Direct naar artikelinhoud
Bubbelonië

Groene groei? Eeuwenlang was het een vanzelfsprekendheid

Groene groei? Eeuwenlang was het een vanzelfsprekendheid
Beeld ANP

We trekken ons terug in onze veilige bubbel. Verliezen we zo het vermogen elkaar te begrijpen en te bereiken? In een serie columns trekt Peter Henk Steenhuis langs de grenzen van onze taal op zoek naar de grenzen van onze werelden. Vandaag: groen & groei.

Wie afgelopen dagen goed geluisterd heeft naar het debat over Schiphol, moet het zijn opgevallen dat er iets aan het veranderen is. De groei van de luchtvaart staat ter discussie. Nog niet echt, maar zelfs de grootste mobiliteitspartij van Nederland, de VVD, zegt nu dat ze niets meer moeten hebben van ongebreidelde groei. Kamerlid Remco Dijkstra wil ‘duurzame groei’. Schiphol moet de vluchten aan zich binden waar Nederland het meeste baat bij heeft. ‘Pretvluchten’, zoals een retourtje Barcelona voor een paar tientjes, kunnen volgens hem het best worden opgevangen door de trein. 

Duurzame groei of groene groei, kan dat? Filosoof Roel Veraart (24) promoveert op deze vraag. Hij noemt duurzame groei een tegenstrijdigheid. Veraart kijkt in eerste instantie naar Europese beleidsstukken, die bolstaan van de tegenstrijdigheden. Een van de belangrijkste documenten heet ‘Sustainable Growth’. “Dat is een tegenspraak in zichzelf, want duurzaamheid is precies geen groei en groei is niet duurzaam”, zei hij in een interview met Trouw.

Eeuwenlang was groene groei vanzelfsprekend. Niet omdat we toen zuinig waren op onze aarde, maar omdat die woorden hetzelfde betekenden

Van voormalig Denker des Vaderlands Hans Achterhuis heb ik veel geleerd over de term groei. Ons economisch bestel, zoals we dat sinds het einde van de Middeleeuwen kennen, is gestoeld op groei én schaarste. Thomas Hobbes was de eerste filosoof die dit principe verwoordde. ‘Omdat iedereen op rijkdom uit is, vindt men het onaangenaam als een ander zijn doel bereikt’, schreef hij in zijn beroemde boek ‘Leviathan’. Het gaat volgens Hobbes niet eens zo zeer om de rijkdom zelf, maar om rijkdom in vergelijking met anderen.

Groeidwang

Achterhuis: “Om een begrip van de Franse filosoof René Girard aan te halen: onze jacht op rijkdom is mimetisch, nabootsend: wij begeren wat onze buurman heeft, en willen hem voorbijstreven. Dit streven is de psychologische motor achter de groeidwang. Deze motor hebben wij via onze sociale en economische instituties maatschappelijk vorm gegeven.”

Je kunt je goed voorstellen dat deze psychologische motor leidt tot iets ongebreidelds. En nu moeten we die groeidwang breidelen, in toom houden, verduurzamen, groener maken. Kan dat?

Eeuwenlang was groene groei een vanzelfsprekendheid. Niet omdat we toen zuinig waren op onze aarde, maar omdat die woorden nog hetzelfde betekenden. In het Middelnederlands sprak men van groeien als grujen, wat ‘groen worden, uitschieten, gaan groeien’ betekent. In het oudhoogduits betekende gruoen eveneens groen worden.

Het lijkt alsof de woorden groei en groen uit elkaar gegroeid zijn, waardoor ze van kleur zijn verschoten. “Taal is de uitdrukking van cultuur”, zei de schrijfster Hella Haasse ooit. “Zonder goed onderhoud van de taal verschraalt het denken.” Misschien kan de taal onze gids zijn bij discussies over de vraag hoe groei weer groen kan worden. Als we daaruit komen,  kan onze economie wellicht toch duurzaam floreren – nog zo’n oude betekenis van groeien.

In ‘Welkom in Bubbelonië’ neemt Peter Henk Steenhuis wekelijks woorden onder de loep. Volg het project via @bubbelonie op Twitter. Hier leest u zijn eerdere columns.

Op 4 maart organiseert Welkom in Bubbelonië een dag over taal in het onderwijs. Trouw-lezers kunnen zich gratis inschrijvenvia trouw.nl/exclusief.