Direct naar artikelinhoud

Shell zet de Nam op afstand. Wie draait er straks op voor de schade in Groningen?

Een woonhuis in Schildwolde (gemeente Slochteren) is beschadigd door de aardbevingen in Noord-Groningen.Beeld Kees van de Veen

Kan de Nam de aardbevingsschade in Groningen wel vergoeden? Doordat Shell afstand nam van zijn geplaagde dochter, is dat de vraag. 

Olieconcern Shell heeft ongemerkt de aardgasdochter Nam op afstand geplaatst. Deskundigen stellen dat het bedrijf daardoor mogelijk niet langer aansprakelijk is voor schikkingen die Nam treft om de aardbevingsschade in Groningen te vergoeden. De Nam zelf heeft nauwelijks reserves, en kan de schade alleen betalen als het bedrijf gas blijft oppompen. Maar minister Wiebes wil de gasproductie juist terugschroeven.

Begin juni 2017 heeft Shell zijn zogeheten 403-aansprakelijkheidsverklaring voor de Nam ingetrokken, zo blijkt uit een kort zinnetje in het jaarverslag van Shell Nederland. "Daarmee is Shell niet langer aansprakelijk voor schulden van de Nam die het gevolg zijn van rechtshandelingen na die intrekking", zegt Hans Beckman, emeritus hoogleraar jaarrekeningenrecht aan de Erasmus Universiteit. "Voor alle schikkingen en overeenkomsten die de Nam na die intrekking sluit om aardbevingsschade te vergoeden, kun je dus niet bij Shell aankloppen."

De Nam is momenteel in onderhandeling met de staat en betrokken partijen uit de regio over afspraken om aardbevingsschade te vergoeden. Die worden opgenomen in het zogeheten ‘schadeprotocol’, waarin moet staan voor welke schade de Nam verantwoordelijk is, en hoe die wordt vergoed.

Shell heeft zijn aansprakelijkheid nu op voorhand kennelijk uitgesloten.
Steef Bartman, hoogleraar ondernemingsrecht

Ook die schade zal niet langer te verhalen zijn op Shell, stelt Steef Bartman, advocaat, hoogleraar ondernemingsrecht en expert in 403-verklaringen. "Een schadeprotocol mondt uit in een overeenkomst waarbij de Nam partij is. Het betreft dus een rechtshandeling, waarvoor Shell zijn aansprakelijkheid nu op voorhand kennelijk heeft uitgesloten."

Gevolgen

Dat kan verstrekkende gevolgen hebben, beaamt hoogleraar bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen Herman Bröring. "De Nam zal in het gros van de gevallen de schade schikken. Er komen relatief weinig zaken voor de rechter. Daarnaast is de Nam aansprakelijk voor de versterking van huizen, waarover eveneens afspraken worden gemaakt. De risico’s stapelen zich op en niemand weet hoe hoog die rekening uitvalt. Het is een reëel scenario dat de Nam volloopt met verplichtingen en Shell zijn handen er daarom vanaf trekt."

De risico’s stapelen zich op en niemand weet hoe hoog die rekening uitvalt. Het is een reëel scenario dat de Nam volloopt met verplichtingen en Shell zijn handen er daarom vanaf trekt.
Herman Bröring, hoogleraar bestuursrecht Rijksuniversiteit Groningen

Shell stelt dat "Nam een belangrijke joint venture blijft voor Shell". Het bedrijf beaamt dat het de aansprakelijkheid heeft ingetrokken, maar stelt dat dat is gebeurd omdat de Nam sinds vorig jaar een eigen jaarrekening publiceert. "De ‘403-verklaring’ die Shell Nederland in het verleden heeft afgegeven, diende ertoe de leveranciers van Nam (…) te beschermen, omdat deze niet in staat waren om de financiële situatie van Nam te beoordelen op basis van een door Nam gepubliceerde jaarrekening. Die jaarrekening is er nu wel." Dus is een aansprakelijkheidsverklaring niet meer nodig, aldus Shell, die de zaak afdoet als ‘puur een kwestie van jaarrekeningenrecht’.

