Direct naar artikelinhoud
interview

Existentiële crisis? Filosoof Edith Hall raadt je aan Aristoteles te lezen

Edith Hall.Beeld Maartje Geels

De Griekse filosoof Aristoteles redde Edith Hall uit een existentiële crisis. Die ervaring gunt de bekende classica ook de twintigers van nu.

Toen ze dertien jaar oud was, viel Edith Hall, de dochter van een Anglicaanse priester, van haar geloof.  Er volgden zeven ‘vreselijke jaren’, waaraan de inmiddels 59-jarige classica door fors marihuana-gebruik nogal vage herinneringen heeft. “Ik had totaal geen anker. Ik experimenteerde met boeddhisme, en vooral ook met seks, drugs en rock ’n roll”.  Maar toen ze twintig was, kreeg ze weer vaste grond onder de voeten: ze ontdekte de Griekse filosoof Aristoteles. Zijn denken overtuigde haar wel: het bleek aards, verstandig en praktisch. 

Verdiep je in die mensen. Dat is cruciaal! Van Plato zul je dat niet leren
Edith Hall

Dit voorjaar, bijna veertig jaar na haar bekering tot de Griekse denker, publiceerde Edith Hall wat je het beste een filosofisch zelfhulpboek kunt noemen. ‘Aristotle’s Way’, nu vertaald als ‘Wat zou Aristoteles doen’, telt hoofdstukken als ‘Geluk’, ‘Beslissingen’ en ‘Communicatie’ en biedt hulp bij praktische zaken als solliciteren, beslissingen nemen en vriendschappen onderhouden.  Heiligschennis? Allesbehalve, weet Edith Hall, die als kenner van de oudheid ruimschoots haar sporen heeft verdiend. Aristoteles zélf gaf namelijk graag les aan ongeschoolde Grieken. Helaas gingen juist zijn teksten-voor-groot-publiek verloren. 

Op haar hotelkamer in Amsterdam vertelt de energieke classica - tiptop gekleed in zwart jurk en hoge zwarte laarzen - waarom ze denkt dat de Griekse denker ook jongeren van nu kan helpen het beste uit zichzelf te halen. “Aristoteles is vaak verbazend radicaal,” legt Edith Hall uit. “Hij vindt het raar dat jongens  zich leren te verdedigen met wapens, maar niet met hun tong. Niet alleen filosofen, álle mensen worden gelukkiger als ze zich verbaal kunnen verweren. Maar wie leert dat de zestienjarigen van vandaag? Wie vertelt ze dat je de retorica-regel ‘Ken uw publiek’ zó kunt toepassen op het schrijven van een sollicitatiebrief: Besef wie jouw brief gaat lezen. Verdiep je in die mensen. Dat is cruciaal! Van Plato zul je dat niet leren. Die ziet retorica als een slinkse manier om de waarheid te omzeilen. Aristoteles ziet het gewoon als een vaardigheid, net als schepen bouwen, koken of tuinieren. Je kunt er slechte dingen mee doen, zoals Hitler, of goede dingen, zoals Martin Luther King. ”

Toch zijn die praktische problemen maar de helft van het verhaal. Ook de vraag hoe je een goed en/of gelukkig mens wordt, kan een mens behoorlijk aanvliegen. Daar kan Edith Hall zelf van meespreken. “Als 21-jarige sta je voor enorm veel beslissingen,” legt ze uit, expressief gebarend met haar armen. “Voor enórme beslissingen. Waar moet ik wonen, welk beroep zal ik kiezen, met wie ga ik trouwen, wil ik een baby? Moet ik een grote lening aangaan? Zelf wist ik het echt niet. Maar het grote ethische probleem achter mijn vragen was natuurlijk: waarom zóu je een goed leven leiden? Als er geen kosmische politie bestaat, waarom zou je dan niet zo gulzig mogelijk zijn en (giechelt) waarom zou je je rivalen niet vernietigen? You know, whatever?  Veel mensen leven zo. Maar ik zag wel dat de meesten daar niet gelukkig van worden.”

