Direct naar artikelinhoud
Mondig

Nee bedankt, zegt de burger tegen kunst

Het omstreden kunstwerk van Gabriël Lester in Oudewater. Buurtbewoner Jaap de Wit vindt het getuigen van wansmaakBeeld Werry Crone

Een 'misbaksel' in het park. De inwoners van Oudewater vinden de sculptuur van kunstenaar Gabriël Lester maar niks. De invloed van burgers op kunst in de openbare ruimte neemt toe. 'Dus nu plempen ze dat gedrocht maar hier neer.'

De bange droom van Willie Wortel' noemt Jaap de Wit (68) het kunstwerk waar hij sinds kort vanuit zijn huis in Oudewater op uitkijkt. Hij windt zich dusdanig op over de goud-witte periscoopsculptuur van kunstenaar Gabriël Lester, dat zijn jongste dochter het object als Sinterklaassurprise voor hem namaakte.

Hangend boven het knutselwerk kijkt de varkensvleeshandelaar uit het raam, naar het origineel in de verte. "Zes weken geleden zag ik ineens een vreemde schittering aan de horizon. Wat bleek? De gemeente had zo veel moeite om een plekje te vinden voor dit gedrocht van een staketsel, dat ze het hier maar hebben neergeplempt, midden in deze prachtige, ruige polder."

De Wit is niet de enige die zich roert. De gemoederen over het kunstwerk, door Oudewatenaren inmiddels 'de sigarettenboom' genoemd, liepen hoog op in het stadje onder Woerden, waardoor de gemeente zich begin vorige maand genoodzaakt zag om uitleg over de gang van zaken te geven op haar website.

Het gesteggel is al langer gaande. Voordat de sculptuur naar park Ruyghe Wey verhuisde, stond het op het plein van het Cultuurhuis, waarin onder meer twee basisscholen en een bibliotheek schuilgaan. Speciaal voor de bouw van dit centrum werd het werk in 2012 ontworpen, als kunstzinnig speelobject voor kinderen.

"Het is een bosje periscopen", legt kunstenaar Lester uit. "In de Renaissance werden de eerste lenzen - waaronder die voor periscopen - ontwikkeld. Daarmee konden mensen verder zien, dieper en anders. Mijn werk staat daar symbool voor. Op school en in de bieb leer je immers om vanuit allerlei perspectieven naar de wereld te kijken."

Het lastige aan het creëren van beeldende kunst voor op straat is dat je nooit weet wie je publiek is.


Tijdens de Amsterdamse manifestatie ‘Kunst aan de Schinkel’ in 2011, veroorzaakte het beeld ‘Blijf!’ van Hester Oerlemans veel hilariteit en verwarring. De levensechte, aaibare nep-golden retriever stond met een strak gespannen lijn vast op een brug. Elke keer wanneer die open ging voor passerende schepen, bleef de hond braaf staan. Dit leidde tot zodanig veel meldingen bij de dierenambulance en de dierenbescherming, dat de politie besloot om Blijf! te verwijderen van de brug.
Video: Reportage van AT5 uit 2011.

Op de hei

Hoewel er commentaar kwam, bleef het kunststuk vier jaar op het plein staan. "Maar dit jaar vroeg de gemeente mijn toestemming voor herplaatsing. De gebruikerseisen van het plein waren veranderd, zeiden ze, er moest ruimte komen voor andere speeltoestellen. Een aantal alternatieve plekken bleek niet geschikt en nu staat het op de hei. Ook prima."

Wat de kunstenaar betreft, althans. Omdat definitief verwijderen van de omstreden constructie vanwege contractueel vastgelegde afspraken - het werk moet minstens tien jaar worden getoond - onmogelijk bleek, hebben twee raadsleden van coalitiepartij De Onafhankelijken klimop rondom de reusachtige periscopen geplant, in de hoop dat ze overwoekerd raken.

Jammer, vindt Lester. "Het is nooit leuk als mensen je werk niet mooi vinden. Aan de andere kant ben ik wel iets wijzer geworden. Want het lastige aan het creëren van beeldende kunst voor op straat is dat je nooit weet wie je publiek is. Je maakt het voor iedereen. Ach, wie weet raken de stadsbewoners gewend aan het bosje en vinden ze het over een tijdje wel leuk."

De consternatie in Oudewater verbaast lector Kunst en Publieke Ruimte Jeroen Boomgaard van de Rietveld Academie in Amsterdam niet. "Kunst in de openbare ruimte levert altijd reacties op. Het op gang brengen van een gesprek in de samenleving is ook haar functie."

Bovendien is de macht van de burger toegenomen. "De laatste tien, vijftien jaar worden inwoners van een stad of dorp steeds vaker bij de besluitvorming over dergelijke kunstwerken betrokken." Willen de scholen dat de periscopen verdwijnen van het plein? Dan worden ze verplaatst.

(tekst loopt door onder de afbeelding)

In 2001 kocht de gemeenteraad van Rotterdam 'Santa Claus' aan. Het beeld van de Amerikaanse kunstenaar Paul McCarthy stuitte direct op verzet. Want hoewel het een kerstman met een kerstboom in zijn hand moet voorstellen, hadden vele inwoners het beeld omgedoopt tot 'Kabouter Buttplug'. Het staat sinds 2008 op het Eendrachtsplein.Beeld ANP
Het omstreden kunstwerk van Gabriël Lester in Oudewater. Buurtbewoner Jaap de Wit vindt het getuigen van wansmaakBeeld Werry Crone

Bange gemeenten

Gemeenten zijn bang voor hun burgers, stelt Boomgaard. "Die zijn ook steeds mondiger geworden. Hoewel de manier waarop een kunstwerk in de publieke ruimte tot stand komt per gemeente verschilt, zie ik wel dat ze steeds meer rekening houden met het publiek."

