Direct naar artikelinhoud
Asielzoekers

Waarom de Nederlandse lijst met ‘veilige landen’ voor asielzoekers wel erg willekeurig is

Vluchtelingen wachten op het terrein voor het azc in Ter Apel op de bus.Beeld Hollandse Hoogte / Kees van de Veen

Voor asielzoekers uit ‘veilige landen’ is Nederland een van de strengste in Europa. Snel erin en snel eruit, is het devies. Doet dat recht aan de vluchtverhalen?

Op een druilerige novembermaandag stopt in Ter Apel een knalgele glimmende touringcar. De 57-jarige chauffeur zet zijn 67 passagiers af vlakbij het aanmeldcentrum. Ze moeten de laatste vijfhonderd meter lopen, met hun rugzakjes en sjofele weekendtassen. Als de eerste mensen het terrein van het aanmeldcentrum betreden, waarschuwen medewerkers de marechaussee. Die houdt de chauffeur en zijn bijrijder aan op verdenking van mensensmokkel.

De buspassagiers – onder wie veel kinderen – zijn afkomstig uit Moldavië, een voormalige Sovjetrepubliek ingeklemd tussen Oekraïne en Roemenië. Allemaal vragen ze asiel aan. En ze zijn niet de enige, het is al de derde keer in korte tijd dat een groep uit dit land, een van de armste van Europa, wordt onderschept. Dit jaar meldden zich al meer dan 850 Moldaviërs, vorig jaar 830, in 2017 waren er 340 aanvragen. Dat is een zeer snelle stijging, in 2015 waren het er nog maar vijf.

Veel hoop hoeven ze niet te hebben op de inwilliging van hun asielverzoek. Uit de statistieken blijkt dat aanvragen uit Moldavië vrijwel geen kans maken. In 2017 en 2018 zijn nul verzoeken ingewilligd.

Verantwoording

Voor dit onderzoek is gesproken met (ex-)IND’ers, medewerkers van ngo’s, asieladvocaten en wetenschappers. De inwilligingspercentages zijn berekend als het aantal positieve beslissingen op eerste asielaanvragen, gedeeld door het totaal aantal beslissingen op eerste asielaanvragen. De data zijn afkomstig van EuroStat, het statistisch bureau van de Europese Unie. Vanwege mogelijke registratieverschillen tussen lidstaten is er discussie over de exactheid van de gegevens. Cijfers verzameld door UNHCR laten hetzelfde patroon zien en bevestigen de bevindingen. Op de site van Investico staat meer over dit onderzoek.

De politieke reacties op de komst van de gele touringcar zijn wat dat betreft veelzeggend. Staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (asiel) belooft een ‘speciaal team’ erop te zetten zodat de Moldaviërs snel weer weg zijn. VVD en CDA pleiten voor een ‘strengere aanpak’ (VVD-Kamerlid Bente Becker) of zelfs ‘als groep uitzetten’ (CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg), hoewel dat volgens mensenrechtenverdragen en Nederlands asielrecht niet kan.

Nederland vraagt andere landen graag en vaak om solidairder te zijn

De roep om strenger en efficiënter asielbeleid klinkt vaker in Den Haag. Ook roept de regering graag en vaak andere lidstaten op om solidairder te zijn in de opvang van asielzoekers. Zo vaak, dat bijna vergeten wordt dat Nederland zelf al een van de strengste landen in Europa ís. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksplatform Investico en Trouw naar de achterkant van het asielbeleid.

Zo heeft Nederland veruit de langste lijst met ‘veilige landen’, liefst 32 (na aftrek van de EU-landen die ook op deze lijst staan), op grote afstand gevolgd door het Verenigd Koninkrijk (24 landen) en Oostenrijk (20). Een kleine greep: Oekraïne, Marokko, Senegal, Ghana, Tunesië en Algerije staan erop.

Lang niet alle EU-landen noemen deze landen veilig. Voor inwoners uit deze herkomstlanden is de drempel om in Nederland asiel te krijgen dus extra hoog. Medewerkers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst horen hen maar één, in plaats van twee keer. Ze moeten bovendien met extra bewijzen komen voor hun vluchtverhaal.

Eenvijfde (22 procent) van de asielverzoeken in Nederland komt uit die zogenoemde veilige landen; in 2018 waren dat 4520 op een totaal van 20.465 eerste asielaanvragen. Algerije (alleen veilig volgens Nederland, Bulgarije, Hongarije, Oostenrijk en Slovenië) stond vorig jaar in de topvijf van landen waaruit de meeste asielaanvragen komen, na Syrië, Iran, Eritrea en Turkije.

