alleen hén aanspreken gaan we niet verder komen.”

Anna BlijdensteinBeeld -

Anna Blijdenstein (34) studeerde politieke wetenschappen en wetenschapsfilosofie in Amsterdam. Ze doceert aan de opleiding Politics, Psychology, Law & Economics in dezelfde stad. Ook geeft ze sinds 2013 op middelbare scholen les in seksuele en genderidentiteit. Komende lente verschijnt haar proefschrift in boekvorm.

Wat is het probleem?

“Nederlanders beseffen niet dat hun visie op religie historisch bepaald is. Ze zien religie vaak als een individueel systeem van overtuigingen dat je vertelt hoe je moet leven. Maar dat is een heel protestante visie. Voor veel mensen bestaat religie vooral uit het uitvoeren van rituelen of is het een manier om samen te leven met anderen. Onbegrip daarover beïnvloedt de meningen over religie en geloof.”

Wat hebt u precies ontdekt?

“Bij het bestuderen van Verlichtingsdenkers zoals Immanuel Kant ontdekte ik dat protestante ideeën in de achttiende eeuw gemeengoed werden. Tegelijk zie je dat Verlichtingsdenkers sommige aspecten van religie gevaarlijk vinden en die projecteren op joden en in mindere mate op moslims. Joden zouden zich opsluiten in hun wereldje, ze zouden fanatieker zijn en minder spiritueel.

“Christenen daarentegen zouden een universele moraal aanhangen. De meeste denkers beseften wel dat christendom ook wortelt in het Midden-Oosten, maar toch probeerden ze een christelijk-Europese beschaving los te koppelen van de Oriënt, waar alle problematische aspecten van religie gesitueerd worden.”

Welke filosoof heeft u geïnspireerd... of juist teleurgesteld?

“Ik wist wel dat iemand als Kant racistische ideeën had, maar dat zag ik als een historische rariteit die je los kunt koppelen van zijn filosofie. Maar als je ziet hoe vaak hij het jodendom gebruikt om zijn idealen tegen af te zetten, stap je daar minder makkelijk overheen.”

Wat leren we daarvan?

“Je zou kritischer moeten kijken naar de manier waarop religie gepolitiseerd wordt. Bijvoorbeeld in discussies over Nederlandse identiteit. Het idee dat Nederland joods-christelijke waarden aanhangt, klopt niet. Joden zijn meestal juist vrij resoluut buiten de beschaving gehouden.

“En wat islam en veiligheid betreft: gezien de dreiging van terrorisme is het logisch dat daarover wordt gepraat. Maar ik denk wel dat de historische erfenis ín het praten daarover heel makkelijk de kop op kan steken.”

Heeft u nog een leestip?

“Wat je écht moet lezen is de kritiek op Kant van Moses Mendelssohn, ook een Verlichtingsdenker, in boek ‘Jeruzalem’. Echt een prachtig boek dat voor een radicaler pluralisme pleit. En nog mooi geschreven ook.”

Nieuwe filosofen, nieuwe ideeën

Jaarlijks promoveren circa twintig filosofen op de meest uiteenlopende thema's. Wat vinden ze zo boeiend aan hun onderwerp? En wat zijn de belangrijkste uitkomsten van hun onderzoek? De site theyoungphilosophers.org brengt jaarlijks zes kersverse doctoren in de filosofie onder de aandacht. De site richt zich op de geïnteresseerde leek.
De nieuwe promovendi schrijven niet alleen, ze treden ook op voor een groter publiek. Dat gebeurt komend weekend tijdens het Brainwash-festival in Amsterdam. Anna Blijdenstein, Hafez Ismaili M’hamdi en Bert van den Berg geven een ‘pitch’ tijdens de programma’s ‘Jong en geleerd’.  Het Brainwashfestival (van 20 -27 oktober) introduceert nieuwe denkers, maar trekt ook bekende filosofen uit binnen- en buitenland, zoals René ten Bos, Julian Baggini, Beate Rössler en Wolfram Eilenberger en Paul Mason. 

Lees ook: 

‘We denken allen dat we autonoom zijn, maar er lijkt altijd iets in de weg te zitten’

Je eigen leven leiden, dat willen we allemaal. Weg met alles dat ons in de weg staat! Maar volgens filosofe Beate Rössler berust die macho-opvatting over autonomie op een groot misverstand. ‘Autonomie vindt altijd plaats binnen relaties.’

Een eeuw geleden hadden we Wittgenstein en Heidegger, waar zijn de genieën van nu?

Globalisering, technologische revoluties en de bijbehorende onzekerheid. Dat was er in de jaren twintig ook. Hoe reageerden de grote filosofen? Wat valt daarvan te leren? Wolfram Eilenberger schreef er een boek over.

Witte mensen zijn niet de vijand, zegt schrijver Babah Tarawally

Blijf vooral in gesprek met elkaar, luidt het advies van schrijver Babah Tarawally. Als vluchteling uit Sierra Leone weet hij hoe belangrijk het is om naar de ervaringen van anderen te luisteren.