Direct naar artikelinhoud
Reportage

Geen plaspauze als buschauffeur? Als je moet, dan moet je...

Busschauffeur Marcel Brouwers (rechts) op het busstation in Purmerend.Beeld Jean-Pierre Jans

Buschauffeurs en machinisten in het streekvervoer leggen vandaag het werk neer. ‘Je rijdt je de kleren van het lijf.’ Is dit de opmaat naar meer acties in andere sectoren? Er is bijna overal personeel te kort. De vakbonden kunnen dus meer op hun poot spelen.

“357? Zo oud ben ik niet, hoor.” Buschauffeur Marcel Brouwer (57) staat een klant te woord op Amsterdam Centraal die informeerde naar het nummer van zijn buslijn. Veel tijd voor een gebbetje is er niet, hij moet nu direct naar Edam. En de vertrektijden komen nogal precies, dat laat de teller op zijn dashboard zien. Die telt strikt de seconden af voordat de bus wegrijden moet.

Vandaag legt Brouwer zijn werk neer, samen met 12.000 andere chauffeurs en machinisten uit het streekvervoer. Werkgevers kwamen de eisen van salarisverhoging en minder werkdruk van vakbonden FNV en CNV niet tegemoet. Het ultimatum voor de staking, dat dinsdag verstreek, noopt de bonden tot actie, stellen ze.

Uitslapen is er niet bij, zegt Brouwer een dag voor de staking. Hij moet zich gewoon om kwart voor vijf in de ochtend melden op zijn vestiging in Purmerend, een kleine ruimte. Precies in dat soort hokjes houden de chauffeurs dagelijks hun pauzes. “Er staat niet veel meer dan een tafel, een paar stoelen en twee automaten voor snoep en koffie. In Edam hebben we ook een tv’tje.”

Als je moet dan moet je. Dus ik ga gewoon, daar heb ik lak aan.”
Marcel Brouwer, buschauffer

Werkdruk

De hoge werkdruk herkent Brouwer wel. “Vandaag heb ik 240 kilometer op de teller staan, en ik moet nog twee uur rijden. Tien jaar geleden reed je 260 op een hele werkdag. Je rijdt je de kleren van het lijf.” Zelfs na vier uur onafgebroken rijden even naar het toilet is er volgens hem officieel niet bij.

Brouwer heeft er nu net vier uur opzitten. “Maar als je moet dan moet je. Dus ik ga gewoon, daar heb ik lak aan.” Collega’s gaan er verschillend mee om, vervolgt hij. De één rijdt door in zijn pauze om het goed te maken, een ander zegt: mij pakken ze dat toiletbezoek of kopje koffie tussendoor niet af.

Het stormt, en de rukwinden langs de weilanden naar Edam weten af en toe de busdeuren bijna open te wrikken. Lachend haalt Brouwer met zijn getatoeëerde arm een stropdas van de grond. “Daar heb ik de deur een uur geleden nog mee aan een vaste stang gebonden om hem dicht te houden.”

Zelfs voor de werkgever heeft hij begrip. "Het is een commercieel bedrijf, dat moet goed lopen."

Hij is vrolijk vandaag, en naar eigen zeggen bijna altijd. Hij houdt van zijn werk. “Je bent eigen baas. Fijn voor iemand als ik die graag eigenwijs is. Bovendien: ik rijd nu al 32 jaar van A naar B en van B naar A, dan ontmoet je veel leuke mensen.” Natuurlijk kent hij collega’s die altijd mopperen over lange dagen, of over het feit dat ze in een zogeheten gebroken dienst een paar uur hebben die ze moeten doden op een busstation. Maar ze wisten waarvoor ze kozen, vindt Brouwer. “Ga dan wat anders doen.”

Begrip

Zelfs voor de werkgever heeft hij begrip. “Het is een commercieel bedrijf, dat moet goed lopen. Ondertussen wordt de diesel duurder, en stijgt de prijs van nieuwe busonderdelen.” Dat het allemaal zo efficiënt mogelijk moet, dat snapt hij best. Toch vindt hij een salarisverhoging niet meer dan normaal. Chauffeurs hebben een grote verantwoordelijkheid voor alle mensen in de bus. En ondertussen wordt het leven in Nederland volgens Brouwer ook steeds duurder.

Dan moet de verslaggever terug van Edam naar Amsterdam, maar naast Brouwer wil geen enkele buschauffeur met zijn naam in de krant om te praten over zijn werk. De persvoorlichting van het vervoersbedrijf vindt dat niet goed, zegt een chauffeur die daarom anoniem wil blijven. “Mee terugrijden kan wel, maar wacht even, ik moet nog even naar de wc.” Hij wijst naar de teller op zijn dashboard, die aftelt voor vertrek: nog 5 seconden.