Direct naar artikelinhoud

Marli Huijer: Filosofen moeten alles en iedereen aan het denken zetten

Marli HuijerBeeld Maartje Geels

Het is de taak van filosofen om mensen een uitgebreide vorm van denken aan te bieden, stelt Marli Huijer. Vrijdag spreekt ze haar oratie uit bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar publieksfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Als Denker des Vaderlands bevond Marli Huijer zich jarenlang in het hart van de ­publieksfilosofie. Maar wist ze daardoor ook precies wat dat dan was, publieksfilosofie? Huijer: “Bij het schrijven van mijn oratie ontdekte ik dat ik er nog te weinig over had nagedacht”.

Het is vanzelfsprekend dat de ­publieksfilosoof zich bezighoudt met vraagstukken die te maken hebben met de actualiteit in onze samenleving. Het onderwerp is goed te omschrijven, maar de methode was voor Huijer minder duidelijk: “Wat doet de filosoof om het publieke denken op gang te brengen? Het is verleidelijk om als filosoof een tegendraads standpunt in het publieke domein in te nemen. Dat heb ik ook gedaan, bijvoorbeeld toen het ging over de vluchtelingencrisis en ik in Trouw pleitte voor een open houding ten opzichte van migranten. Daar kwamen stevige reacties op, ik poneerde weer een tegenreactie; al denkend en tegendenkend stimuleerde de publieksfilosoof het denken.”

In het uitgebreide ­denken wordt de waarheid niet ­gezocht, maar de betekenis van iets
Marli Huijer

Dit lijkt toch een adequate methode.

“Het gevaar is dat het publieke domein denkt dat jíj het als publieksfilosoof beter weet. En vervolgens nemen mensen over wat jij te zeggen hebt. Ik heb in het voorjaar een boekje gepubliceerd over seksuele vrijheid, waarin ik me kritisch uitlaat over het zich ­publiekelijk bekennen tot seksuele identiteiten. Ik had verwacht dat het veel ­weerzin zou oproepen, maar ik kreeg vooral lovende reacties. Dat is fijn voor de filosoof, maar het doel van de publieksfilosofie – aan het denken ­zetten – wordt niet bereikt. Steeds ­sterker begon ik mij af te vragen of ­filosofen niet veel meer moeten doen dan scherpe diagnoses stellen. Doen we genoeg als we klimaatwetenschappers stimuleren om hun kennis dwingender in het publieke domein te brengen? Is het aan de filosofie om de machtigen der aarde te overtuigen van het terugdringen van nucleaire wapens of het ­belang van de democratie?”

Uw toon vertelt het antwoord. Nee dus. Maar wie moet het anders doen?

“We moeten het zélf doen. Het doel van de publieksfilosofie is niet anderen jouw standpunt te laten innemen, het doel moet zijn het denken te stimuleren. Hannah Arendt noemt ‘gedachteloosheid’ een van de grootste gevaren van onze tijd. Dat je gedachteloos ­meegaat in een maatschappelijke ­organisatie, ook als die overgaat in een efficiënt, dienstverlenend bedrijf. Of dat je meegaat in de gewoonte de ­wereld over te vliegen, zonder na te denken wat je daarvan vindt. Filosofen, en vooral publieksfilosofen, moeten niet alleen zelf denken, maar alles en iedereen aan het denken zetten.”

Met ‘alles en iedereen’ bedoelt u een kleine elite van oudere blanken.

“Nee, ik bedoel echt iedereen. Wij ­kunnen als filosofen niet een alleenrecht op het denken claimen. Maar we kunnen mensen wel een uitgebreide vorm van denken aanreiken.”

Een uitgebreide vorm van denken?

“Een denken dat verder reikt dan het vergaren van kennis, het opstellen van logische redeneringen of het zoeken naar efficiëntie. Het uitgebreide ­denken is een activiteit waarin niet ­zozeer de waarheid of het nut wordt ­gezocht, maar de betekenis van iets. Wat betekent de klimaatopwarming voor ons en anderen? Hoe oordelen we over goed en kwaad in relatie tot de ­verwachte hittegolven, watertekorten, bosbranden, heftige regenval, overstromingen, en de toename van de armoede onder juist de armsten? Uitgebreid ­denken betekent dat je niet zozeer denkt vanuit grote concepten – bijvoorbeeld universele rechten – maar meer vanuit concrete levenservaringen. ­Belangrijk is verder dat je leert denken vanuit de perspectieven van anderen.”

Dat is niet nieuw. Filosofen als Foucault zijn altijd op zoek geweest naar verschillende perspectieven.

