Burma en Bangladesh beginnen volgende week met terugkeer Rohingya
Bangladesh en Burma willen vanaf komende dinsdag 1500 Rohingya-vluchtelingen per week terugbrengen naar Burma.
Dat hebben de beide buurlanden afgesproken in een nadere uitwerking van een deal die zij in november sloten. De volledige repatriëring van de honderdduizenden Rohingya-moslims, die de afgelopen maanden Burma ontvluchtten, zou in twee jaar moeten zijn afgerond.
Volgens de beide landen zullen de vluchtelingen vanuit vijf doorgangskampen in Bangladesh worden overgebracht naar twee 'ontvangstcentra' aan de Burmese kant van de grens. De Burmese autoriteiten beloven dat de Rohingya zullen worden beschermd en dat huizen voor hen zullen worden gebouwd.
Rohingya-rebellen
Sinds het recente bloedvergieten in de regio Rakhine, in het westen van Burma, vorig jaar begon, vluchtten ruim 650.000 Rohingya naar Bangladesh. Het geweld brak los op 25 augustus, toen Rohingya-rebellen langs de grens met Bangladesh politieposten en een legerbasis aanvielen. De Burmese strijdkrachten, bijgestaan door boeddhistische knokploegen, reageerden met een bikkelharde anti-guerilla-operatie. Tientallen Rohingya-dorpen gingen in vlammen op en er vielen volgens schattingen van hulporganisaties duizenden doden.
Als de beide landen er inderdaad in slagen om vanaf dinsdag 1500 Rohingya per week te repatriëren, zullen na twee jaar 156.000 vluchtelingen zijn teruggekeerd – veel minder dan de ruim 600.000 die nu in Bangladesh bivakkeren. Het is bovendien de vraag hoeveel Rohingya terug durven te gaan, gezien de verkrachtingen en moordpartijen die de laatste maanden hebben plaatsgevonden. Hulporganisaties en mensenrechtenactivisten reageren dan ook kritisch op de deal.
De tekst loopt door onder de afbeelding
Een vorm van 'apartheid'
Volgens Human Rights Watch behandelen de buurlanden de vluchtelingen ‘alsof ze een inerte massa mensen zijn die op elk moment overal heen kan worden gestuurd.’ “Waar zijn de afspraken voor de bescherming van de Rohingya tegen de Burmese troepen die hen enkele maanden geleden nog verkrachtten en vermoordden?” aldus een woordvoerder van Human Rights Watch in een verklaring.
De Rohingya-moslims zijn vooral sinds het midden van de negentiende eeuw naar de Burmese grensregio Rakhine gekomen en vormen een kleine, sterk achtergestelde minderheid in het overwegend boeddhistische land. De Burmese regering noemt de Rohingya 'Bengaalse moslims' en erkent hen niet als staatsburgers. De Rohingya hebben daardoor slecht toegang tot onderwijs en zorg, en zijn relatief arm. Amnesty International hekelde de geïnstitutionaliseerde discriminatie van de Rohingya onlangs als een vorm van 'apartheid.' Het kwam de afgelopen decennia ook al meermaals tot geweld tussen de Rohingya en boeddhistische Burmezen.