Direct naar artikelinhoud

Donderdag streekvervoer plat door staking

Connexxion-personeel legt aanstaande donderdag het werk neer.Beeld Jean-Pierre Jans

Aanstaande donderdag afhankelijk van een Connexxion-bus of een andere streekvervoerder? Let dan goed op, want de chauffeurs en machinisten leggen hun werk neer. 

In grote delen van het land ligt het openbaar vervoer donderdag plat. Medewerkers van vervoersbedrijven Connexxion, Arriva, Syntus, Qbuz en EBS leggen dan het werk neer. Dat melden vakbonden CNV en FNV nadat de vervoersbedrijven vanochtend niet ingingen op de gestelde eisen. “Werkgevers hebben ons wel een brief gestuurd waarin staat dat ze bereid zijn om te praten. Maar alleen praten is niet genoeg”, zegt CNV-bestuurder Sanne van der Meulen.

Niet naar toilet

De bonden stelden de werkgevers na moeizame onderhandelingen een ultimatum dat vanmiddag om twaalf uur afliep. Omdat werkgevers volgens hen onvoldoende over de brug komen, hebben ze een staking uitgeroepen. Hun voornaamste eisen: een loonsverhoging van 3,5 procent per jaar en verlaging van de werkdruk. Van der Meulen: “De werkdruk is momenteel zo hoog dat buschauffeurs soms niet eens naar toilet kunnen. Genoeg is genoeg, zeggen onze leden nu.” Het komt wel eens voor dat chauffeurs vier uur achtereen rijden of dat de lunchpauze erbij inschiet omdat het druk was op de weg, stellen de bonden.

Ze roepen de 12.000 medewerkers van de vijf vervoersbedrijven dan ook op om het werk neer te leggen. Regionale treinlijnen en streekbussen en -trams rijden aanstaande donderdag daardoor amper of helemaal niet. NS-treinen nog wel, omdat NS-personeel onder een andere cao valt. Ook in Amsterdam en Den Haag is de hinder beperkt, omdat het openbaar vervoer daar door de eigen vervoersbedrijven GVB en HTM wordt geregeld. Een deel van de Rotterdamse conducteurs en buschauffeurs legt waarschijnlijk wel het werk neer. En ook in Utrecht rijden bussen en sneltrams niet. “Staken is voor niemand leuk. We willen de reizigers niet treffen, maar de noodt in het streekvervoer is letterlijk en figuurlijk heel hoog”, aldus FNV-bestuurder Paula Verhoef.

Vreemde gang van zaken

Voorzitter Fred Kagie van werkgeversorganisatie  Vereniging Werkgevers Openbaar Vervoer (VWOV) nam vanochtend vol verbazing kennis over de staking. "Ik moest via de pers vernemen dat er een staking wordt uitgeroepen. Dit is een hele vreemde gang van zaken." Aan meer dan 2 procent loonsverhoging zouden de werkgevers niet willen, menen de bonden. En ook  de werkdruk zouden ze niet willen aanpakken. Niets van waar, reageert Kagie. "Ik ben nog steeds aan het gissen naar de oorzaak van dit cao-conflict. We waren nog helemaal niet uitonderhandeld. Die 2 procent gold helemaal niet als eindbod en ook over de werkdruk waren we niet uitgesproken."

Kagie, die ook directeur is van vervoersbedrijf Qbuzz, geeft toe dat vooral chauffeurs in grote steden te maken hebben met een hoge werkdruk. Maar geen plaspauze? Of vier uur achtereen achter het stuur? Daar klopt niets van, stelt hij. "Het kan weleens een keer voorkomen. Maar ik herken me niet in het verhaal dat chauffeurs en machinisten structureel niet naar toilet kunnen. Dat is voor de pers natuurlijk een aansprekend voorbeeld."

Te veel geld

Ondanks de onderhandelingsbereidheid die Kagie schetst, bespeurde Van der Meulen een door geld gedreven halsstarrigheid bij werkgevers tijdens de cao-onderhandelingen. “De werkdruk aanpakken kost geld en daar willen ze niet aan. Chauffeurs meer tijd geven om van de ene naar de andere halte te rijden, betekent meer inzet van bussen en dus meer personeel.” Wat ook meespeelt, zegt Van der Meulen, is dat er flink wat wordt aanbesteedt in het openbaar vervoer. “Bedrijven schrijven op een hele scherpe prijs in en willen dat natuurlijk terugverdienen.”

Het is de eerste keer sinds tien jaar dat er in de sector gestaakt wordt. Jarenlang gingen bondenakkoord met een gematigde loonstijging en lukte het niet om inhoudelijke afspraken te maken over de hoge werkdruk. Van der Meulen: “Wat de loonsverhoging betreft geven we gehoor aan de roep die je de laatste tijd wel vaker hoort in de polder: werknemers moeten ook gaan profiteren van de economische groei. Daar is het nu tijd voor.”