Direct naar artikelinhoud
Interview

Zwarte schrijvers zijn klaar om af te rekenen met de witte canon

Redacteur Ebissé Rouw stelde met schrijver Vamba Omar Sherif de bundel samen. 'We maken met dit boek geschiedenis', vindt Sherif.Beeld Martijn Gijsbertsen

Wit overheerst in de Nederlandse literatuur. Maar nu is er 'Zwart', met verhalen van twintig Nederlandstalige schrijvers. Samenstellers Vamba Sherif en Ebissé Rouw leggen uit waarom dit boek er móést komen.

Schrijver Vamba Sherif (44) herinnert zich zijn eerste Boekenbal nog goed. De Amsterdamse schouwburg was gevuld met louter witte mensen: "Iedereen zag in mij een muzikant. Toen ging de Surinaamse cabaretière Jetty Mathurin optreden. Ze zag mij zitten in het publiek, tussen alle schrijvers, en vroeg vanaf het podium: 'Wat doe jij hier? De enige zwarte man in de zaal?'"

Vijf romans schreef de uit Liberia afkomstige Sherif inmiddels sinds zijn debuut 'Het land van de vaders' (1999). Dat hij nog altijd een uitzondering is in de Nederlandse literatuur, vindt hij een enkele keer moeilijk, al heeft hij over lezers en positieve reacties op zijn werk niet te klagen. "Dat ik de enige zwarte man in de zaal ben, dat alleen al kan me bezighouden. Of ik daar echt thuishoor."

Deze jonge schrijvers komen met verhalen zoals ze nog nooit eerder zijn geschreven

Maar nu komen de zwarte schrijvers eraan. Ze staan in 'Zwart. Afro-Europese literatuur uit de lage landen', de bloemlezing die Sherif maakte samen met redacteur Ebissé Rouw. Twintig veelal jonge schrijvers uit Nederland en Vlaanderen, met roots ten zuiden van de Sahara: in Sierra Leone, Rwanda, Ethiopië of Burundi. Hun verhalen wisselen van kwaliteit en vorm, fictie staat naast journalistieke bijdragen. Maar in z'n geheel is de bundel fris en interessant.

Hoe is het om altijd de enige zwarte tussen de witten te zijn? Hoe voelt het als de plek naast jou in de trein het langst leeg blijft? Variaties op dit thema komen in verschillende verhalen terug. Net als het witte privilege, migratie, thuiskomen en gezinshereniging. Maar ook over liefde, hun ouders en de dood.

Lees verder na onderstaande afbeelding.

Het 'racismedebat' in Nederland heeft haar uitgeput, schrijft Seada Nourhussen in 'Geen goed nieuws'.Beeld Maartje Geels

De samenstellers zijn over het belang van hun werk niet bescheiden. "Het is onze verwachting én onze hoop dat door deze bundel het Nederlandstalige literaire landschap voorgoed zal veranderen", schrijven ze in de inleiding. In een Amsterdams café onderstreept Sherif die woorden: "We maken met dit boek geschiedenis. Deze jonge schrijvers komen met verhalen zoals ze nog nooit eerder zijn geschreven."

Nederland heeft altijd wel (enige) aandacht gehad voor de Indisch-Nederlandse letteren, vult Rouw aan. "En voor de literatuur uit Marokko, het Midden-Oosten, Suriname, de Antillen en Zuid-Afrika. Maar bij dat laatste land lag de focus altijd op het witte Afrikaanse schrijverschap." Denk aan Breyten Breytenbach, André Brink, Nadine Gordimer en J.M. Coetzee.

Ik hoor zwarte mensen wel zeggen: 'Ik ken de Grote Drie niet, ik schrijf niet literair'
Redacteur Ebissé Rouw

Daarnaast is er natuurlijk de Engelstalige Afrikaanse literatuur, maar die beschrijft vaak het leven in de Verenigde-Staten en Engeland: toch een andere wereld. "Wij hebben behoefte aan onze eigen James Baldwin en Zadie Smith", zegt Rouw. "Ik hoop dat Nederlandse zwarte kinderen vanaf nu weten: Ik kan dus óók schrijver worden. Ik hoop dat ze de taal vinden om te beschrijven wat zij voelen en meemaken."

Eerder ontbrak het aan inspirerende voorbeelden, stelt Rouw. Turkse en Marokkaanse schrijvers hebben sinds de jaren negentig van de vorige eeuw wel een plek veroverd, maar zwarte schrijvers in spe durfden misschien nog niet. "De witte canon is in de Nederlandse literatuur heel sterk. Als je schrijft als Reve of Grunberg, dan ben je zogenaamd een grote schrijver. Ik hoor zwarte mensen wel zeggen: 'Ik ken de Grote Drie niet, ik schrijf niet literair'."

Misschien ook riepen de (witte) literatuurcritici onbedoeld barrières op. Zij hebben een flinke literaire bagage - een witte en westerse. Sherif: "Over mijn boek 'De zwarte Napoleon' zeiden sommige mensen: 'De namen zijn zo ingewikkeld'. Dan vroeg ik: Zijn ze moeilijker dan Russische namen? Zitten er meer personages in dan in Oorlog en Vrede? Néé."

