Direct naar artikelinhoud
theologisch elftal

Waarom we ongeneeslijk religieus blijven

Waarom we ongeneeslijk religieus blijven
Beeld ANP XTRA

‘God is terug’ is het thema van de Nacht van de Theologie. Hoezo is God terug? Wat merk je daar dan van?

Klopt het dat er hernieuwde interesse voor religie en geloof is? Is er inderdaad een nieuwe openheid voor God, die een eerdere generatie massaal afschreef? Of is het vooral wishful thinking van theologen?

“Ja, en is God ooit weggeweest? Of konden wij de taal en de vorm om over die God te spreken een tijd lang niet vinden?” vraagt Claartje Kruijff (gastspeler in het Theologisch Elftal) nog maar even door – tot aan de Nacht van de Theologie op 27 oktober is ze Theoloog des Vaderlands. “Maar ik neem aan dat ze met dat thema inderdaad doelen op een nieuwe openheid voor en nieuwsgierigheid naar het christelijke geloof, zoals Yvonne Zonderop bijvoorbeeld beschreef in haar boekje ‘Ongelofelijk’.

“Laatst schreef journalist Fokke Obbema een aangrijpend stuk in de Volkskrant over de zingevingsvragen die bij hem loskwamen na een hartstilstand. Er werd massaal op gereageerd en er is nu een serie gaande in die krant over de zin van het leven. Was dat tien of twintig jaar geleden denkbaar geweest? Volgens mij niet.

Mensen staan vaak echt met lege handen op kwetsbare levensmomenten

“Lang durfde ik de vraag ‘geloof je in God?’ niet zo snel te stellen aan mensen, maar ik heb gemerkt dat je daar prima gesprekken van krijgt. Ik hoor dan een interessante mix van verrassend traditionele godsbeelden tot inspiratie uit oosterse religies. Behoorlijk eclectisch. Het aardige is dat dat in de kerk niet eens zo heel anders is. Sterker nog: soms denk ik dat er buiten de kerk nog meer en traditioneler geloofd wordt dan binnen de kerk. Mensen blijven gewoon bidden en richten zich verbazend vaak tot een persoonlijke God. Maar zowel binnen als buiten de kerk is het geloof gefragmenteerd.”

Alain VerheijBeeld Maartje Geels

“Ik spreek regelmatig voor oudere, grijze gezelschappen”, zegt Alain Verheij, schrijver en blogger, “en dan zeg ik soms: ‘Uw kinderen groeiden op buiten de kerk. Hun kinderen zijn nu mijn klanten’. Inderdaad, de generatie die vaak om goede redenen stampvoetend de kerk verliet is aan het verdwijnen. Jonge mensen staan onbevangener tegenover God en het geloof. Geloven, dat is net – als platenspelers en kamerplanten - vintage, old school, een beetje ambachtelijk en interessant. Maar misschien ook een beetje oubollig, zo van ‘oma die uit de Bijbel voorlas’. En met het instituut kerk kunnen mensen slecht uit de voeten.

“Voor een deel heeft de terugkeer van God ook te maken met een groeiend besef dat de Amsterdamse grachtengordel niet de maat van de dingen is. Religie in Nederland wordt mede bepaald door de immigratie van christenen en moslims. Op andere continenten dan het onze is het geloof booming. Overal ter wereld is religie en politiek totaal vermengd. En ook wij, westerse mensen, blijken ongeneeslijk religieus. Dus of je het leuk vindt of niet: we gaan over vijftig jaar geen brave new world van het atheïsme krijgen.”

Existentiële thema's 

Wat betekent die nieuwe openheid voor religie voor theologen? Kruijff: “Ik denk dat het heel lastig is om nog iets van gezamenlijkheid te vinden rond existentiële thema’s. In het zoeken naar balans, naar geluk en betekenis zijn we nogal eenzaam en gefragmenteerd geraakt. We verlangen naar verbondenheid en wederzijdse herkenning, maar weten niet zo goed meer hoe dat moet. We zijn het verleerd om over de diepere vragen van het leven contact te maken.

“Wat ook meespeelt is dat we geen gezamenlijk existentieel kader meer hebben, geen gedeelde taal voor metafysica. Op z’n minst is het de taak van theologen om dat verlangen meer te gaan duiden. Mensen staan vaak echt met lege handen op kwetsbare levensmomenten. Bij groot geluk of juist wanneer het leven tegenzit. Vanuit rijke, eeuwenoude en beproefde tradities kunnen theologen helpen articuleren waar dit over zou kunnen gaan. Ik kom het steeds vaker tegen dat mensen van een psycholoog naar mij doorgestuurd worden. Ze zitten met gezonde existentiële vragen maar zijn niet ziek.

“Het is tijd om levensvragen weer robuuster theologisch te duiden. Dus ik herken een behoefte aan meer richting bij zinvragen. Maar ik ben huiverig om de antwoorden dicht te timmeren. Ik wil horen hoe het echt zit en het niet te gauw invullen voor de ander. Ik zie hier dan ook een goede rol voor de kerken: je komt in een ruimte waarin jij echt welkom bent, waar jouw existentiële noden gehoord worden en waar je elkaar ontmoet rondom iets dat groter is dan jijzelf.”

Verheij: “Twintig jaar geleden moest je je als theoloog zoveel mogelijk vermommen als niet-theoloog om überhaupt serieus te worden genomen. Dat hoeft nu niet meer. Ik veroorloof mij als jong theoloog dan ook maar de bravoure om te denken dat een verhaal dat al tweeduizend jaar gewerkt heeft en dat elders overal in de wereld serieus wordt genomen, ook hier en nu interessant en relevant voor mensen kan zijn. Ik verdoezel niets, maar begin gewoon bijbelverhalen te vertellen. En natuurlijk zegt het iets over onze tijd dat een seculiere uitgever mij uitnodigde om dat in boekvorm te doen. “Je kunt dus met minder omzichtigheid te werk gaan.

“De spanning tussen de wereld binnen en buiten de kerk is deels weggevallen. De breuklijnen in onze samenleving lopen volstrekt niet langs de lijn tussen ‘christen’ en ‘atheïst’. Niet-gelovige twitteraars die mij volgen zitten ’s zondags zomaar bij me in de kerk en nemen gewoon deel aan het avondmaal. Ze blijven niet afwachtend op de achterste rij zitten, maar willen er met huid en haar in. Maar verwacht ze volgende week niet terug.” 

In het Theologisch elftal reflecteren twee godgeleerden op de actualiteit.