Direct naar artikelinhoud

Een nieuwe bewoonbare planeet, en niet eens zo ver weg

Een impressie van Proxima B, met Proxima Centauri op de achtergrond.

De naaste buur van de zon heeft een planeet, en het is een mooie. Rond Proxima Centauri, een klein, rood sterretje aan de zuidelijke hemel, draait een begeleider die veel weg heeft van de aarde. Van zulke planeten zijn er meer bekend, maar dichterbij dan deze - 4,25 lichtjaar - krijg je ze niet.

Of Proxima b, zoals de planeet is genoemd, net zo'n door oceanen en wolken gedomineerde aanblik biedt als de aarde, is niet te zeggen. De ontdekkers, onderzoekers van de Queen Mary universiteit in Londen en enkele andere Europese instituten, hebben de planeet niet gezien. Maar ze kunnen aan het licht van Proxima Centauri meten hoe die ster heen en weer beweegt terwijl ze de planeet vasthoudt in zijn baan.

Uit die metingen volgt, schrijven ze in het vakblad Nature, dat het een planeet moet zijn van minstens 1,3 keer de massa van de aarde. Die draait snel om de ster heen: een jaar duurt op Proxima b maar elf van onze dagen. Maar omdat de ster kleiner is dan de zon, en dus niet zo fel schijnt, is het er toch niet idioot warm. Integendeel: zonder een atmosfeer moet het er gemiddeld -40 graden zijn. Met een atmosfeer als een warme deken erboven wordt het er aangenamer: mogelijk is water er dan vloeibaar, en dan heb je een planeet waar leven zou kunnen ontstaan.

Dan moet dat water er wel zijn, zegt Sijme-Jan Paardekooper. De Nederlander is een van de onderzoekers in het team van de Queen Mary universiteit dat bij de ontdekking betrokken was, en concentreerde zich vooral op dat onderwerp.

Water
"We weten dat planeten ontstaan in een schijf van materiaal rond een jonge ster. De hoeveelheid materiaal die in deze planeet zit is zo groot, dat het van buiten naar binnen moet zijn gekomen." Bij dat materiaal zal ook water, in de vorm van ijs, hebben gezeten. Of dat er nog is, hangt af van de manier waarop het materiaal op de huidige afstand van Proxima Centauri arriveerde, zegt Paardekooper. "Waren het kleine stofdeeltjes of rotsblokjes, dan is al het ijs en water dat erbij zat, verdampt en heb je een heel droge planeet. Maar als het grotere dingen waren die migreerden, van het formaat van de maan of Mars, dan konden die het ijs vasthouden."

Waar water is, kan leven zijn. Al kan dat in de knop gebroken zijn door andere factoren. Proxima Centauri is bijvoorbeeld een tamelijk actieve ster, die bij vlagen veel röntgenstraling uitzendt. Die kan geleidelijk de atmosfeer van de planeet hebben weggeslagen.

Experimenten
De beurt is nu aan de de wetenschappers die verzinnen hoe leven op planeten zou kunnen ontstaan en hoe het zichzelf van grote afstand kan verraden. De betekenis van de Proxima b is vooral dat voor het toetsen van die ideeën nu een object dichterbij is gevonden, zei onderzoeksleider Guillem Anglada-Escudé op een persconferentie. "De astrobiologen kunnen experimenten voorstellen, en dan kunnen wij kijken of die mogelijk zijn of niet."

Mocht er niets groeien of bloeien op Proxyma b, dan is er nog tijd. De planeet is ruwweg even oud als de aarde: zo'n vijf miljard jaar. Maar terwijl onze zon er over nog eens vijf miljard jaar een einde aan maakt, heeft de kleinere Proxima Centauri nog wel vijftig biljoen jaar voor zich.

Ruimtereis naar proxima met zonnezeilen
Op gang geholpen door raketmotoren zijn ruimtesondes door het hele zonnestelsel gereisd. Vorig jaar nog flitste de New Horizons langs dwergplaneet Pluto. Die was al ruim negen jaar onderweg. Een oudere ruimteverkenner, Voyager 1, in 1977 gelanceerd voor een bezoek aan Jupiter, heeft inmiddels officieel het zonnestelsel verlaten en vliegt met 17 kilometer per seconde de interstellaire ruimte in. Als Voyager de kant van Proxima Centauri op was gestuurd, zou hij pas over zo'n 70.000 jaar aankomen.

In veel science-fictionverhalen is een expeditie naar Proxima Centauri de eerste stap van de mensheid naar een interstellair bestaan. In die verhalen duurt de reis vele generaties. Reizen of sondes sturen naar andere sterren, zelfs als ze 'Dichtstbij' heten in het Latijn, vereist, als het al mogelijk is, een vernieuwende aanpak.

Telkens weer kwamen wetenschappers uit op het zonnezeil: de druk gebruiken die licht van de zon uitoefent op reflecterende folie. Daarmee kun je een ruimteschip een kleine, maar langdurige versnelling geven.

Een variant op dat zonnezeil kreeg dit jaar de ondersteuning van twee rijke ondernemers en een beroemde wetenschapper. Yuri Milner, een Russische miljardair, Stephen Hawking, de beroemde natuurkundige en Mark Zuckerberg, oprichter van Facebook, leiden een project dat door Milner wordt gefinancierd en uiteindelijk ruimtesondes naar Proxima Centauri moet sturen. Die zullen er maar twintig jaar over doen. De sondes zijn heel klein: stukjes elektronica van een paar gram. Ze worden met zeilen uitgerust en door krachtige lasers vanaf de aarde met een vijfde van de lichtsnelheid naar hun doel geduwd.