Direct naar artikelinhoud

In onze steden rukt de apartheid op, niet van kleur maar van klasse en afkomst

Lex Oomkes.Beeld Maartje Geels

Politiek leeft. Meer dan ooit. De opkomstpercentages bij verkiezingen vertonen weliswaar geen spectaculaire stijging, maar uit veel andere indicatoren valt desondanks af te lezen dat de vormgeving van hun omgeving en de voorwaarden waaronder iemand zijn leven kan leven, mensen bezighouden.

De laagdrempeligheid in de Nederlandse politiek was daarbij lange tijd een zegen. Wil je een partij beginnen en met een kandidatenlijst meedoen aan verkiezingen dan is er weinig dat je tegenhoudt. Lokaal, in gemeente, waterschap of provincie, maar ook landelijk.

Elke wijk dreigt zijn eigen partij te krijgen, die dat specifieke belang wil verwoorden

Die sympathieke trek in het Nederlandse stelsel wordt meer en meer een enorm nadeel. Het is natuurlijk ontzettend leuk dat ome Jan zich al jaren boos maakt over 'die daar op het stadhuis' en dan de consequenties uit zijn gemopper trekt, maar wat nu als ome Jan van plan is in de gemeenteraad slechts de belangen van de Koningin Julianalaan te dienen en dat voor het overige de problemen in de gemeente hem een zorg zullen zijn? En wat nu als niet alleen ome Jan de stoute schoenen aantrekt, maar tante Sjaan van de Churchillaan voor haar buren hele andere belangen ziet?

Grieven

Volkskrant-columnist René Cuperus verwoordde het van de week mooi in zijn krant. Elke wijk dreigt zijn eigen partij te krijgen, die dat specifieke belang wil verwoorden, dan wel politiek wil bedrijven vanuit de grieven van die specifieke wijk. Denk de grootste in Amsterdam Osdorp, Sylvana Simons en Bij1 vertegenwoordigen de Bijlmer, de PVV, zo Wilders de gok al zou aandurven en mee zou doen aan de raadsverkiezingen in de hoofdstad, monopoliseert Amsterdam-Noord en D66, GroenLinks en de VVD bedienen de grachtengordel.

Alsof er een identiteitspolitieke bom ontploft, stelt Cuperus. Migrantenpartijen tegenover de partijen van de boze autochtoon. De partijen van de optimistische kosmopolieten tegenover de partijen van hen die het liefst terug gaan in de tijd. Allemaal een eigen lijst op 21 maart, maar of gemeenten uiteindelijk met vertegenwoordigers van al die deelbelangen ooit nog beleid kunnen maken is de vraag.

In de Nederlandse steden ontstaat langzamerhand een milde vorm van apartheid. Mild in die zin dat de apartheid zich niet uit in aparte of andere rechten voor de ene bevolkingsgroep tegenover de andere, maar wel dat groepen volledig langs elkaar heen leven. Anders dan in Zuid-Afrika onder de apartheid mogen mensen uit verschillende bevolkingsgroepen wel tegelijk op dezelfde bank in het park zitten, maar tot een gesprek zal het vrijwel zeker niet komen.

Identiteit-gedreven

De tijd van grote volkspartijen, die belangen met elkaar verzoenden en bevolkingsgroepen onder één politiek dak brachten, is vooralsnog voorbij. Als ware het een antwoord op Van Haersma Buma's pleidooi de Nederlandse identiteit te koesteren ontstaan nu meer en meer identiteit-gedreven partijen, zonder dat er een begin van een gezamenlijk idee is.

Zeker in de grote steden is de lokale partij een identiteitspartij

Zeker in de grote steden is de lokale partij een identiteitspartij. Naarmate een gemeente kleiner is, zal de kans daarop ook afnemen. Maar met al die fusies tussen gemeenten kan er desondanks ook identiteitspolitiek gaan ontstaan. Groepen kiezers in de ene tot een fusie toegetreden oude gemeente die zich achtergesteld gaan voelen ten opzichte van de andere oude gemeente, waar nota bene ook nog eens het gemeentehuis van de gefuseerde gemeente is neergezet. Schande!

Prima die laagdrempelige Nederlandse politiek, maar hoelang kunnen we daar nog mee doorgaan?

Eerdere bijdragen van Lex Oomkes vindt u hier.