Direct naar artikelinhoud

Debat Armeense genocide gaat vooral over woorden en cijfers

De 99ste herdenking in de Armeense hoofdstad Jerevan, 24 april 2014.

De massamoord op Armeniërs in 1915 leidt weer volop tot controverse. Het Duitse parlement nam vandaag een officiële verklaring aan met de term 'volkerenmoord op de Armeniërs', tot ongenoegen van Turkije. Wat gebeurde er in 1915?

Op 24 april 1915 arresteerden de Jonge Turken, de toenmalige machthebbers van het Ottomaanse rijk, de belangrijkste Armeense intellectuelen en leiders van het land. Ze werden gedeporteerd en later vermoord. Deze lentedag wordt gezien als het startschot van de Armeense volkerenmoord.

De genocide vond plaats tegen de achtergrond van de Eerste Wereldoorlog, waarbij het Otomaanse Rijk de kant van de Centrale Mogendheden (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije) koos. Het beschuldigde de Armeniërs ervan samen te spannen met de Russen, die deel uitmaakten van hun tegenstanders, de Entente (Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland).

Het regime beschouwde de Armeniërs als een grote bedreiging en probeerde hen in eerste instantie uit te schakelen door deportatie en verspreiding over het land. Maar toen de Jonge Turken terrein verloren, radicaliseerden ze snel.

Deportaties
Op 23 mei 1915 gaven ze bevel om de hele Armeense bevolking te deporteren naar de Syrische woestijn. Honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen begonnen aan de lange tocht, de dodenmarsen. Velen werden verkracht en vermoord. Ook stierven veel Armeniërs van uitputting. Degenen die Syrië bereikten werden daar alsnog bijeengedreven en vermoord. Vrouwen en kinderen die het overleefden, werden gedwongen geassimileerd in islamitische families.  

De kwestie wordt vaak aangeduid als 'de vergeten genocide', hoewel er vanaf het begin voortdurend over is bericht, onder meer door diplomaten: 'Deportatie en uitwassen tegen vreedzame Armeniërs nemen toe en uit hartverscheurende verslagen van ooggetuigen ontstaat de indruk dat een campagne van rassenvernietiging aan de gang is, onder het mom van vergeldingsmaatregelen tegen rebellie', schreef de Amerikaanse ambassadeur Henry in een telegram aan Washington.  

Consensus
Vaststaat dat honderdduizenden Armeniërs tussen 1915 en 1916 zijn omgekomen. De onenigheid gaat vooral over de aantallen en de benaming van het drama. Volgens het Niod, het insitituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies, variëren de schattingen tussen de 800.000 tot 1,5 miljoen mensen. Turkije houdt het op enkele honderdduizenden doden.

De huidige Turkse president Erdogan erkende in 2014 dat de deportatie van Armeniërs in 1915 'onmenselijke gevolgen' had, maar gebruikte het woord 'genocide' niet. Hij sprak van een 'gezamenlijke pijn' die door de Eerste Wereldoorlog was ontstaan. Een flink aantal landen, waaronder Nederland, heeft een verklaring afgegeven waarin juist onomwonden van genocide wordt gesproken. Volgens de juridische definitie is er sprake van een genocide als de intentie kan worden aangetoond dat een groep geheel of gedeeltelijk is vernietigd vanwege nationaliteit, etniciteit, religie of ras.  

De Amerikaans-Armeense historicus Ronald Grigor Suny publiceerde onlangs een veelgeprezen, genuanceerde studie over de Armeense genocide. Hij is ondanks alle commotie over het onderwerp optimistisch dat er consensus kan worden bereikt.

"Er is een nieuwe generatie van wetenschappers opgestaan van Armeniërs, Koerden en Turken die nauw met elkaar samenwerken. Nog altijd erkent niet iedereen de genocide. Maar er zijn ook nog steeds gestoorde lui die zeggen dat de Holocaust niet heeft plaatsgevonden. De ontkenners van 'onze genocide' zijn nog niet zo gemarginaliseerd als de Holocaust-ontkenners, maar ze zijn de strijd zo langzamerhand wel aan het verliezen."