Direct naar artikelinhoud

Naomi Klein heeft hoop voor het klimaat, maar het roer moet wel om

Naomi Klein heeft hoop voor het klimaat, maar het roer moet wel om
Beeld Gemma Pauwels

Welk levensgevoel hoort er bij onze tijd van klimaatverandering? Voor Naomi Klein is dat geen moeilijke vraag: actiebereidheid. Wij moeten onze levens en onze systemen radicaal veranderen, en wel nú. 

Klimaatverandering is een wicked problem. Althans, dat beweren vooraanstaande filosofen en denkers die zich ermee bezighouden. Dat woordje wicked is niet makkelijk te vertalen, maar behalve de negatieve bijklank (iets als ‘slecht’) wijst het ook op een zekere ongrijpbaarheid. Klimaatverandering is ‘complexe ­materie’, een ‘hyperprobleem’, even overweldigend als onbevattelijk.

En toen heeft het vrije-markt-kapitalisme gewonnen

Machtsgrepen van multinationals

De Canadees-Amerikaanse activist Naomi Klein denkt hier anders over. Misschien komt het doordat ze geen ­filosofische achtergrond heeft – maar dat hebben sommige erkende klimaatdenkers, zoals Timothy Morton, ook niet. Ze is gepokt en gemazeld als journalist en brak internationaal door als activist die zich onderscheidde met een bijzonder grondige documentatie. Met haar boek ‘No Logo’ (2000) klaagde ze het bedrijfsleven aan en opende ze een enorm publiek de ogen over de manipulaties en machtsgrepen van multinationals. Daarna kwam ‘De shockdoctrine’ (2007), waarin ze liet zien hoe diezelfde bedrijven steeds opnieuw weten te profiteren van politieke crisissituaties.

Jurist Daphina Misiedjan, die aan de Universiteit Utrecht onderzoek doet naar problemen op het snijvlak van mensenrechten en milieu: “Ik kwam net van de middelbare school toen ‘No Logo’ verscheen. Dat boek heeft wereldwijd invloed op maatschappelijke debatten. Een van de centrale punten hieruit is dat merken veranderd zijn in boegbeelden van positieve levensstijlen en ideologieën die de uitbuiting en ­milieu-exploitatie verbloemen die ­dezelfde merken veroorzaken. De consumenten die het merk kopen kiezen voor die positieve levensstijl, maar dragen onbewust bij aan exploitatie. Het merk is dus niet alleen een logo, maar een idee en rookgordijn. Dit past Klein in een van haar laatste boeken ook toe op Trump, die de perfecte illustratie is van de verweving van merk en ideologie.”

Doodvonnis

Tien jaar geleden begon Klein haar aandacht te richten op klimaatverandering – een onderwerp waar ze naar ­eigen zeggen altijd een beetje van weg had gekeken, omdat het haar zo ­ingewikkeld leek. En wat bleek? Het is ­eigenlijk ­helemaal niet ingewikkeld: de mechanismen die ze eerder blootlegde, zijn ook hier van kracht.

Filosoof Lisa Doeland: “Naomi Klein neemt duidelijk stelling. Ze plaatst de mogelijkheid om iets tegen klimaatverandering te doen tegenover het kapitalisme en stelt dat de klimaatbeweging kostbare decennia heeft verspild door te proberen om de square peg van de ­klimaatcrisis in de round hole van het gedereguleerde kapitalisme te krijgen.”

Klein baseert haar stellingname allereerst op een feitelijke reconstructie. Daarin laat ze zien dat al in de jaren tachtig duidelijk was dat er klimaatverandering gaande was, waar die door veroorzaakt werd en hoe die zich verder zou ontwikkelen. Doeland: “Er volgde een aantal topconferenties van wereldleiders, onder andere in Rio de Janeiro in 1992. Tegelijkertijd kwam met de val van de Berlijnse muur het laat-kapitalisme of het neoliberalisme tot bloei; de droom van een geglobaliseerde wereld waarin goederen en mensen vrij circuleren. Het was duidelijk dat vrije handel en het tegengaan van klimaatverandering op gespannen voet met elkaar stonden. En toen heeft het vrije-markt-kapitalisme gewonnen.”

