Direct naar artikelinhoud
Column

Barbie mag best mijn buurvrouw worden. Van mij zal ze geen last hebben

Samantha de Jong (Barbie) met haar (inmiddels) ex Michael.Beeld ANP Kippa

Plots blijk ik de afgelopen zeven jaar onder een steen te hebben geleefd. Het fenomeen ‘Barbie’ had ik totaal gemist. Waarschijnlijk vanwege mijn uiterst spaarzame gebruik van het medium televisie – om over de zender RTL5 nog maar te zwijgen. 

Die heeft het fenomeen ‘Barbie’ groot gemaakt, zo praat Harmen van Dijk me deze week in zijn Soap&Co-column bij. Maar heeft haar ook schaamteloos uitgebuit, zo vindt Barbie zelf. En half Nederland vindt dat, geloof ik, mét haar.

Daar is wel wat op af te dingen. Wat zou er van Samantha de Jong geworden zijn wanneer zij niet door het tv-station tot landelijke bekendheid zou zijn opgezweept? Misschien net zo’n wrak als nu. Iemand die vanaf haar prilste jeugd niets anders wil dan het evenbeeld worden van een meisjespop is hoe dan ook een wat zorgelijk geval. 

Misschien was haar ook simpelweg het gewone bestaan van Buma’s gewone Nederlander beschoren gebleven. Eerlijk gezegd weet ik niet wat zij erger gevonden had. Dankzij de televisie is haar ruimschoots méér toegevallen dan de vijftien minuten roem die Andy Warhol iedere wereldburger beloofde.

Publieksnieuwsgierigheid naar bizarre voorvallen en freaks is niet van vandaag of gisteren

Welke risico’s dat met zich meebracht zei hij er niet bij. Niet iedereen is tegen zoveel bekendheid bestand en wie hoog wordt opgezwiept kan diep vallen. Daar hebben we de televisie niet voor nodig. Hollywood, de Berlijnse UFA-studio’s en het Italiaanse Cinecittà waren er van het begin af aan niet minder kwistig mee. Schrijvers en artiesten, sportlieden en oorlogshelden, vorsten goeroes: ze wisten maar al te goed dat het rad van fortuin even rond is als Rinus Michels’ bal op het voetbalveld. ‘O fortuna/velut Luna [...] semper crescis/aut decrescis,’ zongen de middeleeuwse Carmina Burana: net als de Maan wast en krimpt bestendig het geluk.

Een moord voor een kwartier schermberoemdheid

Dat geluk heet tegenwoordig ‘de media’. Mensen schijnen een moord te willen doen voor zelfs aanzienlijk minder dan een kwartier schermberoemdheid. Noem het collectieve verdwazing, maar ontslaat dat de bazen op het Mediapark van alle verantwoordelijkheid? – zo vraagt Nederland zich dezer dagen af.

Ger GrootBeeld Jorgen Caris

Dat hebben niet alleen (in de woorden van Harmen van Dijk) kwijnende commerciële tv-zenders zich aan te trekken. Ook de keurige Ikon maakte zo’n vijftien jaar geleden goede sier met wat ik maar een disfunctionele familie zal noemen. De roem ervan heeft de Nederlandse taal met het tokkie-woord verrijkt. En toen de hype over zijn hoogtepunt heen was, vroegen ook daar (opnieuw in de woorden van Harmen van Dijk) ‘deskundigen op het gebied van media, entertainment en geestelijke gezondheidszorg’ zich af of de omroep wel zorg- en bedachtzaam genoeg was geweest.

Als ik het goed zie, is die vraag min of meer gelijk opgekomen met wat de Duitse socioloog Ulrich Beck de ‘risico-samenleving’ genoemd heeft. Eigenlijk zou ze de ‘risicoloze samenleving’ moeten heten. Het leven moet groots en avontuurlijk worden geleefd, maar dat een avontuur ook mis kan gaan, accepteren we niet zo makkelijk meer. Risico hoort erbij, maar berg je als dat werkelijk toeslaat. Dan komt de schade-advocatuur in actie en moeten er schuldigen en genoegdoening worden gevonden.

Kritiek of niet: Barbie is en blijft een afgedankt tv-fenomeen

In de entertainment-sfeer hebben de media daaraan een persoonlijker gezicht en een veel groter bereik geven. Publieksnieuwsgierigheid naar bizarre voorvallen en freaks is niet van vandaag of gisteren. Eeuwenlang teerden circussen erop. Kort voor de oorlog maakte Tod Browning er een film over die het publiek toen al schokkend begon te vinden.

Tekst loopt door onder de video.

Kritiek op de sensatiezucht

Zo monsterlijk verdragen wij het vandaag niet meer. Maar de hang naar het extravagante is gebleven en door de massamedia verder uitvergroot. Technisch dendert de vooruitgang voort, zo heeft de Britse filosoof John Gray ooit opgemerkt, maar moreel blijft de mensheid er gevoelig bij achter.

De optimist in mij constateert dat ze niettemin niet helemaal onbewogen blijft. Dat na eeuwen van onbarmhartige sensatiezucht de vraag naar de media-verantwoordelijkheid gesteld wordt is veelzeggender dan het lijkt. Daarmee houdt de televisie niet op een even horrorzoekend als -scheppend monster te zijn, omdat (en voor zolang) ook het publiek dat nu eenmaal is. Maar iets van een geweten lijkt in al die opwinding wel binnen te sluipen en dat is, over de eeuwen gezien, al heel wat.

Samantha ‘Barbie’ de Jong zal er niet mee geholpen zijn. Zij is en blijft een afgedankt tv-fenomeen dat – zo gaat het met massamedia – iedereen kent. Althans, iedereen die op RTL5 afstemt, en dan wordt het moeilijk de rust van de anonimiteit te hervinden. Maar verondersteld dat zij dat laatste al zou willen, mag ze best mijn buurvrouw worden. Van mij zal ze geen last hebben. Televisieloos weet ik tenslotte van niks.

Ger Groot doceerde filosofie aan de universiteiten van Rotterdam en Nijmegen. Voor Trouw bekijkt hij de actualiteit door een filosofische bril. Lees hier meer van zijn columns terug.