Direct naar artikelinhoud

Masterplan nodig voor twintig tot zestig keer meer windmolens op zee

Windturbines in het offshore windpark Egmond aan Zee (OWEZ), het eerste grote windpark dat in de Noordzee voor de Nederlandse kust is gebouwd.Beeld ANP XTRA

Ruimte in de Noordzee wordt uiterst schaars. Zeker nu er steeds meer grote windparken zullen verschijnen, voor massale productie van duurzame energie in 2050. De Nederlandse overheid moet daar nu al een werkplan voor maken, zegt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in het rapport ‘de toekomst van de Noordzee’. 

Gebeurt dat niet, dan gaat het botsen tussen windenergie, scheepvaart, natuurbelangen en visserij. Er is een masterplan nodig, in overleg met andere landen die druk zijn in en onder zee.

De Noordzee volgens één van de 'middelste' scenario's van het Planbureau voor de Leefomgeving. In het geel de windmolens, in het groen natuurgebieden. De paarse vierkanten zijn voor militaire oefeningen.Beeld Planbureau voor de Leefomgeving

Nederland heeft op zee nu nog maar vijf windparken in de Noordzee, relatief klein nog. De komende jaren komen daar vijf grote windparken bij. Te beginnen uit de kust bij Zeeland, daarna bij Zuid- en Noord-Holland. Ook boven de Wadden, waar sinds afgelopen jaar het grootste turbinepark van Nederland staat (Gemini) staat, moeten nieuwe grote molens komen. En dan is pas het begin. Het kabinet verwacht dat windmolens in zee een hoofdrol gaan spelen voor Nederlandse schone energie. Wat meespeelt: de molens op zee zijn steeds goedkoper, het waait er harder, ze kunnen bijna zonder subsidie. En zijn nauwelijks omstreden, zoals windturbines op land.

Door slim te plannen, kunnen de windparken zelfs een bijdrage leveren aan natuurherstel onder water
Stichting Natuur & Milieu steunt

Natuurschade voorkomen

Tot 2030 is er voldoende ruimte om nieuwe turbines in zee te plaatsen, zegt het PBL. Over de opschaling daarna, richting een CO2-vrij Nederland in 2050, moet de overheid ook nadenken. Elk windpark brengt opgewekte stroom met kabels naar het vasteland. Zonder juiste planning kan het een rommeltje worden, waarschuwt het PBL. De stichting Natuur & Milieu steunt het advies. “Door slim te plannen, kan natuurschade zoveel mogelijk worden voorkomen en kunnen de windparken zelfs een bijdrage leveren aan natuurherstel onder water.” Eerdere studies wezen uit dat zeedieren en -planten soms goed gedijen rondom windmolenpalen. Wel is heiwerk verstorend.

In 2050 staan er naar schatting twintig tot zestig keer zoveel windmolens in de Noordzee als nu. Hun ruimtebeslag neemt toe. Nieuwe molens worden hoger en breder, zodat ze per stuk meer energie kunnen produceren. Ondertussen moet kwetsbare natuur beschermd blijven. De olie- en gassector is ook nog bezig met energiewinning en -transport. En sommige bedrijven willen grootschalig wier gaan kweken in zee, voor voeding of brandstof. Vissers en schepen willen ook vaarroutes behouden. In de zeebodem gebeurt naar verwachting ook steeds meer. Het wegpompen van broeikasgas (CO2) in lege holtes bijvoorbeeld. Na 2030 kan dat een grote techniek zijn, zegt het PBL. Het kabinet zet zwaar in op CO2-opslag onder de zee.  

Trouw-verslaggever Frank Straver schreef eerder over de duurzaamheid van windmolens. De snelle groei van het aantal windmolenparken gaat soms ten koste van mens en milieu, dus het is tijd voor een ‘faire’ molen.