“Foucault was inderdaad op zoek naar verschil, naar nieuwe perspectieven. Maar hij deed dat via historische analyses. Stel je voor dat het in het verleden anders was gelopen, dan zouden we nu een ander heden hebben. Maar het ons een voorstelling maken van de perspectieven van anderen met wie we de ­wereld delen, kom ik in zijn werk niet tegen. Neem Foucaults beschrijving van Seneca die ’s avonds zijn dag doorneemt en bedenkt hoe hij zich tegenover anderen heeft gedragen. Doel van die denkoefening is om tot wijs gedrag te komen. Maar niet door een weging van de gezichtspunten van die anderen, maar door wat Seneca zelf wijs acht. De innerlijke betrekking tot zichzelf blijft bij Foucault hoofdzaak.”

Dat doet de publieksfilosoof anders?

“Ja. Zij kan in publieke gesprekken, ­bijvoorbeeld in debatten, ervoor zorgen dat de deelnemers zich voorstellingen kunnen maken bij de positie van ­anderen. Misschien kunnen die ­anderen zich dan ook een voorstelling maken van hun gezichtspunt.”

Ik denk dat we er niet aan ontkomen ons in de perspectieven van bijen, van pissebedden, van het ­oerwoud te verdiepen
Marli Huijer

Is uitgebreid denken te vergelijken met de Bildung op scholen?

“De invulling van de Bildung is mij te weinig politiek. De ontwikkeling en de oefening van het ‘uitgebreide denken’ is een burgervaardigheid, die je nodig hebt om ervoor te zorgen dat democratie behapbaar blijft, mensen zich niet buitengesloten voelen en daarom hun hoop op een sterke leider vestigen.”

U wilt dat iedereen zich voorstellingen maakt van elkaars denken. Voelt u zich als publieksfilosoof ook verantwoordelijk voor de samenstelling van uw ­publiek?

“Toen ik Denker des Vaderlands was, heb ik me er geregeld druk over gemaakt dat het publiek zo weinig divers was. Ik voel me er verantwoordelijk voor dat het publiek gevarieerder wordt. Daarom organiseer ik met filosofen en theatermakers begin volgend jaar DenkStation, een filosofisch theaterfestival in de ­Krakeling, het Amsterdamse jeugdtheater. Om niet alleen de bollebozen van de gymnasia te trekken, hebben we een lespakket ontwikkeld voor leerlingen uit diverse wijken van de stad. Die ­lessen monden uit in theatervoorstellingen. Wil je de verschillende perspectieven in de discussie naar voren laten komen, dan moet je nieuwe initiatieven nemen.”

Geldt dat ook voor uw colleges aan ­studenten?

“Ja. Op de campus van de Erasmus Universiteit hangt een grote foto van hoe de universiteit er in 2020 uitziet: met heel veel groen. Ernaast zie je dezelfde omgeving, maar nu nog met veel steen. Die foto stimuleert mij aan de studenten te vragen: ‘Waarom zijn er geen planten in deze collegezaal, waarom zijn er geen insecten? Is die leegte beter voor ons denken, voor wie wij zijn?’ We hebben zuurstof nodig, maar die is er niet in deze zaal. Deze vragen bieden mij de mogelijkheid door te vragen. ­Bijvoorbeeld over de oerwouden die in stand moeten worden gehouden in het Amazonegebied, terwijl de inwoners daar ook collegezalen willen hebben. Waarom hebben we het oerwoud niet hier, moet het helemaal daar?”

Verklaren ze u niet voor gek?

“Het eerste half uur hangt hun mond open: wat gebeurt hier? Dan gaat er ­iemand lachen. ‘Je mag niet lachen’, zeg ik dan gespeeld serieus. Ze schrikken. Maar het gesprek begint zich te ontwikkelen. En na afloop komen ze naar me toe: ‘We vinden het zo fascinerend wat u doet’. Of: ‘U gaat echt buiten de grenzen van wat wij geneigd zijn te denken’. Daar gaat het me om: door middel van meer perspectieven de wereld inclusiever maken. Als ik zeg dat ik ‘alles en ­iedereen’ aan het denken wil zetten, gebruik ik met opzet ‘alles’, want ons denken en spreken mag wel wat minder antropocentrisch worden, minder de mens centraal stellen. Het is even ­wennen, maar ik denk dat we er in de toekomst niet aan ontkomen ons in de perspectieven van bijen, van pissebedden, van planten, van gras, van het ­oerwoud te verdiepen en deze mee te nemen in ons uiteindelijke oordeel. Pas dan is voor de publieksfilosoof het ­denken echt uitgebreid.”

De oratie van Marli Huijer, getiteld ‘Denkende verbeelding. Publieksfilosofie in de 21e eeuw’ vindt plaats in de aula van de Erasmus Universiteit Rotterdam, 16 november 16 uur. De toegang is vrij.

Lees ook:

Marli Huijer was vooral een tussendenker

Denker des Vaderlands Marli Huijer draagt graag het stokje over aan René ten Bos. ‘Maar als filosoof kan ik nog decennia mee.’