Bartman: “Dat is een weinig plausibel verhaal. Shell draait de zaak om. Een aansprakelijkheidsverklaring is één van de voorwaarden om een dochter vrij te stellen van haar plicht om een jaarrekening te maken. Nu de Nam een eigen jaarrekening publiceert, stond het Shell vrij haar hoofdelijke aansprakelijkheid te handhaven. Zij was niet verplicht om die te beëindigen, dat is een bewuste keuze. Dat Shell haar verklaring heeft ingetrokken kort nadat de rechtbank vorig jaar de Nam schadeplichtig heeft gehouden, geeft te denken. Dat tussen één en ander verband bestaat acht ik dan ook zeer waarschijnlijk.” 

Waarom trok Shell plotseling zijn aansprakelijkheid voor de Nam in? Een puur juridische kwestie, stelt Shell. Een intrekking met mogelijk grote gevolgen, oordelen experts op het gebied van bestuurs- en ondernemingsrecht. De vrees is dat de Nam met veel te weinig geld over zal blijven om de aardbevingsschade als gevolg van gaswinning in Groningen te kunnen voldoen.

Wat heeft Shell precies gedaan?

De Nam is voor 50 procent in handen van Shell, en voor 50 procent van ExxonMobil. Jaarverslagen publiceerde de Nam tot vorig jaar nooit. Dat mag, maar alleen als de moedermaatschappij van de Nam zich aansprakelijk stelt voor schulden die het bedrijf aangaat als gevolg van rechtshandelingen – bijvoorbeeld contracten, of schikkingen. Vanaf 1985, zo valt terug te halen in het handelsregister, gaf Shell Nederland B.V. ieder jaar zo’n aansprakelijkheidsverklaring, ook wel 403 verklaring genoemd, af voor de Nam.

Vorig jaar publiceerde de Nam voor het eerst een eigen jaarverslag. Een Europese richtlijn verplicht mijnbouwbedrijven inzage te geven in hoeveel geld zij afdragen aan de staat. De Nam zegt bovendien te streven naar meer transparantie, en daarom een zelfstandig jaarverslag te publiceren.

Gevolg is dat Shell niet langer garant hoeft te staan voor de Nam. Leveranciers en klanten kunnen middels het jaarverslag zelf beoordelen hoe Nam er financieel voorstaat. In het jaarverslag van Shell Nederland is dan ook te lezen dat Shell zijn aansprakelijkheidsverklaring vanaf 2 juni 2017 heeft ingetrokken. De Nam was daarvan op de hoogte. 

Wat betekent dat?

De aansprakelijkheidsverklaring geldt alleen voor schulden die ontstaan uit rechtshandelingen van de Nam. Denk aan contracten met leveranciers of werknemers, maar ook schikkingen of overeenkomsten die de Nam sluit om aardbevingsschade te vergoeden. Alle verplichtingen uit dat soort verbintenissen die de Nam vanaf 2 juni 2017 aangaat, zijn door de intrekking van aansprakelijkheid niet langer te verhalen op Shell, stellen deskundigen. Stamt de verplichting van vóór 2 juni 2017, dan blijft Shell wel aansprakelijk.

Shell blijft aansprakelijk tot 2 juni 2017, daarna ligt het volledig bij de Nam.

Anders ligt het bij verplichtingen waar de Nam door een rechter toe veroordeeld wordt. De uitspraak van de rechter deze week dat de Nam de waardedaling van huizen direct moet vergoeden, bijvoorbeeld, was in principe al nooit te verhalen op de aandeelhouder.

Kan de Nam al die schade wel vergoeden?

De Nam stelt zelf dat het voornemens was en is zelf  de vergoedingen te betalen die voortvloeien uit de verplichtingen ten aanzien van haar activiteiten in Groningen. “Dit is niet veranderd door de intrekking van de 403-verklaring”. 

Uit het jaarverslag van de Nam blijkt dat er slechts 500 miljoen is gereserveerd om bevingsschade af te handelen.

Uit het jaarverslag dat het bedrijf vorig jaar publiceerde, valt echter op te maken dat er slechts zo’n 500 miljoen euro gereserveerd is om bevingsschade af te handelen. Dat lijkt bij lange na niet voldoende. Alleen al de uitspraak van de rechter deze week betekent naar schatting een kostenpost voor de Nam van rond een miljard. Tel daar de kosten voor herstel én versteviging van alle huizen in het aardbevingsgebied bij op, en de teller komt op meerdere miljarden.

