Direct naar artikelinhoud

Dit is hét moment voor de invoering van de eeuwigdurende kalender

Dit is hét moment voor de invoering van de eeuwigdurende kalender
Beeld Meulendijks Nanne

Een kalender met alleen maar maanden van 30 of 31 dagen is superefficiënt. De invoering ervan is lastig.

Het jaar loopt op zijn eind en omdat 1 januari op een maandag valt is dit het ideale moment om over te stappen op de permanente kalender van Hanke en Henry. Een uitkomst voor economie en financiën. En je bent voortaan altijd op dezelfde dag van de week jarig.

Op de kalender van Hanke en Henry telt het jaar precies 52 weken en zal 2019 dus ook op een maandag beginnen. Dat klopt niet met de rondgang van de aarde, want de planeet doet geen 364 dagen (52 weken) over haar rondje om de zon, maar 365,24 dagen. Maar in plaats van het geworstel met schrikkeldagen in de gregoriaanse kalender die we nu gebruiken, corrigeren Hanke en Henry deze afwijking met schrikkelwéken. Zo'n schrikkelweek heb je in de kalender iedere vijf à zes jaar nodig, maar daarmee blijft 1 januari steeds een maandag, en zal Kerstmis voor de eeuwigheid op een zondag en een maandag vallen.

In plaats van het geworstel met schrikkeldagen, corrigeren Hanke en Henry deze afwijking met schrikkelwéken

Geen succes

Hanke en Henry, de voorvechters van deze permanente kalender, zijn twee hoogleraren aan de Amerikaanse Johns Hopkins universiteit. Richard Conn Henry, een sterrenkundige, lanceerde het idee dertien jaar geleden. Steve Hanke, een econoom, bracht er enkele verbeteringen in aan. En sindsdien hebben de twee onvermoeibaar gestreden voor een mondiale introductie, zonder succes.

De belangrijkste reden om te willen overgaan op een eeuwigdurende kalender ligt in het economisch en financieel verkeer. Op de kalender die we nu hebben kunnen kwartalen enkele dagen in lengte verschillen, vallen verlofdagen steeds anders in de week en krijg je een wisselend antwoord op de vraag hoeveel rente je moet betalen tussen de eerste van deze maand en de eerste van de volgende.

Dat was al een doorn in het oog van George Eastman, de oprichter van fotogigant Kodak, die eind negentiende eeuw een eerste voorstel deed voor een eeuwigdurende kalender. In die kalender telden de kwartalen steeds evenveel dagen. Eastman kreeg dat voor elkaar door her en der extra dagen op te nemen die niet de naam droegen van een normale weekdag.

Maar gevolg was dat de dag des Heren ging schuiven, wat de kans op acceptatie van de kalender bepaald niet bevorderde. In de kalender van Hanke en Henry is de rustdag heilig en wordt het vierde van de tien geboden gerespecteerd.

De kalender is een droom voor wie salarissen, premies en rentes moet berekenen of financiële resultaten moet rapporteren

Bij Hanke en Henry heeft ieder kwartaal twee maanden van dertig dagen gevolgd door een maand van 31 dagen. Als we de kalender komende maandag zouden invoeren, zouden we het verschil pas na 30 januari merken, want dan zou het niet 31 januari worden maar 1 februari. En het werkritme is strak: de eerste twee kwartalen van een maand tellen steeds 22 werkdagen, de derde maand van ieder kwartaal 21. Een droom voor wie salarissen, premies en rentes moet berekenen of financiële resultaten moet rapporteren.

Nadelen

De kans dat de wereld deze jaarwisseling alsnog gehoor geeft aan het pleidooi van de twee Amerikaanse hoogleraren is klein, want hun kalender heeft ook nadelen. Hij loopt meer dan de huidige, gregoriaanse kalender uit de pas met de seizoenen. Seizoenen die, net als de lengtes van de maanden die we hebben, ingesleten zijn in werk- en dagpatroon. En technisch is invoering een nachtmerrie, want alle computersystemen moeten opnieuw worden ingesteld.

Bovendien: altijd jarig op dezelfde dag is misschien handig als die dag zaterdag is, maar eeuwig jarig op een maandag is minder aanlokkelijk. En wie geboren wordt in een schrikkelweek is dan nog maar eens in de vijf of zes jaar jarig. En dat zou veel meer mensen betreffen dan het aantal mensen dat nu op 29 februari verjaart.