Direct naar artikelinhoud
De Appel en de Boom

‘Mijn man gooide al mijn hoofddoeken in de kliko’

Fitria Jelyta en haar moeder Lily Noor Indahsari.Beeld Jörgen Caris

In de interviewserie ‘De Appel en de Boom’ vertellen ouder en kind over de rol van de islam in hun leven. Hoe anders zijn ze? In deel elf van een serie: Fitria Jelyta en haar moeder Lily Noor Indahsari.

De dochters van Lily Noor Indahsari (54) lachen je vanuit alle hoeken van de woonkamer met dezelfde tandpastasmile toe. Er staat, hangt of ligt overal in het ouderlijk huis in Eindhoven wel een foto van hen drieën: aan de zachtgele muur, op de piano van donker hout, in de propvolle vitrinekast, enzovoorts. “Ja”, lacht Lily Noor, “Dochters, die zijn vanuit islamitisch perspectief heel belangrijk.”

Aan tafel zit dochter Fitria Jelyta (27) te wachten op haar lievelingskostje. Ze friemelt wat aan een servet met kerststerren. Dan brengt haar moeder vanuit de keuken schalen vol dampende rijst en pittige kippensoep binnen.

Momenteel is het leven van Fitria, die als communicatiemanager werkt bij een ngo die zich inzet tegen klimaatverandering, drukker dan ooit. Veelbetekenend legt ze haar handen even om haar buik: ze is in verwachting van een zoon. Ook is ze komende week te zien in de tv-serie ‘Moslims zoals wij’, waarin heel verschillende islamitische jongeren voor een tijdje bij elkaar in een huis wonen. “Ik lees nu al vernietigende kritiek van moslims die op sociale media reageren op de voorvertoningen. Wie voor een paar dagen met mensen van het andere geslacht in een huis gaat leven waarmee je geen familieband hebt, mag zich van hen al geen moslim noemen.”

Lily spert de ogen wijd open van verbazing als ze dat hoort. “Echt? Oordelen ze zo hard? Dat is dan vooral uit de Marokkaanse cultuur zeker, waarin ze mannen en vrouwen zo gescheiden houden?”

Ik denk dat ik de teugels wat strakker trek bij mijn eigen kinderen
Dochter Fitria Jelyta

Kuisheid

Twintig jaar geleden kwam Lily met haar toenmalige echtgenoot uit Indonesië mee naar Nederland. Hier konden ze hun dochters een betere opleiding geven. Nog zoiets, zegt ze, wat ‘vanuit islamitisch perspectief’ belangrijk is. Ze studeerde zelf ook: rechten. “Maar ik heb me uiteindelijk aan de opvoeding van mijn dochters gewijd. Vanuit de Koran en de hadith weet ik dat ze niet vrij gelaten moeten worden in de omgang met jongens. Een vrouw moet al jong leren om haar grenzen te stellen – om haar kuisheid te bewaren, om te zorgen dat ze gerespecteerd wordt.”

Fitria: “Mijn moeder had daar een héél zware taak aan. Zeker aan mij.”

Lily: “Je had een nogal grote mond.” Dan lacht ze, en maakt een schel geluid: ‘Nee-nee-nee-nee!’. “Zo deed je. Ik kon nooit gewoon zeggen: ‘Dit mag niet’. Dan was het meteen: ‘Waarom dan niet?’ Dus legde ik alles uit. Het maakte de opvoeding democratischer - op die manier nam je mijn overwegingen wél mee.”

Fitria: “Toen ik een jaar of zeventien was, werden de regels wat strenger. Ik kwam op een leeftijd dat er huwelijkspartners in zicht kwamen. En ik was - ja, hoe zeg je dat? Flirterig. Op de middelbare school had ik gewoon vriendjes, en mijn moeder wist daar altijd van. Ze liet me vrij. Terugkijkend weet ik niet of ik dat ook zo aan mijn kinderen zou doorgeven. Ik denk dat ik de teugels juist wat strakker trek. Of we dan ook bij elkaar sliepen? Nee hoor. Dat ging niet gebeuren.”

Lily: “Nee, de maagdelijkheid, dat is de kroon van de vrouw, zo gaf ik mijn kinderen mee. Ik leerde ze heldere principes, maar liet het aan hen om er invulling aan te geven.”

