Direct naar artikelinhoud

Hoe eerlijk zijn de Olympische Spelen? Het Sportief Elftal trapt af.

Roeslan Moerasjov in november in Heerenveen. Net als de Russische sterren Koelizjnikov en Joeskov zal hij niet schaatsen op de Spelen.Beeld ISU via Getty Images

De Olympische Spelen beginnen volgende week met een beperkte afvaardiging uit Rusland, dat gestraft wordt vanwege een dopingprogramma. Volgens Ivo van Hilvoorde en Marjan Olfers is er op 'eerlijke' sport genoeg af te dingen.

Er zullen vanaf volgende week 169 Russische sporters meedoen aan de Olympische Winterspelen in Pyeongchang. Het betreft hier 'schone' atleten die volgens het Internationaal Olympisch Comité (IOC) geen dopingverleden hebben. De overige Russische atleten blijven thuis, onder wie veel kansrijke schaatsers. Slaagt het IOC er daarmee in de Spelen eerlijker te maken? Die vraag is lastig te beantwoorden. "Sport is per definitie oneerlijk", meent Ivo van Hilvoorde, sportfilosoof en docent aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. "Neem bijvoorbeeld het schaatsen: er zijn maar een paar landen die dat serieus beoefenen. Wij hebben de nieuwste technologieën, de beste trainingsvormen en daardoor ook een voorsprong op veel andere landen."

Het is best frustrerend als je meest krachtige opponent niet meedoet.
Marjan Olfers

Handicap

Eerlijkheid in de sport is verbonden met prestaties die onder zo gelijk mogelijke omstandigheden moeten plaatsvinden, stelt Marjan Olfers, hoogleraar sport en recht op de VU in Amsterdam. "Om die reden maakt de sport soms onderscheid tussen geslacht, handicap of leeftijd. In deze tijd vinden we het gebruik van doping oneerlijk, maar daar valt veel op af te dingen. In vroegere tijden vonden we het veel oneerlijker wanneer een sporter geld ontving voor zijn of haar sportieve prestaties. Wat is nu eigenlijk eerlijk? Het is wellicht ook niet eerlijk dat de één wel over een goede trainer of goede voeding kan beschikken, en de ander niet. De dopingregels zijn vrij eenvoudig. Als er iets op de verboden lijst staat, is het verboden om dat middel te nemen, ongeacht de vraag of het middel ook daadwerkelijk de sportieve prestaties heeft verbeterd."

Rechtvaardig

Van Hilvoorde: "Sport is gebaat bij helderheid van regels en niet om na afloop te spreken over de status van een prestatie. Maar wat is eerlijk? Wat is rechtvaardig? Voor de sporter pur sang, die dus niet louter voor de medaille gaat maar ook zijn tegenstanders wil verslaan, zal het teleurstellend zijn dat de Russen niet komen. Hij heeft die rivaliteit en competitie nodig om het beste uit zichzelf te halen. Dat geeft zijn prestatie status. Sjinkie Knegt zei het wel mooi. Van hem mogen de Russen gewoon komen, want: 'Ik ga toch winnen', zei hij. Als je zo overtuigd bent, kun je iedereen aan. Een aantal schaatsers zal het fijn vinden dat de Russen niet komen. Weer een paar concurrenten minder, zullen ze denken."

Olfers: "De Russen doen niet mee - althans, veel niet. Op de deelnemende Russen rustte de plicht om aan te tonen 'schoon' te zijn. Russen die eerder zijn betrapt op doping mogen niet deelnemen aan de Olympische Spelen. Dit volgt niet uit de Wad-code (de antidopingcode, red.). In de code staat op een eerste overtreding normaal gesproken vier jaar. Daar staat niet dat je nooit meer met de Olympische Spelen mee mag doen na een eerste overtreding."

Sjinkie Knegt zei het wel mooi. Van hem mogen de Russen gewoon komen, want: 'Ik ga toch winnen'.
Ivo van Hilvoorde

Van Hilvoorde: "Er is nu sprake van een vanuit de Russische staat georganiseerd dopingprogramma. Dat is een andere wereld. Het straffen en het moeten aantonen van je onschuld is weer een stap verder dan wij al gewend waren. Je kunt vragen stellen over de rechtvaardigheid van deze straf. Sport is op dit onderdeel zo politiek geworden. De eenduidigheid is er niet meer. De één wordt gestraft, de ander niet. Er zit toch altijd een soort willekeur in dit soort straffen. Maar ik heb wel begrip voor deze sanctie. Je moet ergens een grens trekken."

Illusie

Olfers: "Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft aangegeven dat sancties altijd proportioneel moeten zijn. De vraag in dit verband is: wat is nog rechtvaardig? Zijn de sancties proportioneel. Daar zijn de meningen over verdeeld. Het hoogste rechtsprekende college in de sport, het Cas (Court of Arbitration for Sport), vindt dat het hier gaat om een uitzonderlijke situatie gaat. Immers, er was sprake van geïnstitutionaliseerd dopinggebruik in Rusland. Een uitzonderlijke situatie vraagt om ingrijpende maatregelen."

Van Hilvoorde: "Door dit soort straffen zijn we anders naar sport gaan kijken. Dopinggebruik en de straffen die daaruit voortkomen, zijn onderdeel van het entertainment geworden. De nieuwste stap is het inhuren van een antidopingbureau, zoals bij de wielerploeg Sunweb. Het doel is om te laten zien: ik ben onschuldig, ik fiets schoon. De volgende stap zal zijn om alle data en medische gegevens publiekelijk te maken. Het zijn symbolische daden, die wél belangrijk zijn voor de sport. Maar de werkelijkheid is veel grilliger, veel gelaagder. Dat past ook bij de charme van de sport. Het is nu niet ineens zo dat de Spelen eerlijker zijn. Dat is een illusie. Er zit iets paradoxaals in sport. Enerzijds hebben wij als mens vrijheden en zijn wij in staat om ons te blijven verbeteren en op te voeren met middelen. Sport staat bij spelregels, maar als sporter loop je wel aan tegen dopingregels. Ik vraag mij af: is dat te verenigen met het recht op vrijheden die wij als mens hebben?"

Olfers: "Of het Cas het verbod op deelname aan alle nog komende Olympische Spelen nog proportioneel acht, is de vraag. Ik vind dit te ver gaan, maar uiteindelijk gaat het altijd om een weging van belangen. Uiteindelijk wil iedere sporter de beste zijn. Het is dan best frustrerend als je meest krachtige opponent niet meedoet."

Lees ook:

Welke Russische toppers doen wel mee, en wie niet?
Het Sportief Elftal stelt zich voor.