Direct naar artikelinhoud

Aandeel schone energie stijgt, maar heel licht

Windmolenpark in Egmond aan zee.

Het verbruik van hernieuwbare energie in Nederland stijgt nauwelijks. In 2015 is het percentage toegenomen van 5,5 naar 5,8 procent. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakt dat vanmorgen bekend.

Het afgelopen jaar werd op allerlei fronten meer schone energie opgewekt: met windmolens, zonnepanelen en aardwarmte. In elektriciteitscentrales is meer biomassa mee- en bijgestookt. Maar de stijging is heel licht. Het CBS schrijft: 'De groei van het verbruik van biomassa bleef achter. Dit had een drukkend effect op de totale toename van het energieverbruik uit hernieuwbare bronnen'.

Energieakkoord
Nederland staat, genoegzaam bekend, voor een grote opgave. In het energieakkoord uit 2013 hebben 47 organisaties afgesproken dat het aandeel hernieuwbare energie in 2020 14 procent moet zijn. De Europese Unie accepteert geen lager percentage.

Met het huidige groeitempo gaat Nederland die 14 procent niet halen. Juist vorige week heeft minister Henk Kamp (VVD, economische zaken) met de andere partijen van het energieakkoord afgesproken dat er een tandje bij moet. Voor het eerst dreigt hij met dwingende maatregelen voor meer energiebesparing en minder gebruik van fossiele brandstoffen.

Ed Nijpels, die de uitvoering van het akkoord bewaakt, repte en week geleden over 'een doorbraak'. "We zijn achter de schermen door een politiek-psychologische barrière gegaan. De verduurzaming moest de afgelopen jaren van verleidingen komen. Dat pakte onvoldoende uit. Daar maken we nu een einde aan." Wat dit exact betekent voor bedrijven en huishoudens, wordt dit najaar duidelijk. Vooral de energie-intensieve industrie doet te weinig aan verduurzaming en moet een ingreep vrezen.

Extra maatregelen
Kamp laat in een reactie op de nieuwe CBS-cijfers weten dat hij vertrouwen houdt in het energieakkoord en het halen van de 14 procent-norm. Volgens de minister komt de geringe groei overeen met voorspelling uit de eind vorig jaar verschenen Nationale Energieverkenning. Daaruit bleek ook dat die 14 procent alleen met extra maatregelen kan worden gehaald.

Om het energieakkoord te laten slagen is nog een enorme duurzame sprong nodig. Nederland treft daar op dit moment de voorbereidingen voor. Zo verrijzen op de Noordzee de komende jaren vijf enorme windmolenparken, die tot de grootste ter wereld zullen behoren. In 2017 moet het eerste, voor de kust van het Zeeuwse Borssele, operationeel zijn. In 2018 tot 2020 openen de andere, ter hoogte van de Zuid- en Noord-Hollandse stranden.

De ontwikkeling van het park-Borssele (2x350 megawatt) is ondertussen in volle gang. De Nederlandse overheid heeft in totaal 38 biedingen van bedrijven uit binnen- en buitenland gekregen. Daar zitten enkele opvallende namen tussen, zoals de 'fossiele reus' Shell, die het park graag zou willen ontwikkelen met baggeraar Van Oord en energiebedrijf Eneco.

Competitie
President-directeur Marjan van Loon van Shell Nederland zei zaterdag in NRC: "De windparken bij Borssele zijn een groot project. Dat is geen probeersel of een teentje in het water, het is echt een groot project. Ik hoop dat er nog meer grootschalige wind-op-zeeprojecten volgen."
De concurrentie komt van bedrijven als Vattenfall (de moeder van Nuon), RWE (moeder van Essent) en - vermoedelijk - Dong Energy.

Door de competitie verwacht minister Kamp dat het windmolencomplex goedkoper kan worden aangelegd dan aanvankelijk gedacht. In augustus wordt duidelijk welk bedrijf of consortium het Borssele-park mag bouwen. Daarna moeten razendsnel de andere windmolencomplexen worden ontwikkeld, wil Nederland die 14 procent duurzame energie in 2020 nog halen.