Fitria Jelyta en haar moeder Lily Noor IndahsariBeeld Jorgen Caris

Fitria: “Mijn keuze voor de hoofddoek heeft hier alles mee te maken. Die heeft me minder flirterig gemaakt, ja. Heel grappig, hoe dat werkt. Het is mijn grens: meteen toen ik hem droeg merkte ik dat het afstand schept. Eerlijk gezegd vond ik dat in het begin best wel lastig. Ik moest er erg aan wennen, omdat ik mijn gedrag moest veranderen, vooral tegenover jongens.”

Lily hoort het lachend aan: “Dat weet ik nog goed, ja.”

Fitria: “Afijn, ik weet waar ik het voor doe. Door mijn hoofddoek te dragen wil ik laten zien dat ik van mijn God hou. Maar wat ik wel jammer vind, is dat die afstand ook bij meisjes ontstaat. Dan denken ze bijvoorbeeld dat je met mij over bepaalde dingen niet kunt praten. Dat ik preutser ben, ofzo. Een misverstand dat ik graag uit de wereld wil helpen: het is een van de redenen waarom ik meedoe aan het tv-programma.”

De vader van mijn dochters heeft mijn hoofddoeken allemaal in de kliko gegooid
Moeder Lily Noor Indahsari

Hoofddoek

Op haar zeventiende leerde Fitria haar huidige man kennen. In de moskee. Net als haar zusje. “Grappig hè? Mijn klasgenootje zei destijds: ‘Wat doen jullie in de moskee, dat je daar steeds jongens leert kennen?’ ‘Ja’, zei ik, ‘er gebeurt van alles in de moskee’.”

Moeder Lily draagt vanavond een geel-rode combinatie van een hoofddoek en ruimvallend gewaad. Maar ze heeft zich niet altijd gesluierd, vertelt ze. “Toen ik de vader van mijn dochters ontmoette, droeg ik een hoofddoek. Maar nadat we trouwden, ik was 23 jaar, zei hij me die af te doen. ‘Ik ben je man, je moet naar mij luisteren’, was het. Ik was deemoedig, en zei gewoon: oké. Tot we net hier waren, en ik me meer ging verdiepen in het geloof. Het voelde niet als thuis, dus ik was blij dat ik iets had om op terug te vallen. Zo vond ik ook de kracht om tegen hem in te gaan. Ik zei: ‘We zijn in Nederland, ik mag hier gewoon zeggen dat het mijn keuze is, dus ik ga gewoon weer een hoofddoek dragen’. Wat kon hij doen? – zo dacht ik. Maar op een dag heeft hij ze allemaal in de kliko gegooid.”

Fitria: “Ik was toen een jaar of elf, en kan me dat nog heel goed herinneren. Mijn vader is gewoon islamitisch, hoor, maar hij vindt dat de hoofddoek niet thuishoort in een ontwikkelde samenleving. Hij vindt het een symbool van achterstelling.”

Lily: “Een symbool van terrorisme, zei hij ook. Ik zei nog: Je mag van me scheiden hoor, als je het zo erg vindt dat ik een hoofddoek draag. Maar dat heeft hij niet gedaan.”

Fitria: “Toen ik een hoofddoek wilde gaan dragen, op mijn negentiende, mocht dat niet van mijn vader. Hij was er zo op tegen, dat het barstende ruzie werd, en hij wilde dat ik het huis uit ging. ‘Geen hoofddoek onder mijn dak’, zei hij. Hij dreigde ook de verloving met mijn man af te blazen. Ik ben weggelopen, naar mijn slaapkamer, en ben daar met betraande ogen de Koran gaan lezen. Uiteindelijk is mijn vader bijgetrokken, maar het was wel traumatisch. Met de hulp van Allah heb ik me erdoor heen kunnen slepen.”

Dan zegt Fitria, plots weer monter: “Eigenlijk zou een interview met mijn vader nog interessanter zijn geweest. Maar dat gaat gewoon niet. Dan komen bij wijze van spreken de messen op tafel.”

Lily: “Ik noemde hen wel Tom & Jerry.”

Fitria: “Dan keek ik hem bijvoorbeeld recht in de ogen aan, en dan vond hij dat weer niet oké. Want ‘dat doen we niet in Indonesië’. Grappig hè? Aan de ene kant wil hij heel graag dat ik westers ben in mijn voorkomen. Maar als ik hem dan aankijk, dan ben ik plots ‘brutaal’.”

Ik zou echt meer zoals mijn moeder moeten zijn, oftewel: meer om anderen moeten denken. Maar ik kan dat niet, he?

