Direct naar artikelinhoud
Interview

Schiphol naar zee verplaatsen: een triple-winsituatie?

Windpark Eneco Luchterduinen lig 23 kilometer uit de kust tussen Noordwijk en Zandvoort.Beeld REUTERS

Opnieuw klinkt de roep om Schiphol naar zee te verplaatsen. Een typisch voorbeeld van hoe we als vanouds onze eigen lasten afwentelen op de zee, zegt Denker des Vaderlands René ten Bos. Dat is niet langer houdbaar.

Verplaats Schiphol naar zee. Dat bepleitte Guus Berkhout, emeritus hoogleraar geluid aan de TU Delft vorige week in deze krant naar aanleiding van de Milieu Effect Rapportage (MER) die een paar dagen daarvoor verscheen. Het idee is even simpel als briljant: de luchtvaart is wereldwijd een van de snelst groeiende sectoren. Over vijftien jaar zal er twee keer zoveel gevlogen worden als nu. Wil Schiphol internationaal blijven meetellen, dan moet de luchthaven groeien. Op land gaat dat niet lekker meer, dus verplaatsen we de zaak naar zee: ruimte genoeg, we leggen supersnel openbaar vervoer naar Amsterdam aan en de verplaatsing kan betaald worden uit de verkoop van de grond van het huidige Schiphol, want die is, zeker nu, peperduur. Zo kan ook Amsterdam zijn toekomstige inwoners kwijt. Dit is geen win-winsituatie, dit lijkt een triple-winsituatie. Wie kan hier tegen zijn? Berkhout: 'Mijn advies is dan ook, nu doorzetten.' "Een waanzinnig goed plan", zegt Denker des Vaderlands, René ten Bos. "Gezien vanuit luchtvaartperspectief, vanuit vastgoedperspectief, vanuit vervoersperspectief."

Uitvoeren dan maar?

"Nee. Dit is een prachtig voorbeeld van externaliseren: als wij last hebben van onze eigen industriële lasten, wentelen we die af op de zee.

Het zit diep in onze genen om te denken dat de zee onkwetsbaar is

Want de zee is van niemand.

"Sinds de zeventiende eeuw beschouwen we de zee als een 'plek of plenty'. De Nederlandse rechtsgeleerde Hugo de Groot beschreef dat idee in zijn beroemde tekst 'Mare liberum', de vrije zee. Hij plaatste 'de vrije zee' tegenover de opvatting dat de wereldzeeën aan de paus toebehoorden. De Groot stelde dat het ieder volk vrijstaat de zeeën te bevaren en te bevissen, en handel te drijven over zee met andere volkeren. Hij noemde dit niet alleen vanzelfsprekend, maar absoluut geldig, een heilige wet die op geen enkele manier door politieke machten terzijde kon worden geschoven. Het idee van 'territoriale wateren' zou pas honderd jaar na Mare liberum een rol gaan spelen.

"Het idee dat de zee van niemand is, kon ontstaan doordat we dachten dat de zee geen schaarste kende. De Groot noemde de zee ook onuitputtelijk. Als gevolg hiervan mocht ik mijn vissen voor jouw kust wegkapen, omdat jij daar geen last van had, want er waren altijd vissen genoeg. Op grond van dit gedachtengoed hebben Nederlandse vissers in de zeventiende en achttiende eeuw flink bijgedragen aan hongersnoden in Noord-Engeland en Schotland; dankzij hun soevereine nautische techniek visten ze daar de plaatselijke visgronden leeg. Het idee van de vrije zee zorgde ervoor dat de zee een common good werd, die geen schade kon worden toegebracht en immuun zou zijn voor vervuiling."

Dat idee koesteren we nog steeds?

"De zee als ecologisch systeem begrijpen, blijkt ontzettend moeilijk. Het zit diep in onze genen om te denken dat de zee onkwetsbaar is. Wij menen nog steeds dat je kunt bouwen wat je wilt, luchthavens en windmolens. Maar die zee heeft al zoveel klappen te verduren gehad, een vliegveld erbij betekent nog minder paaigrond; windmolens erbij betekent moord en doodslag voor vogels.

"Iedere ecoloog, iedere oceanograaf weet tegenwoordig dat de mare liberum heeft plaatsgemaakt voor de mare restrictum. Onze zeeën zijn buitengewoon kwetsbare plekken. Volgens de Britse hoogleraar Callum Roberts, verbonden aan de universiteit van York, heeft er op zeeën een kaalslag plaatsgevonden die alleen hersteld kan worden als er op de internationale wateren zeereservaten worden opgericht, dat zijn bedreigde en kwetsbare gebieden, en plekken met een grote biologische rijkdom. Voor de Noordzee heeft Roberts zeven van dit soort gebieden aangegeven."

