Direct naar artikelinhoud
Recensie

'Het tijdperk van de tovenaars' is een grandioze ideeëngeschiedenis

'Het tijdperk van de tovenaars' is een grandioze ideeëngeschiedenis
Beeld Boekomslag 'Het tijdperk van de tovenaars'

Het tijdperk van de tovenaars
Wolfram Eilenberger
Het grote decennium van de filosofie, 1919-1929. Vertaald door W. Hansen.
De Bezige Bij, 368 blz., € 29,99
★★★★★

Filosoof, schrijver en journalist Wolfram Eilenberger (1972, Freiburg im Breisgau) was tussen 2011 en 2017 hoofdredacteur van Philosophie Magazin. Momenteel presenteert hij het programma 'Sternstunde Philosophie' bij de Zwitserse zender SRF en is hij uitgever bij Nicolai Verlag te Berlijn.

De opzet

In de periode 1919-1929 explodeerde het Europese denken: Martin Heidegger bracht 'Sein und Zeit' uit, Ludwig Wittgenstein zijn 'Tractatus Logico-Philosophicus'. Welke krachten waren er als bij toverslag ontketend?

Met 'Het tijdperk van de tovenaars' puzzelt Wolfram Eilenberger een grandioze ideeëngeschiedenis van het interbellum bij elkaar, waarin Wittgenstein, Heidegger, Walter Benjamin en Ernst Cassirer als de hoofdpersonen optreden.

In de jaren na de Eerste Wereldoorlog probeerden deze 'tovenaars' de filosofie te bevrijden van de wis- en natuurkundige logica waar die sinds de Verlichting aan gekluisterd was. Mystiek en poëzie werden als breekijzers niet geschuwd. Voor Heidegger betekende het nieuwe denken dat je de wereld niet meer door het valse 'melkglas van de theorie' waarnam, maar dat je als mens moest streven naar een volledig authentiek en oprecht 'Dasein'.

De vragen 'Wat kan ik weten?' en 'Hoe moet ik leven?' waren voor deze filosofen onmogelijk van elkaar te scheiden. Heidegger brak met het katholicisme, Wittgenstein weigerde een miljoenenerfenis. Daarmee maakten de denkers een lange neus naar hun uitgestippelde lotsbestemming.

Cassirer had weinig op met dergelijke grote gebaren. Binnen Eilenbergers tovenaarskwartet is hij de vreemde eend in de bijt: een bescheiden, evenwichtig academicus, een man van vaste routines die niet werd geplaagd door writer's blocks of depressies, en ook nog eens de enige overtuigde democraat uit het rijtje. Als cultuurfilosoof stond Cassirer wantrouwig tegenover elk '-isme' dat zo vermetel was om de absolute waarheid te verkondigen.

De opzet
Beeld rv

De filosofie van de vier tovenaars is het product van een tijd onder hoogspanning, een decennium vol technologische innovaties, wanhoop en onheilspellende dromen van grootsheid. Terwijl de tovenaars hun formules openbaarden, stortte de Weimarrepubliek in en baande Hitler zich een weg naar de macht. Cassirer vluchtte naar de Verenigde Staten. Benjamin (net als Cassirer joods) pleegde in 1940 zelfmoord om deportatie door de nazi's te voorkomen. Heidegger bekeerde zich tot het nazisme.

Eilenberger schetst de aantrekkingskracht van Heidegger op een generatie jonge denkers (onder wie zijn minnares Hannah Arendt) die met ingehouden adem naar diens colleges luistert.

Opvallende passage

Ahrendt: 'Niettemin, er vonkt en schittert iets, als hij in zijn speciaal voor hem ontworpen combinatie van rijbroek en lange overjas - half klederdracht half kostuum - de zaal betreedt, zachtjes, bijna fluisterend, aan zijn college begint en zonder aanwijsbare voorbereiding en zonder aantekeningen steeds dringender en intenser begint te filosoferen, terwijl zijn blik uit het raam dwaalt. De man is de bijzondere gebeurtenis die hij wil zijn.'

Reden om dit boek niet te lezen

Soms is Eilenberger wat overijverig in het vergelijken van het interbellum met onze huidige tijd, zoals wanneer hij schrijft dat Walter Benjamin in 2018 naar alle waarschijnlijkheid de kost zou verdienen als bio-indexdeskundige of feng shui-adviseur.

Reden om dit boek wel te lezen

Al vanaf de eerste pagina weet je als lezer dat je bij Eilenberger in goede handen bent. Hij beschikt naast zijn interpretatieve talent over een zeldzaam oog voor detail, karakterisering, spanningsopbouw en (dramatische) ironie. De ene levendige scène volgt op de andere.

Bijvoorbeeld: na de verdediging van zijn proefschrift klopt Wittgenstein zijn promotors Bertrand Russell en G.E. Moore op de schouder en spreekt hij de onsterfelijke woorden: 'Trek het je niet aan, ik weet dat jullie het nooit zullen begrijpen.'

Als een detective pluist Eilenberger de correspondentie van de vier denkers uit. Hoe beïnvloedden ze elkaar, waar scheidden hun wegen? In Eilenbergers geschiedenis blijken vaak verliefdheden, de omgang met tegenslag, beroepsmatige afgunst en financiële besognes van de vier hoofdpersonen doorslaggevend voor hun ontwikkeling. Ze worden heen en weer geslingerd tussen de krachten van 'lot' en 'karakter'. Menselijk, al te menselijk.

Meer boekrecensies vindt u in ons dossier.