Direct naar artikelinhoud
Groen

Directeur Greenchoice: Leg de lat hoog, dan gebeurt er nog eens wat

Evert den Boer, directeur van Greenchoice: ‘Je moet soms grote stappen durven nemen’.Beeld Lars van den Brink

Nederland is hem net iets te voorzichtig. Roep dat je de duurzaamste wilt zijn, dan schrikt iedereen vanzelf wakker, zegt Evert den Boer, directeur van energiebedrijf Greenchoice.

Wie veroverde het afgelopen jaar voor het eerst een plaats in de Duurzame 100 van Trouw? In een korte serie maakt u kennis met vijf nieuwkomers. Aflevering 1: Evert den Boer, directeur van energiebedrijf Greenchoice, nieuw binnen op 40.

Hij voelt zich soms net James Bond. Niet dat Evert den Boer (48) nou zúlke spannende stunts uithaalt, hij verkoopt stroom en gas. Het ligt aan dat nieuwe kantoorpand. Een ufo-achtig gebouw, zestienhoekig, met glas rondom. “Futuristisch sfeertje, niet?”, zegt hij. 

Vorig jaar verhuisde hij hierheen met Greenchoice. “We groeien. Het oude kantoor werd te krap.” Het pand werd neergezet als bouwcentrum, na het bombardement van Rotterdam in 1940. Van hieruit werd de wederopbouw gecoördineerd. Koningin Juliana kwam kijken, net als Queen Elizabeth. “Een machtige plek”, glundert Den Boer.

Het monument moest wel verbouwd worden. Dat is Greenchoice aan zijn stand verplicht. Het bedrijf werkt sinds de oprichting, zestien jaar terug, aan groene energie. Het bouwcentrum had een energielabel F. Den Boer wijst omhoog naar het ronde dak. Daar liggen tegenwoordig zonnepanelen. Door flinke isolatie heeft het gebouw nu het energielabel A, het beste. De ramen in het voormalige bouwcentrum wil Den Boer nog vervangen door ‘powerwindows’. Dat zijn ruiten met doorzichtige zonnepanelen erin. “Het kan altijd beter”, zegt Den Boer. Hij staat bekend als optimistisch ondernemer. Hij heeft een ‘glas-halfvol-mentaliteit’, zegt hij zelf.

Toen ik in Denemarken woonde, lag op zeker moment de halve stad open. Niemand die mopperde. Het aardgas ging eruit, er kwam stadsverwarming

Nederland drijft op fossiele energie

Het mag allemaal wel wat positiever in Nederland als het om schone energie gaat, vindt Den Boer. Ja, de berichten dat Nederland onderaan bungelt in Europa blijven zorgelijk. “Maar het begint echt wel de goede kant op te gaan.” Er komen windparken op zee bij, zonnepanelen op daken en velden. Ondertussen krijgen vuile, fossiele energiebronnen zoals olie en steenkool het moeilijker. Toegegeven: er is nog een lange weg te gaan, Nederland drijft nog steeds op fossiele energie. Hoe verander je dat het snel?

Den Boer kijkt met bewondering naar de Denen. Voordat hij in 2015 aantrad bij Greenchoice - in roerige tijden, na vermeend wanbeleid door oud-directeuren - werkte hij voor het grote Deense energiebedrijf Dong, nu: Ørsted. Hij woonde drie jaar in Kopenhagen, met vrouw en kinderen. “Toen we daar zaten, werd de straat opengebroken. Het aardgas ging eruit, er kwam stadsverwarming.” De halve stad lag open, niemand die daarover mopperde. Het moest gebeuren, om samen duurzamer te worden. De Denen zien het gezamenlijk belang, zegt Den Boer. “Als Nederlanders zouden we toch snel dwars gaan doen.”

Dat zegt een Nederlander niet snel

De trotse Denen willen graag de beste zijn, zegt Den Boer. Dat hoor je een Nederlander niet snel zeggen. “Wie dat wél durft te roepen is de groene ondernemer Ruud Koornstra.” Koornstra, de nummer 15 van de Duurzame 100, wil dat Nederland wereldkampioen duurzame energie wordt. Dat levert kritiek op. Kijk eens realistisch en zie hoe ver we achterlopen, is de teneur. 

Den Boer kan Koornstra’s aanpak juist wel waarderen. De lat moet hoog liggen, op zijn Deens. “Dan gebeurt er ook wat.” Tijdens het duurzame festival Springtij, een jaarlijkse bijeenkomst op Terschelling, was hij afgelopen oktober diep onder de indruk van een ambtenaar, Bouwe de Boer in Leeuwarden. Die zei: zeg in de wijk gewoon hardop dat alles duurzaam moet worden. Dan schrikt vanzelf iedereen wakker en kun je netjes samen bedenken hoe de huizen van het aardgas afgaan. Mensen laten meepraten maar niet zo voorzichtig doen, dat spreekt hem aan. “Je moet soms bold grote stappen durven te zetten.”

Energiebesparen is altijd het eerste, daarna komen de zonnepanelen en warmtepomp

Waar begin ik?