Elke generatie neemt de natuur van zijn jeugd als maatstaf, zonder door te hebben dat die toestand ook al niet ideaal was

Dan maken we zeven van dat soort reservaten en bouwen we verderop een luchthaven en een windmolenpark.

"Dat is te makkelijk gedacht. Neem de Doggersbank, een ondiepte in de Noordzee, ten oosten van Noord-Engeland. Tot nu toe is die plek redelijk met rust gelaten, omdat het een ideale paaigrond is voor platvissen als schol en tong. Toch vindt er nu discussie plaats over de Doggersbank; omdat het een ondiepte is, is het namelijk veel makkelijker en goedkoper juist daar windmolens te plaatsen. De commerciële krachten zijn ongekend sterk."

De zachte krachten zullen hier zeker van verliezen.

"Ik ben iets positiever. Het is onmiskenbaar zo dat het ecologisch bewustzijn toeneemt. We weten nu allemaal dat de zee vol plastic zit, dat is anders dan tien jaar geleden. Maar dat besef neemt maar langzaam toe."

Hoe komt dat?

"Omdat we verschillende verwachtingen hebben van wat natuur is. Wanneer ik met mijn kinderen de natuur in fiets, hebben zij andere verwachtingen dan toen ik er met mijn vader fietste, die mij wees op de klapekster, de ortolaan, de kuifleeuwerik. Die zijn allemaal verdwenen. Ik verwacht die vogels nog te zien, mijn kinderen niet meer. Voor hen is natuur is anders dan voor mij.

"Als we praten over de teloorgang van de zeeën zijn we gevangenen van het zogeheten shifting baseline syndrome: elke generatie neemt de natuur van zijn jeugd als maatstaf, zonder door te hebben dat die toestand ook al niet ideaal was. Zo leggen we de lat steeds lager. Mijn vader ging vroeger vissen op de Noordzee of de Waddenzee. Hij kwam altijd met volle manden vis terug. Later werd dat minder. Ik herinner me een foto van een viswedstrijd op de Bahama's: een grote donkere man toont trots een tonijn die groter was dan hijzelf. Nu staat de winnaar op de foto met een vis van 40 centimeter. De Amerikaanse marinebioloog Boris Worm voorspelt dat binnen dertig jaar alle commercieel waardevolle vis uit zee verdwenen is. Vispopulaties bestaan nu al vooral uit kleine jonge vissen. Een schol kan 70 centimeter worden, maar de vissen op ons bord zijn hooguit de helft van die lengte."

Kunnen we een antwoord formuleren op dat shifting baseline syndrome?

"Ten tijde van Hugo de Groot moet de zee inderdaad een onuitputtelijke bron zijn geweest. Daarom is het niet gek dat De Groot op het idee van de vrije zee kwam, er was overvloed. Nu praten we over sea desertification, de verwoestijning van de zee. Mijn vader zou schrikken van wat wij nu de zee noemen. We moeten op zoek naar intergenerationele kennis. Alleen als we de kennis van vorige generaties overtuigend weten over te brengen op volgende generaties kunnen we die verschuivende lijn een halt toeroepen. Dan ziet de komende generatie in dat de zee, zoals zij die waarnemen, armer, kaler, leger is dan de zee van vroeger. Wellicht kunnen we hen dan overtuigen dat de zee een kwetsbare plek is, een mare restrictum, waarin je beter geen luchthaven of windmolenpark kunt aanleggen."

Lees ook:

Schiphol in zee verbetert de leefkwaliteit van bijna een miljoen mensen

Het verplaatsen van Schiphol naar de Noordzee, een oud plan dat nu weer actueel is, levert nieuwe huizen op en verlost bewoners van geluidsoverlast. Guus Berkhout, emeritus hoogleraar geluid aan de TU Delft, is er daarom enthousiast over. 

Waarom Amsterdam de groei van Schiphol moeilijk kan afremmen

Groei op Schiphol is onwenselijk, zo stelt Amsterdam, aandeelhouder van de luchthaven, in het nieuwe coalitieakkoord. Maar of de anti-luchtvaartlobby daar echt iets mee opschiet is de vraag.