Direct naar artikelinhoud
Update

Spoedvergadering VN over 'ijselijke' escalatie in Aleppo

Een Syrisch jongetje wacht op medische behandeling in een geïmproviseerd hospitaal in een van de wijken van Aleppo die onder controle staan van de rebellen. Het oostelijke deel van de stad heeft al dagen zwaar te lijden onder luchtbombardementen, vermoedelijk uitgevoerd door Syrische en Russische gevechtsvliegtuigen.

Het Syrische leger heeft dit weekend opnieuw luchtaanvallen uitgevoerd op Aleppo. De aanvallen behoren volgens de VN tot de meest hevige sinds het begin van de Syrische burgeroorlog in 2011. Vandaag komt de VN-veiligheidsraad in een spoedvergadering bijeen.

Secretaris-generaal noemt de luchtaanvallen, die nog geen week na het aflopen van het staakt-het-vuren plaatsvinden, 'de meest aanhoudende en intense bombardementen sinds het begin van de burgeroorlog'. Zijn woordvoerder sprak ook over een 'ijselijke' escalatie en mogelijke 'oorlogsmisdaden'.

Handarat
Volgens de VN vinden de bombardementen plaats in het oostelijke deel van de stad, dat in handen is van rebellen die tegen het regime van president Bashar al-Assad vechten. Het Syrische leger veroverde zaterdag Handarat, een strategisch deel van de stad in het noorden.

Er zouden als gevolg van de luchtaanvallen zeker 54 doden zijn gevallen. Sinds het beëindigen van het bestand zeker zijn zeker 180 mensen om het leven gekomen. Volgens activisten nemen zowel Syrische als Russische gevechtsvliegtuigen deel aan het offensief. Rusland heeft zijn betrokkenheid bij de bombardementen nog niet bevestigd.

De aanvallen ondersteunen de opmars van het Syrische regeringsleger in en rond de stad. Ook gisteren waren er zware luchtmachtbombardementen, die volgens het hoofd van een ziekenhuis in de oostelijke rebellenwijken aan 91 mensen het leven hebben gekost.

Inwoners van Aleppo spreken van allesverwoestende bombardementen, waarbij volgens getuigen zwaardere bommen gebruikt worden dan voorheen. Volgens hen zijn de luchtaanvallen in vijf jaar niet zo zwaar geweest als de afgelopen dagen. "Elke raketinslag voelt als een aardbeving, waar je ook bent in de stad", zei een inwoner tegen persbureau Reuters.

Kapot waterpompstation

Door de bombardementen zit de hele stad nu zonder drinkwater, zeggen de Verenigde Naties. Volgens Unicef-woordvoerder Kieran Dwyer is het door de bombardementen van gisteren onmogelijk geworden om een kapot waterpompstation in het oosten van de stad te repareren.

Uit woede over de aanval op de watervoorziening hebben de rebellen een nabijgelegen pompstation dat nog wel werkte, afgesloten waardoor nu ook het westelijke deel van de stad zonder water zit, aldus Dwyer tegen de BBC. In de oostelijke wijken wonen nog ongeveer 250.000 mensen en in de rest van Aleppo zo'n 1,5 miljoen. 

'Catastrofe'
Volgens de Unicef-zegsman kan dit 'catastrofaal' uitpakken voor de inwoners, omdat zij nu zijn aangewezen op water uit vervuilde bronnen of besmet water waardoor ziektes op de loer liggen. Door de aanvallen en de vele gewonden kunnen hulpverleners en artsen het werk niet meer aan.

"Aleppo sterft langzaam en de wereld kijkt toe, terwijl de watervoorziening wordt afgesloten en gebombardeerd. Het is de zoveelste inhumane daad", zei Justin Forsyth, een van de directeuren van Unicef tegen de Britse omroep.

Het belegerde Aleppo is de grootste stad van Syrië. Bij het begin van de burgeroorlog telde de stad nog 2,7 miljoen inwoners.

Na de beëindiging van de wapenstilstand door het Syrische leger afgelopen maandag heeft het leger laten weten vastbesloten te zijn de rebellenwijken in te nemen.

Water in wat vermoedelijk een bomkrater is in de belegerde Syrische stad Aleppo, deze week.