Direct naar artikelinhoud

Ministerie roept opnieuw jongeren op tot het doneren van stamcellen

Stamcellen van jongeren slaan beter aan dan die van oudere donoren, daarom vraagt het ministerie van volksgezondheid opnieuw of jongeren donor willen worden.Beeld Hollandse Hoogte / Focus / Photo- & Presseagentur GmbH

Alle 18-jarigen in Nederland ontvangen vanaf zaterdag een brief met de vraag of zij stamcellen wil doneren. Het is de tweede keer dat het ministerie van volksgezondheid deze vraag voorlegt aan jongeren.

De vraag is deel van de brief die het ministerie toch al stuurt om jongeren te vragen of zij donor willen worden. Dan gaat het niet om donorschap bij leven, maar om ter beschikking stellen van organen en weefsel na de dood.

Meeliften met de brief van het ministerie was vorig jaar een groot succes voor het Nederlands Centrum voor stamceldonoren Matchis. Hoeveel 18-jarigen zich na de brief hebben geregistreerd als stamceldonor weet het centrum niet, maar heeft wel cijfers over het totale aantal jonge donoren. Dat zijn er 15.000 op een totaal van 191.000 stamceldonoren.

Stamcellen van jongeren slaan beter aan dan die van oudere donoren

Laatste redding

Stamcellen van een donor kan voor patiënten met leukemie of andere bloedziekten een laatste redding zijn. Alleen is het lastig een juiste donor te vinden. De kans dat stamcellen van een willekeurige donor aanslaan bij een willekeurige patiënt is één op de 50.000. Zo bezien zijn de 191.000 donoren in Nederland zo veel niet.

Stamcellen van jongeren slaan beter aan dan die van oudere donoren. Daarom blijft de wervingsactie niet beperkt tot de brief van het ministerie, maar benaderd Matchis de jongeren ook via sociale media met een oproep. Filmpjes op YouTube spelen daarin een belangrijke rol. Jonge donoren vertellen over hun ervaringen met doneren en patiënten over de transplantatie van stamcellen.

Ingrijpender

Stamcellen doneren is enigszins te vergelijken met bloed geven bij de bloedbank, al is het wel ingrijpender. In een enkel geval is er zelfs een narcose voor nodig.

De eerste stap voor een donor is wangslijm opsturen waarna artsen de weefseltypering registreren. Vervolgens moet er een match zijn met een patiënt. Dat gebeurt jaarlijks bij slechts 1 op de 1000 donoren. Als het ziekenhuis de stamcellen afneemt, gebeurt dat in veruit de meeste gevallen via de bloedbaan. Bij een enkeling moeten de cellen uit het beenmerg in de botten komen. Dat gebeurt alleen onder narcose.

Of de stamcellen nu via de bloedbaan of via beenmerg worden afgenomen, de donor kan na een dag het ziekenhuis verlaten. Eventuele bijwerkingen blijven beperkt tot een wat grieperig gevoel, vermoeidheid en pijnlijke plekken. 

Er is ook een tekort aan levende donoren. Speciale 'nierteams' proberen mensen over te halen hun nieren te doneren.