“Natuurlijk zijn er verontrustende tegenvoorbeelden van nazi’s die op hun negentigste gelukkig sterven in een Zuid-Amerikaans paleis. Maar waren die van binnen echt gelukkig? Dat weten we niet. Aristoteles laat zien waarom je wél naar het goede moet streven. Niet alleen om anderen een plezier te doen, maar ook om van jezelf te blijven houden. Dat was voor mij een eyeopener. Ik heb toen besloten nooit iets achter iemands rug te zeggen wat ik niet in het openbaar zou willen herhalen. Daar slaap je echt veel beter op.”

Waarom vond u dát precies zo belangrijk?

“Ik weet het niet....Ik heb wel eens toevallig een beoordeling gelezen over mezelf. Heel negatief. Dat was ik behoorlijk overstuur van.  Aan zoiets wilde ik me niet aan schuldig maken. Ik wéét dat ik niets heb geschreven waar ik me voor hoef te schamen. Dat is ook Aristoteles: als je op je sterfbed moet toegeven dat je je ergens voor schaamt, ben je geen gelukkig mens geweest.”

Geluk bereik je volgens Aristoteles door  jezelf een doel te stellen, aan je gedag te werken en zo de beste versie van jezelf te worden. Dat klinkt nogal  prestatiegericht.

“Volgens Aristoteles wordt elk mens inderdaad geboren met het vermogen ergens in te excelleren, maar waarin, dat verschilt per mens. En de beste gids is de vraag  waar je plezier in hebt. Aziatische jongeren vinden dat meestal een revolutionaire gedachte. Ze moeten van hun ouders medicijnen of rechten studeren, al houden ze misschien meer van dieren of van koken. Kinderen van hoogopgeleide ouders moeten sowieso van alles: naar pianoles, nóg meer bijlessen. Maar zo vinden ze hun eigen weg niet. Kijk, natuurlijk lukt het niet altijd werk te vinden in je favoriete bezigheid. Maar als je het niet probeert, krijg je daar later spijt van.”

Misschien kan iedereen wat opsteken van Aristoteles, maar zelf vond hij dat vrouwen niet kunnen denken. Daar zult u wel vragen over krijgen, zeker als vrouw.

“Absoluut. Dat is een gigantische kwestie. Aristoteles leefde in een enorm seksistische samenleving en hij dacht echt dat vrouwen het cruciale vermogen tot rationeel denken misten. Maar moeten we het werk van één van de grootste genieën die ooit geleefd hebben negeren, omdat hij in sommige opzichten een man van zijn tijd was? Daar geloof ik niet in.” Lachend: “Waarschijnlijk kwamen vrouwen in zijn tijd ook écht dommer over, omdat ze geen opleiding kregen. Je moet niet vergeten: Aristoteles was een empirist, dus als hij maar een halfuurtje met jou of met mij zou praten, zou hij zijn ideeën moeten bijstellen! Hij is geen fundamentalist, en precies daarom houd ik zo van hem.  Hij vond dat élk systeem (trommelt met haar handen op de leuning) áltijd voor revisie vatbaar was. Elke keer dat er nieuw bewijs opduikt, moet je dat serieus nemen. Dat herhaalt hij voortdurend. Hij was een wetenschapper.”

Toch zijn we in de wetenschap nu ook verder. Misschien in de ethiek ook. Waarom geen boek over Aristotelisch denkende tijdgenoten lezen zoals Martha Nussbaum en Philippa Foot?

“Ja, hmm, goeie vraag. Ik heb daar niet echt een antwoord op. Misschien omdat je Aristoteles als eerste ziet worstelen met de vraag naar het goede op zich. Plato is totaal geobsedeerd door de vraag hoe je je móet gedragen in de polis. Hij denkt top-down. Voor de meeste ándere Grieken is ethiek verbonden met religie. Maar Aristoteles zoekt een bottom-up ethiek, helemaal gebaseerd op interne menselijke ervaring. Daarom houd ik zo van zijn boek over de ziel. Hij beschrijft wat er in zijn hoofd gebeurt. Er komen gedachten naar binnen, er ontstaan conflicten. Herinneringen dienen zich aan. Het is ongelooflijk. Het lijkt wel een moderne roman!  Dus ik begrijp je vraag, maar het staat allemaal al bij Aristoteles en ik vind dat hem daarvoor de eer toekomt.”