Wat Obama tegenhield, was de krachtige ideologie die voorschrijft dat je grote bedrijven niet mag vertellen hoe ze hun bedrijf moeten runnen
Naomi Klein

Een van de sleutelmomenten in deze strijd is volgens Klein het Nafta-handelsverdrag dat onder president Clinton werd opgesteld, en waar uiteindelijk ook een groot aantal groene organisaties achter is gaan staan. Doeland: “Daarmee hebben ze volgens Klein hun eigen doodvonnis getekend. Door hun zegen te geven, hebben ze aan geloofwaardigheid als tegenmacht ingeboet.”

Ideologische kritiek

Klein maakt op basis van een enorme hoeveelheid documenten, interviews, rapporten en onderzoeksgegevens duidelijk dat sinds die cruciale tijd waarin de politiek het pleit nog ten gunste van het klimaat had kunnen beslechten, het bedrijfsleven structureel aan het langste eind trekt, en de planeet – en onze gezamenlijke toekomst – het onderspit delft. Doeland: “Dat komt doordat wetten, beleid en instituties gericht zijn op de stimulering en versterking van de economie en van de handelsvrijheid. Zelfs als een bedrijf ergens wil investeren (bijvoorbeeld om olie te boren in een natuurreservaat) en het wordt teruggefloten door milieuregels, dan kan het bedrijf een schadeclaim indienen. Uit angst voor dergelijke claims laten veel landen de multinationals liever gewoon hun gang gaan. Klein stelt vast: we hadden ook beleid kunnen maken dat dit soort praktijken tegengaat. We hadden ook tanden kunnen geven aan de bescherming van het milieu. In plaats daarvan hebben we tanden gegeven aan de instituties die de belangen van grote bedrijven dienen.”

De laatste die hier volgens Klein echt verandering in had kunnen brengen was president Obama. Toen in 2008 de financiële markten crashten, was er een historisch momentum om de markten nu eens echt te reguleren. Klein vraag zich af waarom hij dat destijds niet gedaan heeft. Dat brengt haar bij haar ideologische kritiek: ‘Wat hem tegenhield, was de onzichtbare gevangenschap in een krachtige ideologie die voorschrijft dat je grote bedrijven niet mag vertellen hoe ze hun bedrijf moeten runnen. Zelfs als ze hun zaken ten gronde aan het richten zijn.’

Waardenstrijd

Doeland: “Naomi Klein wijst erop dat het geen natuurlijk gegeven is dat ­bedrijven hun gang kunnen gaan en dat je ze als overheid geen strobreed in de weg mag leggen. Ook al ervaren wij het wél zo. Zonder het te beseffen, onderschrijven we daarmee de achterliggende grondgedachte: wij zijn zelfzuchtige wezens die alleen maar bezig zijn met ons eigenbelang, en dat is de enige ­manier om vooruitgang te boeken en welvaart te creëren. Naomi Klein merkt op dat uit verschillende onderzoeken ­inderdaad blijkt dat materialistische waarden leiden tot achteloosheid, maar dat is iets heel anders dan veronderstellen dat ‘de menselijke natuur’ het probleem is en dat zelfzucht en hebzucht aangeboren zijn. We zijn op zijn minst óók sociale wezens, die zich voor elkaar in willen zetten en die offers willen brengen aan het collectief. Maar daar is geen ruimte voor binnen de neoliberale ideologie. Er is, kortom, sprake van een waardenstrijd.”

Naomi Klein wijst ons op de ‘giftige narratieven’ die ons gevangen houden. In haar ogen is de globalisering alleen gunstig voor een klein deel van de wereldbevolking, terwijl het grootste deel van de mensheid er enkel schade door ondervindt – een nieuwe vorm van kolonialisme dus, waarin westerse bedrijven de rol van de voormalige ­veroverende keizer- en koninkrijken hebben overgenomen.

