Direct naar artikelinhoud
Theologisch elftal

De mens als hoeder of als plaag?

Sprinkhanenplaag op de Canarische Eilanden.Beeld reuters

De mens is in staat gebleken de aarde uit te putten. Het theologisch elftal buigt zich deze week over de vraag: wat is de betekenis van het begrip ‘rentmeesterschap’.

Wat is er toch met ons zelfbeeld aan de hand?’ vroeg filosoof Ralf Bodelier zich zaterdag af in Letter & Geest. Sinds we besef hebben van de ecologische crisis zien we de mens als ‘plaag’ voor de planeet. We zijn een gezwel, een ziekte, een zwerm sprinkhanen die de aarde uitvreet en andere soorten doet uitsterven. Bodelier verlangt naar een optimistischer, waardiger, verhevener toon over de mens en zijn plek in de wereld. Hij verwijst daarbij naar de Bijbelse traditie die de mens ‘beeld van God noemt’. Dus wat zijn we nu: een duistere plaag voor de planeet of hoeder van de schepping?

Huisbeheerder

“Zeker ook hoeder”, begint Erik Borgman, hoogleraar publieke theologie aan Tilburg University. “Maar de theologische traditie grijpt dan vaak naar wat men rentmeesterschap noemt, de mens als een soort huisbeheerder van de aarde.” Daar distantieert hij zich van. “Dat rentmeesterschap wijst terecht op de verantwoordelijkheid van de mens, maar vergeet dat we zelf ook natuur zijn. We zijn onderdeel van de wereld. Rentmeesterschap impliceert een buitenstaanderspositie. Daarin neigt het naar de moderniteit, waarin de mens zichzelf altijd op een afstandje van de dingen plaatst, ze functioneel bekijkt en ze vervolgens voor eigen doeleinden gebruikt. We zijn beheerders van een huis, waar we zelf onderdeel van zijn. Dat zouden we veel scherper moeten zien.”

“Ik vind rentmeesterschap juist nog altijd een heel bruikbare term voor de rol van de mens”, zegt Wim van Vlastuin, hoogleraar theologie en spiritualiteit van het gereformeerd protestantisme aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. “In het paradijs krijgt de mens van God de dubbele opdracht om de aarde te bouwen en te bewaren. Daar ligt een gezond evenwicht in. We zijn echter vooral aan het bouwen geslagen en spraken hoog van onze ‘cultuuropdracht’. Dat resulteerde vaak in uitbuiting en uitputting van de aarde.

Dienstbaarheid

“Het woord ‘bewaren’ getuigt echter van meer respect en zorg voor de natuur. In de Bijbel wordt Jezus Christus de tweede Adam genoemd. De eerste Adam, de gevallen mens, kenmerkt zich vooral door het feit dat hij wil heersen over alles en iedereen. Dat hij wil onderwerpen. Christus is juist gekomen om te dienen. Dus zoals dat ‘bouwen’ vaak omsloeg in heersen en onderwerpen, zo krijgt ons ‘bewaren’ denk ik de kleur van dienstbaarheid.”

Borgman: “Toch staat dat bouwen er ook niet voor niets. Sommige mensen menen dat de ecologische crisis ons opdraagt zo min mogelijk sporen in deze wereld achter te laten. Maar kom op, je krijgt je lichaam toch ook niet om het aan het eind van de rit in te leveren alsof het niet gebruikt is? De wereld is er niet om ongebruikt te laten liggen. Het is natuurlijk om de natuur te gebruiken om de natuur te veranderen. Bomen gebruiken water, vogels bouwen nesten. Als de mens een dijk bouwt om zich tegen het water te beschermen stelt hij zich niet simpelweg tegenover de natuur op. Een dijk is gemaakt van zand en zo ook ‘natuur’, en de waterkering maakt gebruik van natuurkrachten. Net als andere schepselen voegt de mens zich in de natuur en laat daarin sporen achter. Dat is op zich prima.

De aarde is geen voorraad van dingen die ten dienste van ons bestaat

“Waar het om gaat is echter te bedenken dat alles in de natuur in zichzelf van waarde is. Dus het is niet pas van waarde zodra wij het kunnen gebruiken. De aarde is geen voorraad van dingen die ten dienste van ons bestaat. Alles heeft betekenis in zichzelf, ook los van de betekenis die wij er aan geven. Vanuit deze betekenis moeten we gezamenlijk een huishouden vormen.”

Biedt de theologie ruimte aan optimisme of vooral pessimisme over de mens?

Van Vlastuin: “De Bijbel noemt de mens ‘Beeld van God’. Dat vat ik niet op als constatering, maar als roeping. Zodra de mens die hoge positie waartoe hij geroepen is echter niet naleeft, verandert hij wel degelijk in een plaag. De mens is dus geroepen namens God een koning te zijn, maar heeft dat koningschap op een destructieve wijze ingevuld.

“Ik hecht groot belang aan de bijbelse beelden van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Die komen er door ingrijpen van God en zullen zich door drama en crisis heen voltrekken. En die gaan er niet komen doordat het ‘project mens’ zichzelf wel vlot zal trekken. Het bijbelboek Openbaring vertelt ons dat de rampen in intensiteit zullen toenemen. We zien ook hoe complex de ecologische crisis is. Die kunnen wij niet door menselijk handelen oplossen.”

Visie op de erfzonde

Borgman: “Oei! Dat zie ik toch echt anders. Inderdaad is het een onjuist beeld dat wij als mensen aan de knoppen van de ecologie kunnen draaien of zoiets. Ik denk niet dat technologische oplossingen of juridische maatregelen om CO2-uitstoot te verminderen het juiste antwoord zijn op de ecologische crisis. Ook geloof ik zeer in de erfzonde – het kwaad heeft ons altijd al in de greep – maar in het ecologische mensbeeld zit een verkeerde visie op de erfzonde. Daarin zijn we ‘hulpeloos, maar schuldig’. Dus kunnen we niet anders dan ons uitleveren aan ecologische experts die ons voorschrijven hoe we dan wel moeten leven. Alsof mensen zelf niet zouden weten wat goed is. Neem landbouw en veeteelt. Milieuactivisten lijken vaak te denken dat boeren geen duurzame landbouw willen en onderwerpen ze vervolgens aan een ecologisch regime. Maar van slaaf van de agro-business naar slaaf van de ecolobby: is dat vooruitgang? Respecteert dat hun eigenwaarde? Nee, het is goed als boeren op hun verlangen om goed voor de aarde te zorgen worden aangesproken. Soms vraagt dat vervolgens om nieuw wetenschappelijk onderzoek, en soms om een schop onder de kont, maar het begint met solidariteit en erkenning.”

Lees ook eerder afleveringen van het theologisch elftal