Direct naar artikelinhoud
Corona-paniek

De supermarkt schreeuwt dit keer: níet hamsteren!

Hamsteren is niet nodig zeggen de supermarkten, maar dat weerhoudt de klanten er niet van ruim in te slaan.Beeld ANP

De Nederlandse supermarkten kampen met lege schappen omdat hun klanten hamsteren. De deskundigen die dit gedrag kunnen verklaren doen het zelf ook.

Om kwart voor negen ’s morgens lijkt het de dag voor kerst, bij de Albert Heijn in Diemen. De vis in blik is bijna uitverkocht, het schap met de aardappelen nagenoeg leeg. De Gelderse rookworsten zijn verdwenen, het voorverpakte afbakbrood dunt uit, de houdbare melk kalft af. En dan het wc-papier. Is dat gewoon op of wordt ook dat gehamsterd? “Allebei”, zegt de jonge vakkenvuller die net weer met een nieuwe voorraad komt aanlopen. “Het is gewoon op omdát er wordt gehamsterd.”

Hoewel de supermarkten uitentreuren hebben benadrukt dat de voorraden op peil zijn en hamsteren echt niet nodig is, laden toch veel klanten de kar vol, vooral in Noord-Brabant en de Randstad, is de indruk via sociale media. De Amsterdamse hoogleraar gedragsbeïnvloeding Frenk van Harreveld kan het allemaal prima wetenschappelijk duiden, maar geeft toe dat hij vanochtend zelf ook wat melkproducten extra heeft ingeslagen, nadat hij volgens eigen zeggen wat apocalyptische associaties in de supermarkt had opgelopen. “Ik ben ook een mens met kleine kinderen thuis.” Maar hij kan gelukkig afstand nemen om iets over ‘risicoperceptie’ te vertellen.

De controle ontbreekt

“Dat hamsteren is een heel interessant fenomeen”, zegt hij. We weten allemaal dat het niet goed is en dat juist dóór hamsteren tekorten ontstaan, en toch geven veel mensen zich er aan over. Ook hij dus. “Dat komt omdat bij de corona-crisis twee factoren bij elkaar komen. We hebben te maken met een virus waarvan de eigenschappen en de gevolgen onbekend zijn, én we hebben amper controle over de blootstelling er aan. We nemen natuurlijk ook risico als we met 100 kilometer per uur over de snelweg rijden, maar dan hebben we de handen aan het stuur en de voeten bij de pedalen. Bij dit virus ontbreekt de controle, waardoor het allemaal best spannend wordt.”

Mensen proberen volgens hem op allerlei manieren dat oncontroleerbare risico in te dammen. Dat zag je al bij de run op mondkapjes. “Deze helpen maar in zeer beperkte mate bij goed gebruik, maar de gebruikers hebben vooral het gevoel dat ze zelf iets gedaan hebben en daardoor minder kwetsbaar zijn dan een ander.” Hetzelfde zie je volgens Van Harreveld bij het hamsteren. “Door onze kar vol te laden willen we controle krijgen over de thuissituatie. Laat dat virus maar woekeren, met mijn voorraadkast vol rijst en pasta zingen wij het wel uit, is de gedachte. Maar daarnaast speelt ook de zogenaamde descriptieve norm een rol. We zien de lege schappen die de hamsterende medemens heeft achtergelaten, dus denken we: hamsteren zal wel verstandig zijn, laat ik ook wat extra pakken wc-papier nemen. Terwijl we óók weten dat juist daardoor de schappen leeg raken.”

Wat dat betreft tekent zich steeds een sociaal dilemma af, zegt hij. Individueel worden we beter van hamsteren, maar voor het collectief is het slechter. Vandaar dat veel mensen wat bezwaard met hun volle boodschappen rondsjouwen.

Sociaal dilemma

Toch moeten we oppassen mensen die hamsteren te veroordelen of belachelijk te maken, vind Tom Postmes. Hij is hoogleraar in de sociale psychologie in Groningen. “Als defensie voorraden aanlegt of ziekenhuizen extra inkopen doen, noemen we dat ‘voorbereidingen’. Maar als burgers dat zelf doen wijzen we dat af als hamsteren. Dat is niet altijd terecht.”

Postmes zelf heeft anderhalve week geleden al extra ingeslagen, zodat hij en zijn vrouw als het nodig is een separate huishouding kunnen voeren. “Mijn vrouw is huisarts en komt in geval van crisis met veel coronapatiënten in aanraking. Zij mag mij niet aansteken, en ik haar niet: dan kan ze haar werk niet meer doen.” Daarom had hij een legitieme reden om een extra voorraad desinfecterende zeep in de slaan, en wat extra voedselvoorraad aan te leggen.

“Als we het over hamsteren hebben, ontstaat er een beeld van een dier dat zijn wangen volpropt om zelf te overleven”, zegt hij. Maar daar moeten we mee uitkijken. In een crisis als deze is het juist belangrijk om in dat door Van Harreveld beschreven sociale dilemma nadrukkelijk voor het collectief te kiezen. Door ons aan de voorschriften van de overheid te houden én om te kijken naar de ander, de oudere bijvoorbeeld die wellicht in een isolement terecht komt en gebrek heeft aan basisbehoeften.

Waarom hamsteren we toiletpapier?

Hoogleraar Tom Postmes vindt dat we ons niet gek moeten laten maken door de social media. “Juist door tekorten aan producten te benoemen en daar foto’s van te verspreiden, nemen de tekorten toe.” Een hilarisch voorbeeld in dit verband is volgens hem de run op dat toiletpapier. “De helft van de wereld maakt zijn billen schoon met een fles water, maar in de corona-crisis is de dreiging van een tekort aan dit product topic nummer 1. Nou, als het daar bij blijft.” Toch is ook die hamsterwoede volgens hem verklaarbaar. “Een filmpje uit Australië aan het begin van de crisis waarop mensen vochten om rollen papier, ging viral. Daarmee kreeg het mondiaal de uitstraling van het lege schap in de supermarkt. Het wordt gehamsterd, dus zal het straks vast onmisbaar zijn.

Lees ook:

Coronapaniek in Nederland? Welnee

Politiek, wetenschap en media discussiëren genuanceerd over Covid-19. Er is ruimte voor zorgen, onzekerheid en debat. De burger lijkt deze klassieke instituties te vertrouwen, stelt socioloog Christian Bröer vast.