In een reactie stelt de Nam dat de reservering voldoet aan de accountantsregels, maar dat daarmee niet alle toekomstige of te verwachten schade ook is opgenomen. “Op basis van de huidige financiële plannen kan Nam aan de verwachte verplichtingen voldoen”, stelt het bedrijf. 

Reserves heeft de Nam echter nauwelijks.

Het eigen vermogen bedraagt een kleine 200 miljoen euro. De winst is stelselmatig uitgekeerd aan de aandeelhouders, Shell en ExxonMobil. Hoeveel dat precies is, is niet te zeggen. Vorig jaar keerde de Nam 469 miljoen euro dividend uit, in een jaar met een relatief lage gasproductie en historisch lage gasprijzen. Volgens de Nam is die uitkering in lijn met haar normale dividendbeleid. 

Nam ziet zichzelf als ‘een solvabel bedrijf met een sterke balans en een grote jaarlijkse inkomstenstroom (...)’. Het bedrijf stelt ‘zelf adequate financiële buffers aan te houden’. Daarbij is het concern afhankelijk van de hoeveelheid gas die het kan produceren. “Natuurlijk is het zo dat bij dalende productievolumes de winstgevendheid van Nam onder druk komt te staan.” De Nam kan de schade dus alleen vergoeden als de gasproductie redelijk op peil blijft.

Als de Nam niet kan betalen, wie draait er dan op voor de schade?

De Tweede Kamer vroeg minister Wiebes onlangs te verzekeren dat de Nam voldoende geld zal hebben om ook bij een zware aardbeving, of over een langere periode, de schade te kunnen blijven vergoeden.

Die garantie kon de minister niet geven. Wel zei hij ‘in gesprek’ te zijn met de aandeelhouders van de Nam, Shell en ExxonMobil. “In deze gesprekken zal ik aan de orde stellen dat ook voor de langere termijn Nam voldoende middelen beschikbaar dient te houden om toekomstige schade te vergoeden”, aldus Wiebes.

Nu Shell zijn aansprakelijkheid heeft ingetrokken, verschuift in dat geval het risico van onvoldoende middelen in de Nam naar de staat.

Overigens wordt er momenteel onderhandeld over een nieuw zogeheten schadeprotocol. Zowel minister Wiebes als maatschappelijke organisaties hebben al gezegd dat mensen met schade zich bij voorkeur bij de overheid zouden moeten kunnen melden, en niet langer bij de Nam. De staat zou in dat geval de schade vergoeden, en die kunnen claimen bij de Nam. Nu Shell zijn aansprakelijkheid heeft ingetrokken, verschuift in dat geval het risico van onvoldoende middelen in de Nam naar de staat.

Wist Wiebes dat Shell zijn aansprakelijkheid heeft ingetrokken?

Ja, zo zegt een woordvoerder van Economische Zaken. Hij wil er verder niet op reageren: “Het staat iedere onderneming vrij een 403 verklaring in te trekken, ook Shell. Instemming van het ministerie is dan ook niet aan de orde, noch het vellen van een oordeel daarover.”

Het ministerie meldt in eerste instantie dat de intrekking geen gevolgen zal hebben voor de staat. Bij nadere vragen stelt een woordvoerder: “Een 403 verklaring is alleen van toepassing op schulden uit rechtshandelingen en is niet van toepassing op bijvoorbeeld schulden van de dochter die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen.

Een voorbeeld van een wettelijke verplichting is schade uit onrechtmatige daad, zoals aardbevingsschade. Dus ook met een 403 verklaring staat de moeder niet garant voor dergelijke schulden. De aansprakelijkheid voor rechtshandelingen blijft bestaan voor schulden die voortvloeien uit rechtshandelingen van voor de intrekking.” 

Op de vraag of de intrekking gevolgen heeft voor de staat voor schulden vanwege rechtshandelingen van ná de intrekking, wil het ministerie in tweede instantie niet ingaan.

Lees ook: Verbijstering in de Tweede Kamer over Shell

En: De Nam: melkkoe van Nederland, zonder vet op de botten