Direct naar artikelinhoud

Het hoofd van Jorien ter Mors versloeg haar lichaam

Jorien ter Mors in de Gangneung Oval na haar rit op de 1000 meter in Pyeongchang.Beeld ANP

Jorien ter Mors nam zes weken geleden het risico om meer krachttraining te doen. Het was immers alles of niets. Het werd goud.

Jeroen Otter stelde Jorien ter Mors eind vorig jaar, vlak na haar desastreus verlopen 1500 meter op het Olympisch Kwalificatie Toernooi, voor een keuze. De coach zag dat zijn pupil niet de juiste krachttraining deed en zei: “Je moet je aanpak veranderen, anders rijd je op de Spelen voor de vijfde plek.”

Zo af en toe komen alle puzzelstukjes voor Ter Mors samen

Eigenlijk was het dus helemaal geen keuze. Als Ter Mors iets wilde, moest ze ervoor gaan. Het OKT, waar ze kwalificatie misliep op de afstand waarop ze olympisch kampioen was, maakte duidelijk dat lief zijn voor jezelf niet meer hielp. Meer krachttraining was nodig, iets wat ze juist niet had gedaan vanwege de pijn. Pijn in haar onderrug, waar ze begin november doorheen was gegaan.

Maar Otter was keihard. Dan maar een alles of niets-poging. Vanaf 2 januari gingen de gewichten omhoog, in zowel frequentie als kilo’s. Het waren zes weken vol risico. Krachttraining met een slechte rug is altijd een beetje tricky. Ter Mors deed het toch. “Het was een keuze tussen voorzichtig doen en vijfde worden, of het was alles of niets. Veel anderen zouden zeggen ‘niet doen’, maar als topsporter ben je toch een beetje gek.”

De laatste weken, eigenlijk sinds Ter Mors met de shorttrackploeg op trainingskamp ging naar Japan, merkte ze dat ze de extra training aankon. De rug protesteerde niet. Ze raakte in vorm. Wilde dat de dagen snel voorbij zouden gaan, hopende dat die goede vorm niet zou verdwijnen.

Het was een vormperiode die Ter Mors niet altijd heeft. Want wie Ter Mors zegt, roept daar bijna automatisch fysiek ongemak achteraan. In Sotsji vier jaar geleden ging ze er als shorttrackster met het goud op de 1500 meter langebaan vandoor en leek ze een nieuwe veelwinnaar te worden in beide disciplines. Maar daarna duurde het een jaar voordat ze weer een officiële wedstrijd over 1500 meter reed. Ze was bijna overbelast, nam haar rust.

Veelvraat

De veelwinnaar kreeg het predikaat veelvraat. Ze bleef beide sporten combineren. Was dat niet te veel? Het was in ieder geval het begin van een grillige periode. De dalen waren er zeker, met af en toe een mooi succes. Zoals in 2016, toen ze twee keer wereldkampioen op de langebaan werd.

Maar problemen waren er net zo goed. Dit jaar kende ze die problemen in knie en dus rug. Die knie was een overblijfsel van vorig jaar. Ze heeft inmiddels geleerd dat die haar waarschijnlijk altijd tot last gaat zijn. Maar, zo zegt ze, dat is onder controle.

Die rug was een ander verhaal. Die blessure belemmerde haar de afgelopen weken bij de start. Ook deze week was die soms nog onzeker. Dennis van der Gun, haar langebaantrainer, zei dat de starts op de training dinsdag niet heel goed gingen.

En dan was er nog het hoofd. Mentaal zat ze ook niet altijd even lekker in haar vel, ook vanwege familieomstandigheden. Haar vriend, die ze in 2015 ontmoette, kreeg in de mixed zone van de schaatshal een deel van Ter Mors succes toebedeeld. Hij luisterde in moeilijke momenten, als Ter Mors eens balend thuiskwam. “Het was fijn dat ik thuis vrijuit mijn emotie kan laten gaan.”

Zo af en toe komen alle puzzelstukjes voor Ter Mors samen, en laat ze zien hoe hard ze kan schaatsen. De 1000 meter van gisteren was de snelste tijd die ooit op een laaglandbaan is gereden. Met haar 1.13,56 was ze uiteindelijk de Japansen Nao Kodaira en Miho Takagi te snel af. Het was haar derde goud, na de 1500 meter en ploegenachtervolging in Sotsji.

Of het hoofd gisteren uiteindelijk het lichaam versloeg? “Dat denk ik wel. Ik wil heel veel, maar mijn lichaam wilde niet altijd. Maar als je positief bent, kan je veel faken voor je lichaam”, sprak de winnares van het goud.

Lees hier alles over de Olympische Spelen