Direct naar artikelinhoud
bestuurscrisis

Rijkste inwoners, slapste gemeente

Beeld uit Bloemendaal. De gemeente mag weer op zoek naar een vaste burgemeester.

Bloemendaal en Wassenaar kennen als rijkste gemeenten van Nederland maar één probleem: ze zitten beide zonder burgemeester. Is er een verband?

Wie de beelden van de laatste raadsvergadering van 27 november terugkijkt, ziet burgemeester Jan Hoekema van Wassenaar ten onder gaan.

Achter de ranke zuilen van de Johan de Wittstraat gaat het debat over de komst van de Amerikaanse ambassade naar Wassenaar, en wat dit voor de bewoners betekent. Er komen beweegbare paaltjes die de tot nu toe openbare wegen afsluiten, en overal hangen straks camera's die 360 graden kunnen draaien. Waarom is dit niet met de raad overlegd? En wie betaalt al die beveiliging?

Hoekema zit niet scherp in de wedstrijd en voert een slordig dossier. Hij overlegde niet goed met de buurt, informeerde de raad onvoldoende en het contact met politie en justitie liep stroef. Op een essentiële vraag heeft hij geen antwoord: is beveiliging van de ambassade een zaak van de staat of van de gemeente? Met andere woorden: wie betaalt?

Bestuurlijke probleemgemeente

Een week later verschijnt er een bericht op de site van de gemeente Wassenaar. 'Burgemeester Jan Hoekema en de raad van de gemeente Wassenaar maken bekend dat er onvoldoende basis is voor een voortzetting van een vruchtbare samenwerking.' Hoekema is exit. Wassenaar zit zonder burgemeester.

Een fikse strandwandeling van 30 kilometer verbindt Wassenaar (ZH) met Bloemendaal (NH). Beide gemeenten hebben rond de 24000 inwoners, en behoren beide tot de rijkste van het land. Nergens is het gemiddelde inkomen per inwoner hoger dan in deze twee groene kustgemeenten. De Wassenaarders en Bloemendalers zijn zeer hoog opgeleid. Echte maatschappelijke problemen zijn er niet. De criminaliteit pakken ze zelf aan met particuliere beveiligingsbedrijven.

Nog een overeenkomst: óók Bloemendaal heeft géén (vaste) burgemeester. (al mag de gemeente nu wel weer op zoek naar een kandidaat). In betrekkelijk korte tijd stapten hier de afgelopen jaren twee burgemeesters op en drie wethouders. Ook in Wassenaar staat het vertrek van Hoekema niet op zichzelf. Daar vertrokken eerder vier wethouders. De gemeenten hadden door het ontbreken van maatschappelijke problematiek bestuurlijke walhalla's kunnen zijn. Maar de miljonairsdorpen hebben inmiddels het stempel van 'bestuurlijke probleemgemeente'.

Echte maatschappelijke problemen zijn er niet.

Zelfbesturende gemeente

Volgens hoogleraar bestuurskunde Arno Korsten die op verzoek van Trouw de malaise in Bloemendaal en Wassenaar vergeleek, vertonen beide gemeenten grote overeenkomsten. "Het zijn echte beheergemeenten waar het bestuur in de ogen van de bevolking en de raad vooral op de winkel moet passen." Als het afval maar wordt opgehaald en het plaveisel recht ligt. Voor het overige zorgen de inwoners wel voor zichzelf.

Het college en de raad mogen dan wel in vergadering bijeenkomen, het overleg over écht belangrijke zaken vindt plaats aan de rand van het hockeyveld, tussen invloedrijke burgers onderling. "De captains of industry gedogen het bestuur eerder, dan dat ze zich daaraan committeren", zegt Korsten. De mondige en zelfbewuste inwoners (met meer expertise dan de ambtenaren) schakelen om het minste of geringste een advocaat in. Voor hen is het kleine ambtelijke apparaat van de gemeente eigenlijk geen partij.

De mondige en zelfbewuste inwoners schakelen om het minste of geringste een advocaat in.
Het zijn echte beheergemeenten waar het bestuur in de ogen van de bevolking en de raad vooral op de winkel moet passen.

Instabiliteit

In Bloemendaal gebeurde dat toen twee ondernemers het verwaarloosde landgoed Elswouthoek opkochten en in conflict kwamen met de gemeente over de herontwikkeling. In Wassenaar speelde de komst van de Amerikaanse ambassade. De Amerikaanse en Nederlandse overheid die zich daarmee bemoeien zijn een maatje te groot voor het Wassenaarse bestuur.

Ook de politieke verhoudingen in de relatief kleine gemeenten spelen in een grote rol. De lange overheersing door één partij (in dit geval de VVD) en de uiteindelijke versplintering van de liberalen leidt in beide gemeenten tot gekissebis en afrekeningen, niet tot een gezamenlijk streven naar beleid voor de langere termijn. Het komen en gaan van wethouders, burgemeesters en waarnemers leidt tot instabiliteit, en daardoor bestuurlijke impopulariteit van de gemeenten. Want wie wil straks nog burgemeester worden van zo'n prachtig duindorp, maar mét een grote kans om te sneuvelen?

Wie is er wél geschikt?

Professor Arno Korsten verdiepte zich in de malaise in juist rijke gemeenten. Hij pleit voor terugkomst van de regeringscommissaris, voor het laatst ingezet in Finsterwolde (1951). Bij 'ernstige taakverwaarlozing' moet deze tijdelijk het roer overnemen. Een lichtere variant is een 'bestuurschout', die direct door de minister wordt gesteund. Een andere aanpak is die van de 'verschroeide aarde'. Gemeenten worden aan hun lot overgelaten totdat ze er zelf uitkomen, bijvoorbeeld via verkiezingen.

Wassenaar en Bloemendaal moeten volgens Korsten veel sterkere en ervaren burgemeesters zoeken, die emoties binnen het college en de raad weten te temperen, door op het juiste moment 'het ventiel open te zetten'. Sterke samenlevingen verdienen een sterk bestuur, zegt hij. Ook als die gemeenten maar 20.000 inwoners tellen. Probleem kan zijn dat de raad tegenwoordig zelf de burgemeester voordraagt.

Een emmer die langzaam volloopt
Burgemeesters in gemeenten als Bloemendaal en Wassenaar vallen zelden over één heikel punt. Vaak voelt de burgemeester de cultuur in de gemeente niet goed aan, waardoor er voortdurend irritaties ontstaan. Ook in Wassenaar was er volgens Arno Korsten sprake van een emmer die is overgelopen. Hoekema kwam eerder in de problemen omdat hij twee pizza's niet had afgerekend bij de supermarkt, de verbouwing van zijn ambtswoning bleek te duur, hij gaf met zijn echtgenote Marleen Barth een Privé-achtig interview in de Volkskrant, de zogenaamde 'seksrel' (waarbij een raadslid zich geïntimideerd voelde door een wethouder) kocht hij af voor 1,5 ton, en hij opende een school in Tanzania terwijl de gemeente voor zijn reis betaalde. Daar kwam de zaak van de Amerikaanse ambassade bij. Plaatselijke politici beschreven het afscheid van Hoekema als het einde van een 'slecht huwelijk'.