Het idee achter de opstelling van een veiligelandenlijst was simpel: door ‘kansloze’ verzoeken sneller af te handelen, komen er meer handen en tijd vrij voor de échte vluchtelingen, uit Syrië of Jemen. De lijst werd geboren in de nasleep van de vluchtelingencrisis in 2015. In het kielzog van de honderdduizenden Syrische vluchtelingen kwamen veel asielzoekers uit andere landen Europa binnen, zoals Marokko of Tunesië, landen die men veiliger achtte dan Syrië.

De kenmerken van een veilig land zijn, op papier, dat er geen oorlog is, geen systematische vervolging, foltering of marteling en dat een burger in enige mate bescherming kan krijgen tegen discriminatie, vervolging of mishandeling.

Een snelle procedure voor Moldavië? Dat land geldt als onveilig

Nog even terug naar de bus met Moldaviërs in Ter Apel. Staat dit land dan ook op die lange veiligelandenlijst? Dat zou consequent zijn, gezien het feit dat Nederland de laatste jaren geen verzoeken uit dat land inwilligt. Het zou ook rijmen met de speciale snelle behandeling die de staatssecretaris bepleit. Maar Moldavië, zo besloot toenmalig staatssecretaris Harbers na onderzoek in 2017, is niet veilig. In de brief die hij aan de Kamer stuurde geeft hij onder meer dit argument: “Ondanks wetgeving die marteling verbiedt, zijn er meldingen van martelingen in detentiecentra en psychiatrische inrichtingen”.

Volgens dit besluit hebben de Moldaviërs dus recht op de volledige asielprocedure en kan er geen sprake zijn van een snellere behandeling.

Vluchtelingenorganisaties in Nederland, maar ook elders in Europa hebben sinds de invoering tegen het gebruik van zo’n lijst geageerd. Die bevordert rechtsongelijkheid en doet afbreuk aan de bescherming van vooral kwetsbare groepen als lhbti’ers en politiek opposanten, stellen de critici.

Overigens stelt Brussel het gebruik van zo’n lijst niet verplicht, al zijn er wel pogingen ondernomen om tot een gemeenschappelijke Europese lijst te komen. Daarop staan enkele Balkanlanden zoals Kosovo en Noord-Macedonië. Ook zijn er landen die zonder lijst werken, zoals Italië.

Wie de lijsten van Europese landen en de statistieken bestudeert, stuit op opvallende verschillen. In een enkel geval stelt Nederland dat een land veilig is, maar handelt alsof het grotendeels onveilig is. Dat geldt voor Jamaica, een land waar lhbti’ers (vooral homoseksuele mannen) actief vervolgd worden. Als enige in de EU classificeert Nederland dat land als veilig, maar tegelijkertijd willigde Nederland in 2018 tweederde van de eerste asielaanvragen in, het jaar ervoor zelfs driekwart.

Een snelle procedure voor Moldavië? Dat land geldt als onveilig
Beeld Hollandse Hoogte / Kees van de Veen

Kijken we nog verder terug, dan geeft Nederland meer verblijfsvergunningen aan Jamaicanen nádat het land het stempel veilig kreeg, dan ervoor. Terwijl het aantal aanvragen door de jaren heen constant schommelt rond enkele tientallen per jaar. Dat de positieve oordelen allemaal worden gegeven in de verkorte procedure, rechtvaardigt de vraag of er genoeg tijd is genomen voor, en genoeg zorgvuldigheid betracht bij de beoordeling van de verhalen van de afgewezen mensen.

In veel andere gevallen staat Nederland vrij alleen in zijn oordeel of een land veilig is. Nederland plaatste Marokko in 2016 op de lijst, net als Slovenië, Oostenrijk en Hongarije. Sindsdien willigt Nederland gemiddeld 5 procent van de Marokkaanse aanvragen in, vooral van lhbti’ers en politiek activisten uit de onrustige Rifregio.

In buurlanden waar Marokko niet als veilig te boek staat, liggen die percentages veel hoger (zie grafiek). Ook in België, waar de rechts-conservatieve regering Marokko graag wilde zien als veilig, maar waar een onafhankelijke instantie in 2017 adviseerde om dat niet te doen.

Frankrijk, niet bepaald de soepelste, laat veel meer Oekraïners toe

Voor Oekraïne zijn de verschillen in de statistieken nog extremer. Hoewel in het oosten van Oekraïne al vijf jaar een burgeroorlog woedt, zijn de kansen om in Nederland te worden toegelaten zeer klein. Nederland vindt Oekraïne veilig, en dat oordeel deelt het slechts met Bulgarije, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk.

Waar Europa als geheel een op de vijf asielaanvragen van een Oekraïner toekent, is dat in Nederland nog geen 2 procent. In Frankrijk, dat niet bekendstaat om zijn soepele asielbeleid, is dat 25 procent, in Italië 58 procent. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat er een ander type Oekraïner vlucht naar Nederland dan naar Frankrijk.

