Direct naar artikelinhoud
Column

Schaamte hangt als een klamme deken over de Marokkaanse gemeenschap

Schaamte hangt als een klamme deken over de Marokkaanse gemeenschap
Beeld Maartje Geels

Een paar jaar geleden trad ik op in de jeugdgevangenis; ik was uitgenodigd om voor te lezen uit mijn boeken. 

Na afloop raakte ik met een paar van de jonge gedetineerden in gesprek. Sommigen vertelden openhartig, anderen hadden een glasheldere analyse van hoe het allemaal gekomen was dat ze van het padje af waren geraakt.

Ik herinner me een gesprek in het bijzonder. De jongen vertelde over hoe gemakkelijk het was voor jongens van zijn leeftijd om in het criminele circuit terecht te komen. De grens tussen boven- en onderwereld was in de grote steden nog nooit zo dun geweest. Wat hij me vertelde, ging over de lokroep van het geld en de aantrekkingskracht van verkeerde vrienden. Vooral die verkeerde vrienden, daar was het heel moeilijk weerstand aan bieden. Ze leken op elke straathoek te staan, ze waren altijd dichtbij en ze konden altijd wel iets voor je betekenen.

De Marokkaanse moeders huilen, de vaders zakken verder weg in hun depressie, de jongeren lijden

De dood ingejaagd

Wat hij me vertelde, bracht herinneringen naar boven aan mijn eigen opgroeien in Rotterdam. Ik hoefde niet de straat op om mijn kostje bij elkaar te scharrelen, maar je was je altijd bewust van die jongens die het niet goed met je voor hadden. Ze deden dingen die het daglicht niet konden verdragen. En ze straalden een bepaalde aantrekkingskracht uit. Er hing een sfeer van volwassenheid en kracht om hen heen. Ik deed de mavo, daarna de havo en vond m'n weg naar de universiteit. Literatuur was mijn redding - daar vond ik alles wat ik nodig had voor mijn psychologische weerbaarheid. En ik kwam mensen tegen die me vertelden dat ik een goed stel hersens had. Dat gaf me zelfvertrouwen.

Ik denk aan de jonge Marokkaanse vrijwilliger die in een Amsterdams buurthuis werd gedood door het wapengeweld van jonge criminelen die daar naar binnen waren gegaan om wraak te nemen. Een getalenteerde, ambitieuze jongeman met het hart op de juiste plek werd de dood ingejaagd.

De Marokkaanse moeders huilen, de Marokkaanse vaders zakken verder weg in hun depressie. De jongeren lijden.

Het beetje religieuze opvoeding vindt plaats op het internet, ook daar heeft men die ouwe niet voor nodig

Klamme deken

Schaamte hangt als een klamme deken over de Marokkaanse gemeenschap. Waar men niet over spreken kan, daarover moet men zwijgen. Deze jongens hebben geen relatie tot hun vader, het contact is gebaseerd op wederzijds wantrouwen. Geen goed uitgangspunt voor een sterke vaderband. Het beetje religieuze opvoeding vindt plaats op het internet, ook daar heeft men die ouwe niet voor nodig. En dan is er het cognitieve element. Veel van deze jongens die het dievenpad opgaan, hebben een verstandelijke beperking; zij vullen de Top-600-lijstjes omdat ze makkelijk te beïnvloeden zijn.

Hun realiteit wordt bij gebrek aan een zinnig perspectief geheel en al opgevuld door de koortsfantasieën van geld, blingbling en protserige overdaad. In hun echte wereld bestaan geen veilige plekken, heeft familie een nare bijsmaak, zijn de instituten als school, overheid en politie angstaanjagende forten, de Nederlandse taal is een onneembare barrière, en foute vrienden staan op elke straathoek.

Dit is een crisis die alleen liefde op kan lossen, maar liefde is een schaars goed

Alle verantwoordelijkheid komt bij moeder te liggen, maar moeder moet vroeg op, heeft vele monden te voeden en krijgt weinig tot geen ondersteuning van haar man. We weten niet wat er achter de voordeur gebeurt, wat er gebeurt is vol van onwetendheid. Dit is een crisis die alleen liefde op kan lossen, maar liefde is een schaars goed.

Abdelkader Benali (1975) is schrijver. In 1996 debuteerde hij met Bruiloft aan Zee, in 2003 won hij de Libris Literatuur Prijs voor zijn roman De Langverwachte. Lees hier zijn eerdere columns.