Andere mensen

Haar vader woont nu weer in Indonesië, dus ze zien elkaar minder, en als ze elkaar zien, heeft hij het niet meer over haar hoofddoek, zegt Fitria. “De laatste aanvaring was op mijn vijfentwintigste verjaardag. Toen kreeg ik een boek van hem, met op de kaft een vrouw die haar hoofddoek afdeed. ‘Oh, subtiel, vader.’ Maar dat terzijde speelt het geschil niet meer. Hij dacht dat ik met een hoofddoek geen baan zou krijgen, maar dat is me wel gewoon gelukt. Ik ben gelukkig - misschien ziet hij dat ook, en helpt dat?”

Lily: “Ik zeg altijd: leer je tegenstander glimlachend te verslaan, zonder diegene naar beneden te halen. Dat is heel Indonesisch. Geduldig zijn. Nu je in verwachting bent wordt dit helemaal belangrijk, he?”

Fitria, half-lachend, half-ernstig: “Ja, maar of dit nu een geslaagd onderdeel van de opvoeding is? Ik zou echt meer zoals mijn moeder moeten zijn, oftewel: meer om anderen moeten denken. Maar ik kan dat niet, he? Oh mijn god - ik word gék van andere mensen.”

Lily: “Wacht maar - je hart gaat nog wel verzachten, straks, als je je baby’tje in je armen hebt.”

Voor buitenstaanders was het nieuws toen twee jaar geleden uit onderzoek van Unicef bleek dat vrouwenbesnijdenis in Indonesië wijdverspreid is. Maar niet voor Lily en Fitria. Met name de lichtste variant van de ingreep, waarbij een incisie wordt gemaakt in de clitoris, komt veel voor, zo bleek. Lily pakt het mes op wat naast haar bord ligt. Dan spreidt ze haar handpalm open, en doet alsof ze er heel even in snijdt. “Zo doen we het - alleen een inkerving. Het is niet zoals in andere landen, waar ze de hele clitoris eraf halen, zodat je geen genot meer ervaart.”

Ik weet nu pas dat er eigenlijk geen sterke onderbouwing voor vrouwenbesnijdenis is vanuit de islam
Lily Noor Indahsari

Fitria: “Ik ben dus als baby’tje wel in eerste stadia besneden, maar ik weet er niks meer van.”

Lily: “Wij deden dit wel, destijds, maar nu pas weet ik dat er eigenlijk geen sterke onderbouwing voor vrouwenbesnijdenis is vanuit de islam.”

Fitria: “Als ik ooit een dochter krijg, ga ik dit dus niet doen. Ik zie het als een Javaanse traditie, van het eiland waar mijn ouders vandaan komen. Overigens: als je het over vrouwenonderdrukking hebt, dan hebben mensen het vaak over de islam, maar ze zouden eens naar de Javanen moeten kijken. Die konden er pas wat van. In de tijd van mijn overgrootmoeder mocht je als meisje, zodra je een beetje boezem kreeg, gewoon helemaal niet meer naar buiten tot je ouders een man voor je uitkozen. Heel erg.”

Lily: “Ik heb me er wel van losgemaakt door te gaan studeren, maar ben ook volgens strenge Javaanse gebruiken opgevoed. Hardop lachen om een grap? Mocht niet. En kijk eens naar mijn mond?” Ze lacht haar tanden bloot - in een tandpastasmile. “Dit mocht ik thuis als meisje al niet doen.”

‘Moslims Zoals Wij’ is van maandag 17 t/m vrijdag 21 december om 22.55 uur te zien op NPO 2.

Vragen en antwoorden

Hoe belangrijk is religie voor jou?

Moeder: Erg belangrijk
Dochter: Erg belangrijk

Hoe vaak ga je naar de moskee?

Moeder: Minstens 1 keer per maand
Dochter: Minstens 1 keer per maand

Hoe vaak bid je?

Moeder: Vijf keer per dag of vaker
Dochter: Vijf keer per dag of vaker

Lees je de Bijbel of Koran?

Moeder: Ja
Dochter: Ja

Vast je tijdens Ramadan?

Moeder: Ja
Dochter: Ja

Draag je een hoofddoek?

Moeder: Ja
Dochter: Ja

Drink je alcohol?

Moeder: Nee
Dochter: Nee

Eet je varkensvlees?

Moeder: Nee
Dochter: Nee

Lees ook:

Meer interviews uit deze serie

In de interviewserie ‘De Appel en de Boom’ vertellen ouder en kind over de rol van de islam in hun leven. Lees hier meer afleveringen.

‘De islam zit in een wurggreep van machthebbers’

“Surinaamse moslims hebben de naam wat soepeler te zijn”, vertelt Derwisj Maddoe, de vader van Razia: “Maar zo heb ik dat totaal niet ervaren.”