Direct naar artikelinhoud

De Heilige Geest is het moeilijkst te vatten

Stephan SandersBeeld Jean-Pierre Jans

Stephan Sanders beschreef in deze krant hoe hij gelovig is geworden. Aan de hand van het Apostolicum - de christelijke geloofsbelijdenis uit de tweede eeuw die nog overal ter wereld wordt gebruikt - vertelt hij nu wát hij gelooft. Vandaag de derde regel uit die belijdenis.

Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de Maagd Maria;
die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven;
die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden; 
die opgestegen is ten hemel, zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;
vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest; 
de heilige katholieke kerk, de gemeenschap van de heiligen;
de vergeving van de zonden;
de verrijzenis van het lichaam;
en het eeuwig leven.
Amen.

Het is welbeschouwd een oefening in abstractie: Vader, Zoon en Heilige Geest. De laatste is het meest ongrijpbaar. Gelukkig komt daar voor rooms-katholieken nog Maria bij, of toch vlak er achter aan: anders was het helemaal zo onvoorstelbaar geworden. En nu dan in één zin, de meest bovenzinnelijke en de meest tastbare: ‘die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria’.

Er zijn veel kunstwerken, zeker die van onze tijd, die je niet ‘begrijpt’, maar wel ogenblikkelijk ‘ziet’, dwars door de verstandelijke belemmeringen heen

Als ik deze woorden schijf, hoor ik ze gezongen worden, want dat gebeurt in mijn kerk. Woorden die je zingt, verliezen iets van hun betekenis aan de melodie, zoals je bij een Italiaanse opera ook niet letterlijk elke lettergreep hoeft te verstaan. Maar door de zang wordt er gewonnen aan emotionele lading.

Ik vind geest een goed woord. Je kan ‘de geest’ krijgen, ook als niet-gelovige. Toen ik lang geleden bij Martin van Amerongen op sollicitatiegesprek ging bij De Groene Amsterdammer, verordonneerde hij, met zijn verrassend diepe bas: “Jou zal het terrein toekomen van de Geestelijke Zaken”. Dat was natuurlijk half spot, half ernst. Maar nog steeds omschrijf ik mezelf als iemand die in dat soort zaken doet.

Van Amerongen behoorde trouwens tot de uitstervende menssoort, die niet-gelovig was, maar wel enorm veel van de Bijbel wist. Ook die sceptische Geest hebben wij gelovigen nodig.

Pleitbezorger

De Heilige Geest zelf is het moeilijkst te vatten. Vader, Zoon, het zijn begrippen die we dagelijks gebruiken en waar we ons meteen iets bij voorstellen. God is moeilijk te begrijpen of te kennen, maar God de Vader al iets gemakkelijker. Maar die Geest die, zoals de apostel Johannes beschreef, aanwezig is als Jezus er niet meer is, op de tiende dag na Hemelvaart: “Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de Waarheid”.

De Heilige Geest zorgt ervoor dat je ook voelt wat je wilt geloven: dat je de Waarheid niet kan berekenen of beargumenteren, maar wel kan zien.

Pleitbezorger
Beeld Robin Héman

Om maar naar een ongelukkige vergelijking te grijpen: er zijn veel kunstwerken, zeker die van onze tijd, die je niet ‘begrijpt’, maar wel ogenblikkelijk ‘ziet’, dwars door de verstandelijke belemmeringen heen.

Pinksteren (Oudgrieks, pentè kostè, zie ook de Pinkstergemeenten) betekent dan de vijftigste dag van Pasen: Christus zendt de Heilige Geest naar de apostelen en nieuw gelovigen, waarna zij ‘in vreemde talen begonnen te spreken’.

Wat hier gebeurt: Christus is niet meer te midden van zijn apostelen, maar hij zit binnenin ze: hij werkt door hen heen. Het ontroerende van de ‘vreemde talen’ is dat de gewone, menselijke beperkingen van etniciteit, stam en taal worden opgeheven en er 2000 jaar geleden al iets ontstond dat we nu de Verenigde Naties zouden noemen.

Nu Christus is heengegaan leeft hij pas voorgoed.

Pinksteren geldt dan ook wel als het begin, niet van het christendom, maar als het begin van de christelijke kerk.

En tegelijkertijd wordt het dan ook ingewikkeld. Wanneer is iemand ‘ontvangen van de Heilige Geest’? Valt zoiets vast te stellen, menselijkerwijs? Nee, zegt de gelovige, hooguit door de genade van de Heilige Geest kunnen wij meer weten.

Omdat ik nu aan het redeneren ben geslagen, loop ik vast, want wat ik hier produceer is een perfecte cirkelredenering.

Uitverkoren

Ik moet bekennen dat ik enige argwaan koester wanneer van iemand wordt gezegd dat hij is ‘uitverkoren’, of dat de Heilige Geest altijd werkzaam is in zo’n persoon. Het is zo menselijk om hiërarchische verhoudingen in te stellen en met het Woord van God te rechtvaardigen. Die man of vrouw staat ‘dichter’ bij God, die-en-die is ‘verder’ dan de ‘gewone gelovige’. En niemand die het met zekerheid kan zeggen, we moeten zoiets geloven, in goed vertrouwen.

Het is zo menselijk om hiërarchische verhoudingen in te stellen en met het Woord van God te rechtvaardigen

Het deel dat het makkelijkste te begrijpen is dat van de inspiratie, ‘de geest krijgen’, ­geïnspireerd zijn: iedereen kent ‘momenten van Genade’, die zich uiten in het doen, zeggen, maken en schrijven van bepaalde dingen, waarvan je weet dat het maar heel gedeeltelijk je eigen werk is. “Alsof een vreemde stem in mij begon te spreken”, zegt de Franse filosoof Michel Foucault ergens (1926-1984) – en hij staat zeker niet bekend als theoloog.

Geïnspireerd zijn, iets plotseling doorschouwen: dat is iets waarvan iemand kan getuigen, in zijn (kunst)werk, in zijn leven. Maar de sanctionering die vervolgens plaatsvindt door de gemeenschap is altijd hachelijk, want die is doortrokken van een onontwarbare mix van politiek, geloof en macht. Het menselijke duw- en trekwerk.

En dan is er nog maar zo weinig ruimte ­ over voor Christus, ‘geboren uit de maagd Maria’. Zij is vanaf haar eigen conceptie gevrijwaard van de erfzonde, opdat ze de moeder van ons allen kan zijn. Zij doet niet aan biologie en dus heeft niemand een streepje voor.

Lees ook:

God is tot alles in staat

De eerste aflevering: over de almachtige God. ‘Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde.’

Jezus, de unieke, uitzonderlijke zoon van God

Aflevering twee: over Jezus Christus.

Stephan Sanders ging eerder ‘een beetje proefgeloven’. In Trouw deed hij verslag van zijn vorderingen.