Er zijn in dit wereldbeeld bepaalde ‘opofferingszones’ nodig: gebieden die leeggetrokken of vergiftigd kunnen worden

Doeland: “Wat die bedrijven en dit beleid bindt is een niet-wederkerige, op dominantie gerichte relatie tot de aarde, die gebaseerd is op nemen. Er zijn in dit wereldbeeld bepaalde ‘opofferingszones’ nodig: gebieden die leeggetrokken of vergiftigd kunnen worden, en dat wordt gerechtvaardigd met een ­beroep op het veronderstelde greater good van economische vooruitgang. Als voorbeeld noemt Klein het eilandje Nauru. Eeuwenlang hebben daar vogels gepoept; die poep is fosfaat geworden. Westerse bedrijven hebben het eiland vanaf de jaren zestig in ontwikkeling gebracht om het fosfaat te verkopen als kunstmest. Nu zinkt het eiland langzaam weg, door de stijging van de zeespiegel. Klein stelt dat het eilandje in ontwikkeling is gebracht om te verdwijnen; het suïcidale resultaat van onze op vervuiling en roofzucht gebaseerde economie.”

Zoete praatjes

Goed, maar het probleem van klimaatverandering was eenvoudig, niet waar? Zijn er dan simpele oplossingen? Ja, maar pas op: we mogen van Klein niet ‘magisch denken’. Dus: hecht vooral geen geloof aan de zoete praatjes van filantropische miljardairs (denk aan mensen als Elon Musk) of de visioenen van whizzkids die met technologie de aarde gaan redden. Uiteindelijk moedigen die stemmen ons alleen maar aan om op de bestaande orde te blijven ­vertrouwen. Klein zegt: ‘Het idee dat alleen het kapitalisme de wereld kan redden van een crisis die door het kapitalisme is gecreëerd, is steeds opnieuw getest in de echte wereld. En het werkt niet.’

En toch is ze hoopvol. Daphina ­Misiedjan: “Uniek aan Klein is dat ze de klimaatcrisis ziet als een kans om de wereld voor het eerst in de geschiedenis rechtvaardig in te richten. Het roer moet helemaal om, maar dat betekent ook dat er iets werkelijk nieuws kan ontstaan. Een wereld waarin ook de mensen die tot nu toe niet mee mochten doen, worden opgenomen. Herstellende rechtvaardigheid.”

Hoopvol

Deze verandering moet van onderaf groeien, is Kleins overtuiging. Misiedjan: “Zo kritisch als ze is tegenover ­bedrijven en tegenover eenkennige one-issue-goede-doelen, zo hoopvol is ze als het aankomt op de kracht van mensen die samen een vuist maken. Ze wijst erop dat het burgers waren die in eerdere grote crises de verandering ­hebben gebracht – denk bijvoorbeeld aan rassendiscriminatie en vrouwenonderdrukking. Ook in de klimaatcrisis, die volgens Klein nog steeds onvoldoende als crisis onderkend wordt – hoopt ze dat burgers zullen opstaan om verandering te eisen.”

De zoete wensdromen van een ­activist? Misiedjan: “Dat valt te bezien. De laatste jaren roeren burgers zich ­wereldwijd steeds actiever. Van de ­klimaatmarsen in de VS tot de opkomst van kleine collectieven van werknemers die naar hun eigen pensioenfonds stappen om een groene koers te eisen – zoals de burgerbeweging Fossielvrij NL met succes doet. Maar denk ook aan de burgerbeweging Urgenda, die de Nederlandse staat aanklaagde om meer CO2-reductie te eisen uit naam van huidige en toekomstige generaties.”

Naomi Klein

Geboren: 1970, Montreal (Quebec, Canada)
Functie: activist en publicist
Belangrijkste boeken: 'No logo' (Lemniscaat, 2000), 'De shockdoctrine. De opkomst van het rampenkapitalisme' (De Geus, 2007) en 'No Time. Verander nu voor het klimaat alles verandert' (De Geus, 2014)
Samenwerkingen: Klein verbond zich met andere bekende Canadezen aan The Leap Manifesto, een oproep om de Canadese economie fossielvrij te krijgen

Lees ook de twee eerdere delen uit deze serie:  

Deel 1:  We zijn in oorlog met de aarde, maar wie staat aan welke kant? Filosoof Bruno Latour morrelt aan ons waarheidsbegrip en wil alle dingen laten spreken.

Deel 2: Open jezelf voor een duister bewustzijn. Welk levensgevoel hoort er bij onze tijd van klimaatverandering? Timothy Morton wijst de weg zonder de route te kennen.