Direct naar artikelinhoud
Column

De Sylvana Simons uitzwaaidag

Presentatrice Sylvana Simons kreeg veel kritiek sinds ze zich geschaard heeft bij de migrantenpartij 'Denk'.

Op de facebookpagina 'PVV-aanhangers' (71.010 likes) wordt alvast een evenement voor 6 december aangekondigd: de Sylvana Simons-uitzwaaidag.

Dacht je dat het supporterslegioen van Zwarte Piet slechts ging om het verdedigen van een onschuldig kinderfeest, blijkt het pure politiek te zijn, en niet van de smakelijkste soort.

Wat er gebeurt nu de tv-presentatrice, geboren in Suriname, zich heeft geschaard bij migrantenpartij Denk is de expliciete introductie van etniciteit als onderscheidend element in de politiek. Dat komt van twee kanten, zou je kunnen zeggen: van de witten die Simons haten omdat ze het van haar niet over 'zwartjes' mogen hebben, en van de niet-witten die zich bij de Nederturken Kuzu en Öztürk voegen uit frustratie over het 'welkom' dat het Nederlandse integratiedebat hen biedt.

Het heeft iets verdrietigs dat een vrouw als Simons haar toevlucht zoekt bij een club die denkt de huidige en vroegere zonden van het ene land (Turkije) te moeten verdoezelen om de eigen emancipatie in een ander land te bevorderen - het omgekeerde is het geval.

Laatdunkendheid
Maar er is een context. Die begint bij de bagger die Simons over zich heen kreeg sinds ze zich in 2014 keerde tegen Zwarte Piet, en gaat - als we ons niet tot haar beperken - bijvoorbeeld terug tot de schoffering van de nakomelingen van de slaven bij de onthulling van het Slavernijmonument in 2002.

En tot de decennia die daaraan vooraf gingen, toen zwarte Nederlanders, afkomstig uit onze overzeese gebieden, in het moederland werden begroet met al dan niet verholen laatdunkendheid. Die, daar komt het, geworteld was in de rassenwaan die ook de slavernij mogelijk maakte.

Is het niet een beetje kinderachtig om dat erbij te halen? Dat geloof ik niet. Ik denk wel dat de pijn over het verleden grotendeels wordt ingegeven door onvrede over het heden, maar dat maakt het niet minder reëel. Tien jaar geleden stuitte ik op het verhaal van Ota Benga, een man uit Congo die in 1906 tentoon werd gesteld in de dierentuin van de Bronx. En via Benga kwam ik op het spoor van de geschiedenis van de Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam, waar 28 Surinamers werden geëxposeerd in een circustent. Wie een kwartje extra entree betaalde, mocht ze bezichtigen, deze mensenkinderen die 'op den laagste trap van ontwikkeling' stonden.

Ik ontmoette nakomelingen van deze 28, schreef een boek over deze episode ('De inboorling') en leerde misschien een beetje begrijpen hoe historisch zeer door generaties heen wordt doorgegeven, vooral als de erfgenamen van de overheersers zich van geen kwaad bewust willen zijn en zij de gelederen van de dominante witte groep gesloten houden. Niet zo gek dat minderheden zich dan gaan organiseren in eigen clubs, hetgeen hen door onze PVV-aanhangers ongetwijfeld kwalijk zal worden genomen.

Laat zij hun uitzwaai-evenement op 6 december zo enthousiast aanpakken dat ze elkaar, en het liefst ook zichzelf, flink voor de kop slaan.

Pijn over het verleden wordt grotendeels ingegeven door onvrede over het heden
Tunahan Kuzu, lijsttrekker van de politieke beweging Denk.