Drie jaar geleden schreef Rouw een opiniestuk in NRC Handelsblad, getiteld 'Literatuur blijft te wit'. Er kwam een storm van reacties, positieve en negatieve. "Het debat in Nederland is enorm gepolariseerd, dat vind ik wel vervelend. Als je dit thema aankaart, hoor je: Literatuur is toch universeel?! Dan denk ik: Wat nou? Bijna alle boeken, geschreven door witte schrijvers, hebben witte personages. Ook als er niets over hun kleur wordt gezegd, weet je: ze zijn wit, anders staat er wel specifiek bij dat hun huid olijfkleurig is. Witte literatuur is universeel, dát bedoelen ze."

Huidskleur is voor bijna alle schrijvers in 'Zwart' een belangrijk onderwerp

Na haar opiniestuk veranderde er trouwens weinig in de literatuur, zegt Rouw. "Terwijl deze schrijvers er al wáren, ze werden alleen niet gezien, niet erkend." Nu staan ze dus in 'Zwart'. Een van hen, Kiza Magendane, schrijft dat deze bundel over vijftig jaar overbodig moet zijn, omdat zwarte schrijvers dan niet meer in het hokje 'zwart' hoeven te worden geduwd. Zijn Sherif en Rouw het daarmee eens?

Nee, zegt Sherif: "Vijftig jaar duurt te lang. Ik ga uit van tien of twintig jaar."

Afro-Europese literatuur uit de Lage Landen.

Zuipen op de begrafenis

Wat had oom Frederick op zijn lever? Helemaal duidelijk wordt het niet in 'Begrafenis', het eerste verhaal in 'Zwart'. Maar niemand lijkt rouwig om zijn dood. Na afloop van de begrafenisplechtigheid begint de hele familie zich te bezatten, het wordt één grote bende, waarbij neefjes alle fotolijstjes op de grond kapot gooien. Een sterk verhaal van Simone Atangana Bekono (1991), die werkt aan een debuutroman bij uitgeverij Lebowski.

Lees verder na onderstaande afbeelding.

Zuipen op de begrafenis
Beeld Masha Bakker 2013

Gepieker op de massagetafel

Huidskleur is voor bijna alle schrijvers in 'Zwart' een belangrijk onderwerp, maar niemand beschrijft het zo mooi en zintuiglijk als Dalila Hermans (31). In haar verhaal 'Zwarte gedachten' probeert zij zich te ontspannen op een massagetafel, als ze zich ineens realiseert dat zij zelf een zwarte huid heeft terwijl de handen van de masseuse wit zijn. Vervolgens ligt ze een uur lang te piekeren over zwart-zijn, hoe de masseuse ook haar best doet. Hermans heeft roots in Rwanda en werd geadopteerd door Vlaamse ouders.

Racisme is in Nederland een mening. Geen feit. Met dat startpunt is een finish in geen honderd jaar in zicht.
Journalist Seada Nourhussen

Weerzien met dominante vader

De korte biografie van Olave Nduwanje is intrigerend genoeg. Ze is 'zwart, non-binaire trans femme, feminist, neuro-atypisch en veganist'. Ze is geboren in Burundi en op haar negende naar Nederland verhuisd. Vaststaat dat ze kan schrijven: haar verhaal 'Imana Ikurinde' is een van de sterkste van de bundel. De hoofdpersoon komt aan in Burundi, waar ze voor het eerst in jaren haar familie weer ontmoet. Haar dominante vader loopt op dure schoenen bellend de kamer binnen: 'Hij scant de kamer vliegensvlug, hij graviteert richting het middelpunt, wordt het middelpunt, eist alle aandacht, belangen en waarden ongevraagd op.' En adviseert haar vervolgens over haar seksuele geaardheid maar liever te zwijgen.

Behoefte aan een zwarte bubble

Het 'racismedebat' in Nederland heeft haar uitgeput, schrijft Seada Nourhussen in 'Geen goed nieuws'. Dat debat heeft namelijk weinig niveau: 'Racisme is in Nederland een mening. Geen feit. Met dat startpunt is een finish in geen honderd jaar in zicht. In dat klimaat heb ik er genoeg van gekregen om racisme te bespreken met witte mensen. Want het komt erop neer dat ík daar niks aan heb.' Nourhussen, tot voor kort Trouw-redacteur en nu hoofdredacteur van One World, wil liever met zwarte mensen praten. 'Al is het maar voor mezelf; ik heb een zwarte bubble nodig.' Wie dit aangrijpende essay leest, kan wel begrijpen waarom.

Lees ook:

Het is een witte wereld, die van de Nederlandse literatuur. Schrijvers, uitgevers, redacteuren, recensenten en ongetwijfeld ook de meeste lezers: ze zijn spierwit of lelieblank. Is dat een onwenselijke situatie?