Direct naar artikelinhoud

Cao-lonen bleven vorig jaar sterk achter bij economische groei

De lonen groeiden vorig jaar nog niet half zo hard als de economie.

De economie groeit rap, maar de lonen groeien absoluut niet zo hard mee, blijkt uit vandaag gepubliceerde CBS-cijfers.

Ondanks de snel groeiende economie stegen de cao-lonen vorig jaar minder hard dan een jaar eerder. Gingen werknemers er in 2016 gemiddeld 1,8 procent op vooruit, afgelopen jaar was dat nog maar 1,5 procent. Vooral in de overheidssector visten werknemers met een loonstijging van 0,7 procent achter het net.

Opvallend, want de groei van het bruto binnenlands product lag met 3,2 procent aanzienlijk hoger dan de 1,8 procent die in 2016 werd behaald. Het Centraal Planbureau sprak van een groei die sinds de economische hoogtijdagen in 2007 niet is genoteerd.  Het was reden genoeg voor Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank, om op te roepen tot forsere loonstijgingen. Ook oud-minister van financiën, Jeroen Dijsselbloem, meende dat werknemers meer van de economische successen in hun portemonnee terug moesten zien.

Oude cijfers

Maar volgens werkgeversorganisatie AWVN maken de bonden betere loonafspraken dan de cijfers van het CBS doen vermoeden. In de meest recente cao-afspraken gaan werknemers er gemiddeld 2,14 procent op vooruit, blijkt uit de cijfers die AWVN zelf bijhoudt. Waar dat verschil hem in zit? “Het CBS kijkt vooral naar het verleden. Eigenlijk alleen naar cao-afspraken die het afgelopen jaar al zijn ingegaan. Maar 30 procent van de verlopen cao’s wordt met terugwerkende kracht vernieuwd. Vooral aan het eind van het vorige jaar zijn hogere loonafspraken gemaakt. Een deel van die cao's moet nog ingaan”, legt woordvoerder Jannes van der Velde uit. 

Het CBS kijkt naar het verleden. Maar 30 procent van de verlopen cao’s wordt met terugwerkende kracht vernieuwd
Jannes van der Velde, woordvoerder van werkgeversorganisatie AWVN

Zijn verwachting is dat de opwaartse loontrend de komende maanden aanhoudt. Of werkgevers zelfs akkoord gaan met loonstijgingen van 3,5 procent, zoals vakbonden vandaag eisen bij de staking van het streekvervoer, vindt hij moeilijk te zeggen. “Werkgevers willen hun concurrentiepositie niet op het spel zetten. Soms zijn ze wat terughoudend.  De economische groei is niet gelijkmatig over sectoren verdeeld. Er zijn bedrijven die zich veel meer loon kunnen permitteren, anderen zitten ver onder ons gemiddelde van 2,14 procent.”

Tekst loopt door onder figuur

Economische groei en daarbij achterblijvende lonen.Beeld Trouw/bron: CBS/CPB

Cao-expert Henk Strating ziet die voorzichtigheid ook terug in zijn eigen statistieken. Ja, in het bedrijfsleven gaan de lonen wat omhoog. Maar het blijft een lichte loonstijging. Werknemers in de overheidssector, waarin 2016 sprake was van een loonstijging van boven de 3 procent, gaan er in 2017 nog geen procent loonsverhoging mondjesmaat op vooruit. “Wat deze cijfers wellicht laten zien is dat de arbeidsmarkt een forse loonstijging nog helemaal niet nodig heeft. Politici, economen en vakbonden kunnen dat wel eisen, maar blijkbaar redden werkgevers het met het personeel dat ze hebben. En misschien groeit de arbeidsproductiviteit veel minder hard dan de economische groei doet vermoeden.”

Nog meer acties

Onzin, zegt arbeidsvoorwaardencoördinator Zakaria Boufangacha van vakbond FNV. Werkgevers hebben voldoende financiële ruimte om de lonen omhoog te gooien, ziet hij in cijfers van hetzelfde CBS. “Van de totale winst gaat een steeds kleiner aandeel naar arbeid. Tegelijkertijd zien we dat de werkdruk in verschillende sectoren alleen maar toeneemt. Bij KLM bijvoorbeeld. Of bij de streekvervoerder waar vandaag het werk is neergelegd om die redenen.”

Terwijl de werkdruk toeneemt, gaat van de totale winst een steeds kleiner aandeel naar arbeid
Zakaria Boufangacha van vakbond FNV

Werkgevers zijn simpelweg niet happig op loonsverhoging, zegt Boufangacha. “Uit zichzelf zullen ze niet snel hun huidige gedrag aanpassen. Voor elk beetje extra loon moeten we keihard knokken." Niet in alle sectoren zijn werknemers zich daarvan bewust, weet hij. Vooral jongeren weten volgens hem niet beter dan dat het normaal is om akkoord te gaan met een flexcontract en een (in sommige gevallen) schamel loontje. "Dat zien we in de supermarktbranche, maar ook in de horeca. Daar is de actiebereidheid minder groot. Het is aan ons om die bewustwording te vergroten.”

Het afgelopen jaar lieten bonden via acties al vaker van zich horen. Zo waren er de grote onderwijsstakingen, in de supermarktbranche legde het distributiepersoneel het werk neer en ook in de vleeswarenbranche gingen werknemers over tot acties. Boufangacha: “Die acties zullen alleen maar toenemen als werkgevers de hand op de knip blijven houden. Wij blijven knokken.”

Lees ook: Salarisdienstverlener: werknemers komen tekort