Direct naar artikelinhoud

Mens, huis en hoornbeest, de Kerstvloed spoelde alles weg

De Kerstvloed gold al snel als godsgericht.Beeld Wikimedia

Huizenhoge golven sloeg precies driehonderd jaar geleden op de kust van Groningen, Friesland en Noord-Holland. De Kerstvloed van 1717 bracht dood en honger, maar ook conflicten over de dijken.

De dag voor Kerst stond Thomas von Seeratt op de Punt van Reide, aan de mond van de Dollard, en hij was er niet gerust op. Het water trok zich terug! Hij sprak een tachtigjarige die daar al zijn leven lang woonde en die had zoiets nog nooit gezien. Von Seeratt spoedde zich naar Groningen. "De lugt wierde hoe langer hoe swaarder, gelijck in de West-Indies als daar orkanen komen", noteerde de oud-kapitein die eerder de zeeën in de West had bevaren. "Ende de wint draijde."

Die gedraaide wind, volle westerstorm nu, bracht de catastrofe die de geschiedenis inging als de Kerstvloed van 1717. Al het water dat zich op 24 december richting Noordzee had teruggetrokken, sloeg op 25 december in huizenhoge golven op de kust. In Groningen, Friesland en Noord-Holland, maar ook in Duitsland en Denemarken. Veertienduizend mensen kwamen om. Sommigen direct, anderen pas na uren omdat ze zich, verkrampt van de kou, niet langer konden vastklampen.

'Het duurde lang voor al die lijken waren geruimd. Het moet ontzettend gestonken hebben.'
Michèlle Corbier-Kind, conservator van het Noordelijk Scheepvaartmuseum

Godsgericht

Wanhopige mensen op daken, in bomen, een wiegje met kind dat langsdrijft, de gravures van de Kerstvloed tonen hetzelfde drama als platen van alle grote overstromingen, zegt conservator Michèlle Corbier-Kind van het Noordelijk Scheepvaartmuseum in Groningen, dat de ramp driehonderd jaar na dato met een tentoonstelling herdenkt. "Zelfs als de foto's van Katrina, deze eeuw."

Anders dan bij Katrina: de reproducties laten mannen zien met gevouwen handen of vrouwen met de armen gestrekt omhoog, hun radeloze blikken op de hemel gericht. De Kerstvloed gold al snel als godsgericht, zegt Corbier-Kind. Waren er geen veepest en muizenplaag aan voorafgegaan, vooruitwijzingen naar 25 december?  "Direct in het nieuwe jaar, op 5 januari, kwam er een biddag."

Alleen al in Groningen werden 1430 huizen verwoest, verdronken er '2091 menschen, 11441 hoornbeesten, 3064 peerden, 1277 verkens en 20923 schapen', telde secretaris Beckeringh van Gedeputeerde Staten.  Corbier-Kind: "Het duurde lang voor al die lijken waren geruimd. Het moet ontzettend gestonken hebben." Veel land was verzilt, dus ongeschikt voor landbouw. De zomer van 1718 was bovendien ongewoon heet. In poelen zeewater die op het Groninger land waren achtergebleven, legden vliegen hun eitjes. En de verzwakte Groningers kregen massaal malaria.

Tekst loopt door onder de kaart.

De Kerstvloed trof niet alleen Nederland, maar ook Duitsland en Denemarken.Beeld Wikimedia

Dijken

Von Seeratt ondertussen, pleitte vurig voor nieuwe en vooral betere dijken. Dat deed de commies-provinciaal, belast met het toezicht op de Groninger waterwerken, voor de ramp ook al. Werkbezoeken aan Friesland en Noord-Holland hadden Von Seeratt ervan overtuigd dat de Groningse dijken te laag, te stijl en verkeerd bekist waren en nog slecht onderhouden ook. De Kerstvloed was zijn bevestiging; in Groningen vielen veel meer slachtoffers dan in beide andere provincies. 

Hij kreeg er de handen niet direct voor op elkaar, zegt Corbier-Kind. De vloed was een straf van God tenslotte. "Technische vernieuwingen oké, maar wat heb je daaraan als de mensen hun gedrag niet aanpassen?"

Ten tijde van de Kerstvloed telde Groningen maar liefst 580 waterschappen. Nu zijn dat er nog twee.

En geld was een probleem. In de stad Groningen had het water kniehoog gestaan, maar de stenen huizen daar waren gespaard. De landarbeiders in de Ommelanden konden zich geen steen veroorloven; juist hun houten huizen waren weggespoeld. Maar Groningen weigerde hulp aan de kustgebieden. Het stak zijn tijd en moeite in het herstel van Oldambt, ten oosten van de stad. Corbier-Kind: "Daar zat veen, dus economisch belang." 

De boeren en burgers van het Westerkwartier, grenzend aan Friesland, moesten maar aan de bak, want hun gebied was redelijk gespaard. En zo bracht het water niet alleen dood, honger en ziekte, maar ook conflict. Want die boeren en burgers weigerden een spade in de grond te steken voor dijkherstel. Na bemiddeling van Friesland moesten de Westerkwartierders dan maar een lieve 22.000 gulden ophoesten om werklui van in te huren. Woest waren ze, en ze stoomden op naar het huis van provinciebestuurder Evert van Aduard. Militairen joegen ze uiteen, er vielen twee doden.

Ze trokken aan het kortste eind, zegt Corbier-Kind. Soldaten hebben het bedrag geïnd. Maar er veranderde wel wat. Ten tijde van de Kerstvloed telde Groningen maar liefst 580 waterschappen, die ieder zo maar wat deden - of lieten - in waterbeheer. "Nu zijn dat er nog twee." En die centralisatie begon na de ramp van 1717, zegt ze. En Von Seeratt? Die kreeg zijn verbeterde dijken.

Lees ook: De waterwolf sloeg toe en werd getemd, over de aanleidingen voor de bouw van de Afsluitdijk.