Makkelijk is het echt niet om het hele land snel duurzaam te maken. Daar kwam hij privé ook achter. Den Boer woont in Oegstgeest in een beschermd dorpsgezicht. Er staan oudere huizen, vaak met een slecht energielabel F. Zijn eigen huis verbouwde hij, als energiebaas wist hij wat er nodig was om (tot nu toe) energielabel C te halen. Met zonnepanelen, ledlampen, isolatie. Om anderen aan te moedigen om hetzelfde te doen, nodigde hij wijkbewoners thuis uit. “Dan zie je opeens met welke vraag iedereen zit: waar begin ik?” Energiebesparen is altijd het eerste wat je moet doen, zegt Den Boer. En de energievraag die je dan overhoudt, moet je zo duurzaam mogelijk voeden, met zonnepanelen en een warmtepomp die kan draaien zonder aardgas.

Den Boer was ‘helemaal happy’ toen hij afgelopen najaar de Duurzame 100 binnenkwam, op plaats 40. Hij werd overladen met reacties. Tussen hem en de nummer 39 uit de lijst, directeur Marjolein Demmers van Natuur&Milieu, ontspon zich een email-correspondentie over de vraag: hoe scoren we volgen jaar nóg beter? Een beetje gekscherend, zegt hij, want het precieze nummer vindt hij niet zo belangrijk. 

“Als je erin staat is het een grote erkenning, voor mij en wat we doen bij Greenchoice.” Het bedrijf moet zich onderscheiden, want tegenwoordig profileren álle energiebedrijven zich als duurzaam. Van de grote jongens, die ook veel energie opwekken met gas- en kolencentrales, tot kleine aanbieders en prijsvechters. Vaak kopen ze daartoe ‘groene’ buitenlandse certificaten in – vooral van waterkrachtcentrales in Scandinavië. Critici noemen dat sjoemelstroom, omdat de certificaten goedkoop zijn en ruim voor handen. Ze leiden dus niet tot bouw van nieuwe duurzame centrales. 

De Tweede Kamer is klant

Den Boer zegt dat Greenchoice zich wil onderscheiden door te groeien, maar niet te veel. Het bedrijf, deels eigendom van Eneco, heeft nu 415 duizend klanten. In 2020 wil de directeur daar 500.000 van maken. De strategie: regionaal duurzame energie verkopen. De Tweede Kamer is al klant, net als De Nederlandsche Bank. Niet per se grote stroomklanten, maar wel leuk voor de pr. De aanbieder wil alle energie groen gaan verkopen, liefst geproduceerd in de buurt van de klant. In elk geval in Nederland, zodat het geen buitenlandse sjoemelstroom is. 

Dat lukt heel aardig. Elektriciteit koopt Greenchoice veel in van honderden boeren met windmolens, via de agrarische koepelorganisatie Windunie. Ook doet het bedrijf zaken met vierhonderd lokale stroomproducenten, zo’n dertig zonneparken, driehonderd windparkjes en zeventig biovergistingsinstallaties. “Een windpark op zee bouwen doen we bewust niet”, zegt Den Boer, die eerlijk toegeeft dat het de vraag is of Greenchoice dat als middenmoter wel zou kunnen betalen. Omdat er nog weinig duurzame energie in Nederland is, levert Greenchoice voor 10 procent nog sjoemelstroom. In 2020 moet alles uit duurzame Nederlandse bronnen komen.

Als mensen naar hun eigen windturbine kijken, is het idee van horizonvervuiling meteen weg

Bos aan de Amazone

Een ander verhaal is het nog met aardgas. Greenchoice verkoopt vooral gewoon Groningengas aan klanten. Dat moet wel, zegt Den Boer, want duurzaam groen gas is er bijna niet. Het bedrijf koopt biogas van slechts enkele producenten, daar houdt het mee op. Een deeltje van de opbrengst van dat gas stopt het bedrijf in een fonds. Dat besteedt Greenchoice aan de bescherming van tropisch regenwoud, onder meer in Brazilië. “Ons fonds beheert daar nu 120.000 hectare, zo’n beetje de provincie Utrecht.” 

De bosaankoop is vooral langs de Amazonerivier. Strategisch, om het achterland te beschermen. “Het voorkomt dat bomen per boot afgevoerd kunnen worden.” Het heeft iets geks, zegt Den Boer, om als Nederlands bedrijf in Zuid-Amerika met bos bezig te zijn om Groningengas groen te compenseren. “Het is het beste dat we kunnen doen. En nu moeten we er in Nederland voor zorgen dat iedereen van het aardgas afkickt.”

Zonnepanelen kunnen de sleutel tot verandering zijn, zegt Den Boer. Als huiseigenaren, woningcorporaties of bedrijven die op hun dak leggen, werkt dat verslavend. “Wie eigen zonnestroom gebruikt, zet al snel andere duurzame stappen thuis.” Hij noemt zonnepanelen daarom verdubbelaars. Het belangrijkste is volgens Den Boer dat iedereen kan gaan meedoen aan groene energie. Al is het maar door een klein aandeeltje energie van een windmolen in te kopen. “Dat maakt een wereld van verschil. Mensen kijken dan naar hun eigen windturbine en weg is dat hele idee van horizonvervuiling.”

In deze serie komen vijf duurzame kopstukken langs, die in 2017 voor het eerst de Duurzame 100 haalden. Ondertussen beginnen de voorbereidingen voor de nieuwe editie. Dit jaar viert Trouw een jubileum met alweer de tiende editie van de lijst. De aftrap volgt in de krant en online. Vanaf eind april kan iedereen weer mensen nomineren. Na een uitgebreid juryproces wordt op 10 oktober de nieuwe nummer 1 bekend.

Lees hier meer artikelen over de Duurzame 100.