Direct naar artikelinhoud

Help, het gaat toch niet goed met de ozonlaag

Het gat boven Antarctica, zoals de Nasa dat op 11 september vorig jaar nog mat. Blauw staat voor lage ozonconcentraties.Beeld rv

Het gat in de ozonlaag boven Antarctica krimpt weliswaar langzaam, maar boven grote delen van de wereld wordt de beschermende laag juist ieler. Wetenschappers kunnen slechts gissen naar de oorzaak.

Dit najaar juichten de persberichten nog. Het gat in de ozonlaag was kleiner dan het in dertig jaar geweest was. Het Protocol van Montreal heeft resultaat, luidde de conclusie. In dat Protocol uit 1987 was afgesproken de zogeheten cfk’s uit te bannen. Deze gassen, die werden gebruikt in koelkasten en spuitbussen, bleken het ozon in de hogere luchtlagen, de stratosfeer, aan te tasten. En dat ozon beschermt het leven op aarde tegen UV-straling van de zon.

Het was destijds een grote verrassing dat de cfk’s zo schadelijk konden zijn. De gassen dankten hun succes op aarde juist aan het feit dat ze nergens mee leken te reageren en dus geen kwaad konden. Precies die eigenschap zorgde ervoor dat de cfk’s een lange reis door de dampkring konden ondernemen en uiteindelijk ook in de ijzige luchtlagen boven de zuidpool terechtkwamen. 

Het uiterst agressieve ozon

Daar stuitten ze op moleculen waar ze wel mee reageerden, het uiterst agressieve ozon. Op andere plaatsen waren de omstandigheden minder gunstig voor een reactie tussen ozon en cfk’s – boven de Noordpool was de ozonlaag weliswaar ook aangetast, maar minder ernstig dan aan de andere kant van de aarde.

Toen het Protocol in werking was getreden, daalde de concentratie cfk’s gestaag en na enige jaren begon de ozonlaag boven Antarctica zich te herstellen. Maar buiten de poolstreken bleef de ozonconcentratie ongeveer gelijk. Vreemd, constateerden meteorologen uit Zürich en Londen, in de hogere delen van de stratosfeer – op 30 à 50 kilometer hoogte – zien we wel een toename. Zou het dan in lagere delen minder worden?

Blijkbaar heeft het Montreal Protocol geen effect op de lagere stratosfeer. En dat juist in de regio met het meeste leven
Guus Velders, ozon-expert bij het RIVM

Dat bleek een lastige vraag. De dynamiek in deze luchtlaag is groot, waardoor de ozonconcentraties sterk schommelen. Bovendien voorzag geen enkel model deze ontwikkeling. De meteorologen analyseerden talrijke satellietmetingen en concluderen nu in het vakblad Atmosferic Chemistry and Physics dat de lagere stratosfeer inderdaad minder ozon bevat.

Weggeblazen

Ze hebben er twee verklaringen voor. Kortlevende chloorhoudende chemicaliën zoals ontvettings- of afbijtmiddelen zouden in die onderste laag terechtkomen. Of de klimaatverandering heeft de luchtstromen veranderd zodat het ozon als het ware wordt weggeblazen.

Dat laatste lijkt ozon-expert Guus Velders van het RIVM het meest aannemelijk. Niettemin heeft de uitkomst van dit onderzoek hem verrast. “Blijkbaar heeft het Montreal Protocol geen effect op de lagere stratosfeer. En dat juist in de regio met het meeste leven.” 

Of het ook alarmerend is, hangt van veel factoren af. Zo remmen de belangrijkste broeikasgassen, zoals kooldioxide en methaan, de afbraak van ozon af, terwijl lachgas die afbraak juist versterkt. Velders: “Wat dit in 2050 betekent, hangt dus ook van ons klimaatbeleid af.”

Lees ook:
Juichten we te vroeg dit najaar, toen we schreven dat het gat in ozonlaag 'nog maar' 500 keer Nederland was?