Direct naar artikelinhoud
Bubbelonië

Het poldermodel voldoet alleen als het water ons echt aan de lippen staat

WindturbinesBeeld Rob Voss / Hollandse Hoogte

We trekken ons terug in onze veilige bubbel. Verliezen we zo het vermogen elkaar te begrijpen en te bereiken? In een serie columns trekt Peter Henk Steenhuis langs de grenzen van onze taal op zoek naar de grenzen van onze werelden. Vandaag: de polder.

Als de noodzaak van de polder niet meer ervaren wordt, verdwijnt uiteindelijk de zin ons ervoor in te zetten

‘De polder is de motor achter het Klimaatakkoord’, kopte Trouw deze week. De krant publiceerde een interview met Ed Nijpels, die de onderhandelingen over het Klimaatakkoord voorzit. Nijpels hoopt een akkoord te sluiten met meer dan honderd maatschappelijke organisaties. Dat doe je gezamenlijk, daarbij sluit je compromissen, zoals dat gaat in de goed Hollandse traditie van ‘de polder’. Maar de afgelopen maanden groeide de kritiek op dit polderoverleg. Partijen liepen weg, moest de politiek zich hier niet mee bemoeien, in plaats van pijnlijke beslissingen overlaten aan de polder?

Wipwatermolen

Nijpels, zo zei hij in Trouw, moest niet veel hebben van kritiek op de polder. “De klimaattransitie, dé grote verbouwing van Nederland, slaagt het beste als iedereen meepraat en meedoet. (…) In België vroegen ze me: hoe doet u dat toch? Bij hen praat de Vlaamse minister van energie niet eens met de federale minister van energie. Nederlandse ambassades krijgen verzoeken of we een brochure kunnen uitbrengen over onze aanpak.”

Polder komt van ‘polre’, dat was oorspronkelijk een dijk of dam in de zee of in een rivier, om een hoger gelegen stuk land, een ‘pol’, heen. Het doel van dergelijke polders was een betere afwatering. Om dit voor elkaar te krijgen werden er sloten gegraven, die hun water loosden op omringend (boezem)water. Na de uitvinding van de wipwatermolen in de vijftiende eeuw konden ook lager gelegen gebieden worden ingepolderd. Halverwege de zeventiende eeuw was het grootste deel van Holland en Utrecht ingepolderd.

Die polder kwam in de eeuwen erna te staan voor een mentaliteit: het ‘poldermodel’ komt van de samenwerking die nodig was om het water buiten de nieuwe polders te houden. In perioden van overstroming werden edelen en burgers namelijk gedwongen om samen te werken en op die manier het hoge water een halt toe te roepen. Nu staat het polderen voor de nauwe samenwerking tussen overheid, werkgevers en werknemers en andere partijen in het maatschappelijk middenveld.

Gezamenlijk doel

Dat poldermodel staat dus onder druk. Niet alleen het klimaatakkoord komt heel moeizaam tot stand, ook het overleg tussen werkgevers en werknemers en rijksoverheid over een nieuw pensioenakkoord liep na acht jaar onderhandelen vast.

Hoezeer ‘de polder’ onder water lijkt te lopen, bleek afgelopen woensdag nog eens tijdens de Nieuwjaarsreceptie van SBI Formaat op Landgoed Zonheuvel. Daar gingen twee hoofdrolspelers uit de polder met elkaar in discussie: Cees Oudshoorn, algemeen directeur van de werkgeversorganisatie VNO-NCW en Coen van der Veer, hoofdbestuurder van de vakbond FNV. Het werd een vrij bloedeloos debat, waarbij beide partijen hun standpunten nog eens uiteenzetten,  hun posities verdedigden. Als toeschouwer kregen wij de indruk dat zij het praten moe waren. Ze hadden het elkaar al zo vaak uitgelegd, dat ze er eigenlijk geen zin meer in hadden.

Voormalig Denker des Vaderlands, René Gude, sprak graag over zin en zingeving. De eerste betekenis van zin noemde hij het zinnelijke, het lijfelijke. Hij gebruikte daar ook wel de woorden lust voor, energie, kick. Dat fysieke aspect verraadde hier in Doorn dat de mannen er geen zin meer in hadden. Er zat geen fut in het debat.

Metafoor

Voor mij werd daarmee ineens duidelijk hoezeer de polder een metafoor is. Het zal er niet altijd vrolijk aan toegegaan zijn, bij dat overleg tussen edelen en burgers, maar iedereen had hetzelfde doel: droge voeten houden. Dat gezamenlijke doel wordt nu uit het oog verloren: deelnemers aan het pensioenoverleg of aan de klimaattafels graven zich in rondom hun eigen stellingen. 

Dit kan maar een conclusie opleveren: hoe goed ook gekozen, de metafoor van de polder voldoet alleen als het water ons echt aan de lippen staat. Als die noodzaak niet meer ervaren wordt, verdwijnt uiteindelijk de zin ons voor die polder in te zetten. Laten we rustig wachten: temperatuur en waterspiegel stijgen vanzelf.

Onder de titel ‘Welkom in Bubbelonië’ neemt Peter Henk Steenhuis wekelijks bij Trouw woorden onder de loep. Lees hier eerdere columns terug.

Op 4 maart organiseert Welkom in Bubbelonië een dag over taal in het onderwijs. Lees er meer over op deze website.