Direct naar artikelinhoud

De islam-uitspraken van Aboutaleb leggen de scheidslijnen in Rotterdam bloot

Burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam.Beeld ANP

De oproep van burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam dat moslims ‘geduld’ moeten hebben, zegt vooral veel over de verkiezingsstrijd in Rotterdam.

, en

In het jaar waarin al veel politici aandacht vroegen voor de zorgen van de ‘gewone Nederlander’, is de oproep van de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb (PvdA) toch nog opvallend. Aboutaleb zei vrijdag in Trouw dat de islam ‘geduld’ moet hebben als relatief nieuwe godsdienst. Moslims moeten er rekening mee houden dat ‘de meeste Nederlanders nog niet zo ver zijn’ dat de islam in de openbare ruimte zichtbaarder mag worden.

Aboutaleb zet daarmee het debat over integratie verder op scherp omdat hij niet alleen spreekt over integratie, maar ook over de rol van de islam. Die mag volgens hem net als elke godsdienst zichtbaar zijn in de openbare ruimte, maar pas op de langere termijn. De islam kan volgens hem nu nog niet dezelfde rechten claimen als het christendom, dat een eeuwenlange traditie heeft in Nederland.

Voor landelijke politieke ophef zorgden de uitspraken niet: vanuit Den Haag kwam alleen van Geert Wilders een reactie. De PVV-leider noemde Aboutaleb ‘knettergek’. Dat sloeg vooral op het andere deel van de oproep van Aboutaleb, om het ‘debat over de islam nu even te laten rusten’.

Discussies als die over de hoofddoek bij de politie zijn wezenlijke debatten over de onafhankelijkheid van de overheid
Tanya Hoogwerf, Leefbaar Rotterdam

Binnen zijn eigen PvdA ligt de boodschap van Aboutaleb nauwelijks gevoelig meer. Die boodschap past in elk geval bij de lijn die de partij kiest over integratie: het gaat niet alleen om rechten van nieuwkomers, het moet van twee kanten komen. “Streng maar liefdevol”, noemt PvdA-partijleider Lodewijk Assscher het uitgangspunt. Asscher was gisteren niet bereikbaar voor commentaar.

Rimpelingen

Concrete voorbeelden die Aboutaleb noemde, zoals de hoofddoek bij de politie en vrijaf voor het Suikerfeest, spelen vooral in het maatschappelijk debat. Er zijn in de Tweede Kamer geen concrete plannen. Alleen de partij Denk heeft voorgesteld dat moslims in beide zaken meer rechten moeten krijgen.

In Rotterdam veroorzaakt de oproep van Aboutaleb meer rimpelingen. In de stad van Aboutaleb worden de stellingen inmiddels ingenomen voor een harde campagne richting de raadsverkiezingen van maart.

Ook Denk en de PVV zullen aan die verkiezingen meedoen. Die partijen zullen vooral concurreren met de gevestigde partijen Leefbaar Rotterdam en het islamitisch geïnspireerde Nida. Waar Rotterdam voorheen een tweestrijd kende tussen Leefbaar en Aboutalebs PvdA, zetten tot dusver vooral de rechts-populistische en de islamgeïnspireerde partijen zich tegen elkaar af.

De nummer 2 van de lijst van Leefbaar, Tanya Hoogwerf, voelt niets voor de oproep van de burgemeester. Discussies als die over de hoofddoek bij de politie zijn volgens haar ‘wezenlijke debatten over de onafhankelijkheid van de overheid’. Die kunnen volgens haar beter direct en stevig gevoerd worden.

Ze kan zich ook niet vinden in Aboutalebs mening dat religie zichtbaarder moet zijn in de openbare ruimte. “Religie hoort achter de voordeur. Leefbaar strijdt tegen de voor homo’s en vrouwen onderdrukkende aspecten van religie.”

“Juist als maatschappelijke discussies heet zijn, moet je ze niet wegstoppen. Dat gaat niet lukken en niet helpen.”
Mohamed Ajouaou, docent islam aan de Vrije Universiteit van Amsterdam

Nourdin el Ouali van Nida zegt zich in veel onderdelen van Aboutalebs verhaal te kunnen herkennen. Volgens hem is religie in de samenleving in de verdrukking, zeker de islam. Maar de oproep om het debat tijdelijk te bevriezen, vindt El Ouali ‘een zwaktebod’. “Aboutaleb heeft het vaak over een vreedzame samenleving. Maar dat is iets anders dan een samenleving zonder wrijving of polarisatie. Alleen een rechtvaardige samenleving is vreedzaam.”

Dus, zegt de Nida-lijsttrekker, moet een groep die zich onrechtvaardig behandeld voelt die ongelijkheid constant aankaarten. Zoals moslims nu, zegt hij.

“Hadden Nelson Mandela, Mahatma Gandhi of de feministen zich bij een oproep neergelegd om hun strijd in de koelkast te zetten? Ik denk het niet. Progressie komt met democratische strijd.”

El Ouali - een van de belangrijkste critici van Aboutaleb in de raad - voelt zich persoonlijk door hem aangesproken als een van de politici die ‘met stoom en kokend water’ veranderingen willen afdwingen.

Krachtig

Mohamed Ajouaou, docent islam aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, vindt niet dat het debat over de islam gestopt moet worden, wel dat het genuanceerder moet worden gevoerd. “Juist als maatschappelijke discussies heet zijn, moet je ze niet wegstoppen. Dat gaat niet lukken en niet helpen.”

“Eerst moeten deze onderwerpen uit de gepolariseerde sfeer worden gehaald, pas dan kun je erover praten.”
Jacob van der Blom, directeur Essalammoskee

Aboutaleb werkt met zijn uitlatingen over de hoofddoek en het Suikerfeest volgens hem de suggestie dat alle moslims een hoofddoek dragen en een baard, en vrij willen op het Suikerfeest. “Waarom doet hij mee aan zo’n eenzijdig beeld? We moet het hebben over de redelijkheid van claims. En over de participatie van moslims bij de politie, en in andere sectoren de samenleving.”

De directeur van de Essalammoskee in Rotterdam, Jacob van der Blom, is het oneens met Aboutaleb dat het nog te vroeg is voor moslims om te ijveren voor een vrije dag op het Suikerfeest, of het dragen van een hoofddoek. Hij denkt dat de samenleving krachtig genoeg is voor een feestdag als het Suikerfeest. Al denkt hij dat het in het huidige klimaat niet lukt. “Eerst moeten deze onderwerpen uit de gepolariseerde sfeer worden gehaald, pas dan kun je erover praten.” Als de burgemeester dat bedoelde, dan is Van der Blom het helemaal met hem eens.

Lees ook: Aboutaleb: Laat het debat over de islam nu even rusten