Na een korte stilte, waarbij Halls armen even stil liggen. “En you know. Ik bén een vrouw, ik ben moeder van twee dochters, ik heb allerlei mogelijke ervaringen met het leven. Die verhalen gebruik ik in mijn boek, juist omdát Aristoteles in een maatschappij leefde die vrouwen als dom beschouwde, als manier om dat te corrigeren. Vrouwen willen óók weten hoe ze een goed mens moeten zijn. Of een goede vriend. Voor Griekse mannen was vriendschap enorm belangrijk, maar tegenwoordig zijn het volgens mij vaker vrouwen die zorgen voor de etentjes en de buurtcontacten. Ik merk het aan de reacties op dit boek: vrouwen hebben veel aan Aristoteles’ ideeën over vriendschap. Dat begrijp ik. Zelf heb ik twee échte vrienden die ik volkomen vertrouw. Dat is enorm belangrijk. Een echte vriend is geen ding dat met de tijd aan waarde verliest, schrijft Aristoteles. Als je tussen twee jassen moet kiezen, kies je de nieuwste; met vrienden is het exact andersom, je wilt die oude vriend. Dat is zo verhelderend.”

Hall is even stil en concludeert dan: “Dus het is eigenlijk altijd common sense. Maar zo werkt Aristoteles. Als de meeste mensen zo denken, dan is daar meestal een reden voor. Natuurlijk moet je nieuwe informatie serieus nemen, maar begin niet met neerkijken op de massa.”

‘Wat zou Aristoteles doen? Hoe oude filosofie je leven kan veranderen.’, Edith Hall, vertaling Ruud van de Plassche, Uitgeverij Ten Have, 287 blz., € 25.

Lees over het thema geluk ook dit interview met Emily Esfahani Smith. ‘De vraag naar betekenis is veel belangrijker dan de vraag naar geluk’. Toen de nu 29-jarige Emily Esfahani Smith, op de middelbare school zat, dacht ze dat ze gelukkig moest worden. “Iedereen wilde dat toen. Maar hoeveel tips ik ook opvolgde, het werkte niet.” https://www.trouw.nl/home/-de-betekenis-in-je-leven-wacht-erop-ontdekt-te-worden-~a067c953/

Voor een introductie op het denken van Aristoteles, zie dit filmpje 

Edith Hall

Edith Hall (59), hoogleraar aan de Kings’s College in Londen, spreekt en schrijft over velerlei aspecten van de Griekse en Romeinse samenleving. Ze blogt, is (co)auteur van meer dan twintig boeken, schreef talloze artikelen en is geregeld te horen op radio en tv. Als kenner van etniciteit, klasse en gender in de oudheid en van het Griekse theater geniet ze groot internationaal aanzien. Omdat ze ‘heeft gestudeerd op kosten van de belastingbetaler’ biedt ze op haar site (edithall.co.uk) zoveel mogelijk boeken gratis aan. Hall heeft een dochter van 20 en een van 18 jaar, die net het huis uit zijn. Ze woont met haar echtgenoot in Cambridgeshire.

Ethica Nicomachea

Aristoteles (384 v.Chr – 322 v.Chr), zoon van een bekende Griekse arts, werd mét zijn leermeester Plato gezien als de grootse filosoof van de oudheid. Zelf werd hij aangesteld als privéleraar van de latere Alexander de Grote. In Athene stichtte Aristoteles later een eigen school, maar de opvolger van Alexander de Grote beschuldigde hem van goddeloosheid en dwong hen de stad te verlaten. Hij stierf op 61-jarige leeftijd. Aristoteles schreef niet alleen over ethiek, kunst en politiek, maar beoefende ook talrijke vormen van wetenschap – zoals zoölogie en natuurwetenschappen. Ook voor de logica is Aristoteles van enorm belang geweest. Zijn Ethica Nicomachea, geschreven voor zijn zoon Nicomachus, geldt nog altijd als een van de belangrijkste boeken van de westerse filosofie.

Lees ook:

Asielzoeker moet Plato-kennis oplepelen om zich humanist te mogen noemen

Column van Eildert Mulder: Waren Plato en Aristoteles humanisten? En zo ja, moet een asielzoeker dat weten, om zich humanist te mogen noemen? Die vragen houden de gemoederen in Groot-Brittannië bezig .