Direct naar artikelinhoud
Column

Wat is religie anders dan een emmer vol gemengde gevoelens?

Stevo Akkerman.Beeld Trouw

Ik weet niet of degenen die mij uitnodigden om te komen preken het wisten, maar ik heb op deze plaats weleens een pleidooi gehouden voor de preekloze eredienst. 

Het voelde daarom op zijn minst als de goden verzoeken, toen ik gisteren het woord nam in de Oudshoornse Kerk in Alphen aan den Rijn om een Preek van de Leek te houden. Als ik ondanks mijn preekvrees toch iets zinnigs te berde zou brengen, moest dat welhaast een wonder zijn.

Dat vind ik heel mooi: poëzie als een wet, laten we zeggen: een hek, tegen afbakeningen

Het was het gevoel dat het mysterie van het leven ons dreigt te ontglippen, zodra we het in taal willen vatten dat mij er eerder toe bracht het fenomeen preek op de korrel te nemen. De protestantse nadruk op het woord, al dan niet met een hoofdletter, reduceert het geloof tot een zaak van de rede, of althans de redenering, en daar had ik niet zoveel zin meer in. Het was niet dat het religieuze me koud liet, het was dat het me zo zelden bereikte in de taal van de kerk. Waarin dan wel? In de taal van muziek en poëzie, beweerde ik.

Gemengde gevoelens

En zo was ik dus wel verplicht om in Alphen met wat fatsoenlijke gedichten aan te komen - de muziek kon ik ondanks vijf jaar pianoles beter aan anderen overlaten. Poëzie is ‘de heldere uitdrukking van gemengde gevoelens’, zegt W.H. Auden, en wat is religie anders dan een emmer vol gemengde gevoelens? Een werkelijkheid voorbij de onze, of misschien toch in onszelf, iets waarnaar we verlangen, maar we weten niet wat, een belofte die samenvalt met de horizon, een weten dat voortdurend wordt gelogenstraft, een onvergetelijke aanraking, maar door wie, door wat? Misschien is het inbeelding, dat kan ook.

Een verlangen maar je weet niet waarnaar, dicht Rutger Kopland,
naar iets wat voor je uit vlucht
een verlangen naar een plek maar die is
nooit waar je bent.

Alle pogingen iets te zeggen over dit ‘iets’ zijn gedoemd te mislukken, lijkt Kopland te zeggen, en toch heb ik het gevoel dat ik vrij goed begrijp wat hij bedoelt. Het is alsof het over God gaat. Ook voor Hem geldt: alles wat wij over Hem zeggen, is Hij niet. Maar soms hebben we wel weet van Hem, Haar of Het.

De Australische dichter Les Murray zegt dit:

Zo is God de in elke religie opgevangen poëzie
opgevangen - niet gevangen - als in een spiegel
die hij opriep door in de wereld te zijn
wat poëzie is in het gedicht:
een wet tegen afbakeningen

Dat vind ik heel mooi: poëzie als een wet, laten we zeggen: een hek, tegen afbakeningen. Bijvoorbeeld de afbakening die wil dat wij niet verder reiken dan de materie die wij zijn, die wil dat wij geen ziel hebben, omdat die niet zichtbaar is - alsof alles zichtbaar moet zijn, alles binnen ons bereik. Luister dan naar Guillaume van der Graft:

Er sneeuwt een eeuwige stilte.
Gij zijt niet te beschreeuwen, geen
tongval bereikt uw overzij.

Dit was mijn preekbeurt. Zijn er nog vragen?

Drie keer per week schrijft Stevo Akkerman een column waarin hij de 'keiharde nuance' en het 'onverbiddelijke enerzijds-anderzijds' preekt. Lees hier meer van zijn columns.