Joel Schoneveld, directielid asiel en migratie bij de IND, reageert verbaasd op deze uitkomsten. “Ik herken dit beeld niet. De asielzoekers die hier een aanvraag indienen, hebben doorgaans niet voor vervolging te vrezen. En de meeste Oekraïners komen hier echt niet omdat ze vervolgd worden door hun regering.” Hij beaamt wel dat de Europese verschillen vreemd zijn. “Dat is heel raar. Het zou interessant zijn om te onderzoeken hoe dat kan.”

Een van de oorzaken van de verschillen is mogelijk dat Nederland asielverzoeken sowieso streng beoordeelt, ook als ze uit conflictlanden als Afghanistan of Libië komen. Dat blijkt uit de Europese cijfers.

Over de periode 2016-2018 kreeg hier 35 procent van de Afghanen die asiel vroegen een verblijfsvergunning. In Frankrijk was dat 77 procent en in Italië 94 procent. Zwitserland willigde vorig jaar zelfs 99 procent in. Terwijl naar de Zwitserse Alpen de afgelopen jaren meer Afghanen kwamen dan naar Nederland. Voor Libië is dit patroon hetzelfde: Nederland is voor hen een van de strengste landen in Europa.

De IND kampt nog altijd met grote achterstanden

De strengheid viel ook jurist Ralph Severijns op. Hij promoveerde dit najaar op de beoordeling van geloofwaardigheid van vluchtverhalen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Hij schoof aan bij gehoren en interviewde 36 IND’ers. “Er zit iets in het systeem waardoor men in beginsel gericht is op het zoeken van tegenstrijdigheden, in plaats van op het open benaderen of iemand wel of niet de waarheid vertelt. Er is niemand die een collega complimenten geeft als die zegt: deze verklaring is helemaal goed.”

Severijns legt een verband met het grote personeelsverloop en het hoge aantal uitzendkrachten bij de IND. “Je verwacht misschien dat jongere mensen goedgeloviger zijn en verhalen zielig vinden, welwillender luisteren en denken: goh wat verschrikkelijk. Maar dat is vaak niet het geval.” Onervaren medewerkers zoeken volgens hem juist houvast in het strikt volgen van de instructies.

Rest de belangrijke vraag: beantwoordt de veiligelandenlijst, met al haar tegenstrijdigheden, dan wel aan het doel? Dat was immers: de kanslozen sneller terugsturen, zodat er meer capaciteit en tijd is voor de kansrijke asielzoekers. Dat is maar zeer de vraag.

De IND kampt nog altijd met grote achterstanden, erkende Broekers-Knol onlangs. Ze kondigde opnieuw een onderzoek aan naar de asielprocedure. Ondertussen lopen de wachttijden op. De overheid moet de komende twee jaar 33 miljoen euro aan dwangsommen uitbetalen voor het overschrijden van termijnen. Een kanttekening van het ministerie: bij de beoordeling van mensen uit veilige landen worden de termijnen nauwelijks overschreden. Toch slaagt de IND er niet in de vrijgekomen capaciteit in te zetten voor een tijdige afhandeling van meer complexe en kansrijke asielverzoeken.

En er is voor de politiek nog een pijnlijk punt: de terugkeer van asielzoekers naar veilige landen hapert. Met Oekraïne zijn werkbare afspraken, zegt het ministerie desgevraagd, maar met de (Noord-)Afrikaanse landen op de lijst gaat het een stuk lastiger, terwijl daar de grootste groepen vandaan komen. Keer op keer is er ophef over overlast in en rond opvangcentra van uitgeprocedeerde jongeren uit veilige landen.

Vooral Marokko is een probleem, zo bleek afgelopen week weer in de Tweede Kamer. Daar schutterde Broekers-Knol over de kwestie of Rabat wel of niet met haar had willen afspreken om te praten over het terugnemen van asielzoekers. Dat bleek een ‘agendatechnisch’ misverstand, maar feit is dat de onderhandelingen met Marokko – veilig land of niet – over terugname al jaren niet opschieten.

Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.

Lees ook:

Nederland vindt een land al snel veilig genoeg om asielzoekers naar terug te sturen

Nederland is binnen Europa een van de strengste landen bij  het toelaten van asielzoekers.

Wachttijden IND blijven oplopen, staatssecretaris kondigt onderzoek aan

Staatssecretaris Ankie Broekers-Knol kondigt onafhankelijk onderzoek aan naar de IND. Vluchtelingenwerk deed al onderzoek naar de gevolgen van de nog steeds oplopende wachttijden voor de start van asielprocedures.