Kunstobjecten in de openbare ruimte worden tegenwoordig niet zozeer weggehaald - net als in Oudewater staat meestal zwart op wit dat het werk minimaal zoveel jaar te zien moet zijn -, maar wel vaker verplaatst naar een andere plek binnen de gemeente.

Zorgwekkender vindt de lector dat de plannen voor kunst vaker in de prullenbak verdwijnen als gevolg van inspraak van de burgers. Als voorbeeld noemt hij 'Westland Wells'. Dat drietal video-installaties van kunstenares Femke Schaap wordt ondanks acht jaar voorbereiding niet geplaatst, besloot de gemeente Amsterdam in april, terwijl meer dan honderd bezwaarschriften eerder stuk voor stuk zijn afgewezen.

Dat geplande kunstwerken met enige regelmaat worden afgeblazen door toedoen van boze buurtbewoners, beaamt Siebe Thissen van het Centrum Beeldende Kunst Rotterdam. "Op alle maatschappelijke fronten is de participatie van burgers toegenomen en dus ook binnen de kunst. Toen de Rotterdamse gemeenteraad de omstreden 'Kabouter Buttplug' in 2001 aankocht, hebben ze de inwoners daar echt niet bij betrokken. Nu is dat anders."

Hij refereert onder meer aan 'Kissing Earth' van de Deens-IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson. Dat kunstwerk, bestaande uit twee wereldbollen die elkaar raken op de plek van Rotterdam, moest in dit najaar op het Rotterdamse Stationsplein worden geplaatst.

Maar direct nadat een commissie het kunstwerk in 2014 uit vijf verschillende ontwerpen koos, raakte het beeld in opspraak. Er kwam een Facebookpagina 'Pleurt op met je ballen', die ruim tienduizend keer werd geliket.

(tekst loopt door onder de afbeelding)

Plannen voor kunst verdwijnen vaker in de prullenmand door toedoen van de burger
Een paard dat dood op de grond ligt; uit zijn opengereten buik komt een motor tevoorschijn. De inwoners van Oudewater gruwelden in 2012 van een kunstwerk dat de strijd tegen de Spanjaarden moest uitbeelden.Beeld Flickr/FaceMePLS

Te groot, te lelijk

Rotterdammers vonden het object, dat al gauw werd omgedoopt tot 'de ballen van Rotterdam' te groot en te lelijk. Eind juni zag het college af van plaatsing van de enorme stalen globes.

Zonde, vindt Thissen de ontwikkeling dat plannen kunst steeds moeilijker tot uitvoering komen. "Met name omdat kunst in de openbare ruimte het al lastig heeft."

Hij legt uit dat het straatbeeld sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw wordt verfraaid met kunst. "In de zestiger jaren kwam er een officiële percentageregeling: bij nieuwe rijksgebouwen, zoals een gerechtshof, moest een deeltje van de bouwsom worden besteed aan openbare kunst. Maar de laatste jaren is die percentageregeling langzamerhand losgelaten door gemeenten. Rotterdam is er bijvoorbeeld in 2005 mee gestopt."

Bij begrotingsproblemen is kunst een gemakkelijke besparing, noemt Thissen als verklaring. Daarnaast zijn veel gemeentelijke diensten als ziekenhuizen, scholen en sporthallen geprivatiseerd. "Dat waren de voornaamste partijen die kunstwerken voor de publieke ruimte aankochten. Ook is de bouwsector veranderd - de overheid bouwt minder zelf, en laat de markt het werk opknappen - en is het steeds moeilijker om kunst te financieren."

En daardoor komen er in bepaalde gemeenten geen of nauwelijks nieuwe beelden bij. Is dat erg? Jazeker, zegt Thissen. "Kunst in de openbare ruimte bevordert de publieke opinie. Aan de hand van zulke objecten ventileren mensen hun mening over de stad. Ook belangrijk is dat het gratis voor iedereen beschikbaar is, ook voor mensen die normaliter geen toegang hebben tot kunst."'

(tekst loopt door onder de afbeelding)

Kunst in de openbare ruimte bevordert de publieke opinie
In 2014 kreeg het beeld 'Bikinibar' langs het spoor in Lisse een andere plek. Meerdere NS-machinisten namen aanstoot aan de creatie van Joep van Lieshout. Het beeld deed hen denken aan aanrijdingen met personen. Volgens de kunstenaar heeft het object geamputeerde ledematen, omdat er alleen budget was voor een romp.Beeld ANP

'De verwoeste stad'

Tot slot kleven de verhalen van de stad aan de objecten die het straatbeeld her en der sieren. "Kunst in de openbare ruimte is een bloemlezing van de omgeving." Zo herinnert het beeld 'De verwoeste stad' Rotterdammers aan het bombardement van hun stad in mei 1940. "En het verklaart de architectuur van onze stad."

Starend uit zijn raam in Oudewater haalt meneer De Wit zijn schouders op. "Het kan kunst zijn, maar dat misbaksel memoreert de inwoners hier vooral aan de wansmaak van onze bewindslieden. Ons stadje heeft zo veel moois te bieden, ook qua kunst, en dan vervuilen ze de horizon met zoiets."

Ergert u zich aan een kunstwerk in uw dorp of stad? Of is er iets waar u heel blij mee bent? Mail een foto met titel, locatie en korte toelichting naar kunst@trouw.nl. Een selectie verschijnt op www.trouw.nl.